Inhoud van de pagina:
Opinie 05: 'Economische groeicijfers liegen niet'
Bart van Ark, econoom:
De productiviteitsgroei in Europa loopt ver achter, Amerika doet het
structureel beter maar vertraagt ook. China blijft doorgroeien, net
als India en Oost-Europa. Jaar in jaar uit proberen economen de
prestaties van landen wereldwijd in kaart te brengen, te vergelijken
en verschillen te verklaren. Criticasters moeten daar niets van
hebben. De cijfers zijn eenzijdig, kunnen de complexe economische
processen niet vatten en zijn vaak niet te vergelijken, zeggen ze.
Hoogleraar Economische ontwikkeling, technologische verandering en
groei Bart van Ark van de RUG is het daar niet mee eens. De
macro-economische cijfers en de methoden om deze te vergelijken zijn
zeker niet perfect, maar zonder dit soort gegevens leven we in een
fantasiewereld die met de werkelijkheid vaak weinig te doen heeft.
Kortom: `Economische groeicijfers liegen niet.'
Voor het zesde achtereenvolgende jaar brengt van Arks onderzoeksgroep,
het Groningen Growth and Development Centre, een rapport uit met
cijfers over economische groei en productiviteit in de wereld. Dit
doet zij samen met een Amerikaanse denktank van internationale
bedrijven: The Conference Board. In de vergelijking zijn de honderd
belangrijkste landen opgenomen en daarmee 98 procent van de
wereldproductie en 95 procent van de wereldbevolking. Elk jaar groeit
de aandacht voor dit prestigieuze rapport. Het wordt in Brussel
gebruikt om de Europese economische politiek vorm te geven en leidende
kranten, zoals de Engelse Financial Times, berichten erover op de
voorpagina.
Conclusies
Drie belangrijke conclusies trokken de Groningse onderzoekers en hun
Amerikaanse collega's dit jaar. Ten eerste blijkt de groei van de
arbeidsproductiviteit in de Verenigde Staten vorig jaar flink te zijn
vertraagd na jaren van spectaculaire toename. Ten tweede blijft het in
Europa, met name in de oude EU-landen, kwakkelen met de groei van de
productiviteit. En tenslotte is de productiviteitsgroei van opkomende
markten zoals China, India en Centraal- en Oost-Europa verder
versterkt. Deze landen zijn structureel bezig met een inhaalslag.
De cijfers voor dit soort internationale vergelijkingen komen uit
nationale rekeningen en andere macro-economische statistieken. Daar
valt wel iets op af te dingen, vinden veel critici en zelfs sommige
overheden. Hoe kun je de totale productie van het ene land nu met dat
van het andere vergelijken? Helemaal als het gaat om zoiets vaags als
bijvoorbeeld diensten, die een steeds groter aandeel in de economie
innemen. En hoe kun je op een correcte manier de prijzen meten van
bijvoorbeeld pc's, waarbij rekening wordt gehouden met de razendsnelle
verbeteringen in kwaliteit? De milieubeweging vindt dat de cijfers
onvoldoende rekening houden met de aanslag op het milieu, een rekening
die toekomstige generaties gepresenteerd krijgen.
Imperfect?
`We snappen deze bezwaren', legt Van Ark uit aan iedereen die het wil
horen, `maar dat is nog geen reden om de handen ten hemel te heffen en
er vervolgens op los te fantaseren'. De Groningse economen werken
voortdurend samen met statistische bureaus, internationale
organisaties als de OESO en de Wereldbank om de vergelijkbaarheid van
de cijfers te verbeteren. `Steeds meer landen gebruiken nu zogenaamde
hedonische prijstechnieken om betere prijsreeksen te krijgen voor
computers en dergelijke. Wij hebben die nu ook in onze databases
overgenomen. Deze methode is misschien niet perfect, maar de
ICT-sector hebben we heel wat beter in kaart dan vijf jaar geleden.'
Betere kwantificering van economische groei en ontwikkeling leidt tot
het weerleggen van misvattingen over armoede en rijkdom in de wereld,
zoals: steeds meer mensen in de wereld worden armer en het verschil
tussen arm en rijk neemt toe. `Je moet goed naar de cijfers kijken,
voor je dit soort wilde uitspraken doet. Dan kun je zien dat het vaak
een stuk genuanceerder ligt', aldus Van Ark. Net als de misvatting dat
je meer energie nodig hebt om tot productiviteitsgroei te komen. `De
oliecrisis van de jaren zeventig heeft een gigantische impuls gegeven
aan efficiëntere productie. Toen zijn de echte energiebesparende
methodes geïntroduceerd, met een gigantische productiviteitswinst.'
Drijvende kracht
De Europese Commissie legt zijn oor wél te luisteren bij de Groningse
economen. En dat is maar goed ook, vindt de hoogleraar. `Europa heeft
grote problemen op te lossen. Er zijn twee manieren om je
levensstandaard, gemeten als het gemiddelde inkomen per hoofd van de
bevolking, te verbeteren. Je kunt de werkgelegenheid stimuleren óf de
productiviteit verhogen. De participatie op de arbeidsmarkt is door
grotere inzet van vrouwen in Europa al aanzienlijk toegenomen. Je kunt
participatie niet oneindig laten groeien.' Dus moet Europa, om verder
te groeien, meer aan haar productiviteit doen. Dit moet de drijvende
kracht worden achter de Europese agenda voor economische groei.
Curriculum Vitae
Bart van Ark is hoogleraar Economische ontwikkeling, technologische
verandering en groei aan de RUG. Aan dezelfde universiteit studeerde
hij economie en promoveerde hij in 1993 op een onderzoek naar
internationale vergelijking van output en productiviteit van tien
landen tussen 1950 en 1990. Van Ark is tevens directeur van het
Groningen Growth and Development Centre (GGDC), dat jaarlijks advies
uitbrengt over de economische groei aan de Europese Commissie. Naast
vele nevenfuncties is Van Ark sinds 1997 verbonden aan de
internationale denktank The Conference Board. /SK
Informatie
prof.dr. Bart van Ark, tel. (050) 363 36 74, e-mail h.h.van.ark@rug.nl
(werk), tel. (050) 527 24 38 (privé)
Rijksuniversiteit Groningen