Nederland de helpende hand wil bieden. Al op de rondetafelconferentie
in het voorjaar 2006 wil de Eerste Kamer van een regering een voorstel
voor een nieuw Statuut zien.
Over de motie-Schuurman wordt 21 februari gestemd. Vervolgens komt dan
de begroting voor Koninkrijksrelaties in stemming. Tijdens het debat
over de begroting dinsdag 14 februari kreeg minister Pechtold het
zwaar te verduren. De reactie van de minister op de kamerbrede motie
wekte enige wrevel in de senaat. Hier en daar viel te beluisteren dat
fracties tegen de begroting willen gaan stemmen.
In grote eensgezindheid heeft de Eerste Kamer minister Pechtold bij
het debat over de begroting van Koninkrijksrelaties de wacht
aangezegd. De senaat eiste duidelijkheid over de opstelling van de
Nederlandse regering tegenover de Antillen en Aruba. De minister moet
duidelijk maken hoe de regering de grote problemen met Antilliaanse
jongeren, de armoede en de criminaliteit denkt aan te pakken. Ook moet
hij zeggen of handhaving van een band binnen het Koninkrijk mogelijk
is. Verder moet hij van de senaat klip en klaar zeggen dat Nederland
niet de ruim drie miljard euro aan schulden in de Overzeese gebieden
volledig voor zijn rekening zal nemen.
Zowel regeringspartijen als oppositiepartijen verwierpen het jarenlang
gevoerde beleid van 'pappen en nathouden'. Na de referenda, waarbij
Curaçao en Sint Maarten kozen voor een soortgelijke status aparte als
Aruba al sinds 1986 heeft en de andere eilanden (Bonaire, Saba en Sint
Eustatius) voor de status van 'Koninkrijkseiland', eiste de Eerste
Kamer nu van minister Pechtold een Nederlandse visie op de toekomstige
staatkundige relaties met de Antillen en Aruba. Daarbij was de
leidraad dat niet in de eerste plaats andere bestuurlijke verhoudingen
de problemen zullen oplossen.
Met instemming werd een lezing aangehaald van minister Donner (CDA,
justitie) in januari voor de Universiteit van de Nederlandse Antillen.
Donner zei daarin dat een grotere autonomie voor de afzonderlijke
eilanden alleen maar kan als tegelijkertijd de rol van het Koninkrijk
groter wordt. Die rol zou vooral op de terreinen rechtshandhaving en
rechtspleging versterkt moeten worden.
De woordvoerders van regeringspartijen CDA en VVD en oppositiepartij
PvdA waren opmerkelijk eensgezind. Een status aparte voor Sint
Maarten, met 32.000 inwoners even groot als de gemeente Bussum of
Sneek, wezen zij af. Alleen Curaçao met 150.000 inwoners, maar ook met
een schuld van een miljard euro, zou eventueel zo'n status kunnen
krijgen.
De hoofdvraag voor de woordvoerders van de drie grootste partijen in
de senaat was evenwel welke rol het Koninkrijk als zodanig na een
halve eeuw Statuut kan of moet spelen. Mevrouw Linthorst (PvdA) zei
dat de eilanden zo snel mogelijk van elkaar af willen. Zij kiezen
weliswaar voor een toekomst binnen het Koninkrijk, maar zij kiezen
niet voor elkaar. Het is ieder voor zich en Nederland voor ons allen.
Overigens vond mevrouw Linthorst dat het Koninkrijksgevoel ook in
Nederland zelf niet erg leeft. Zij wees erop dat de Antillen voor de
zorgverzekering geldt als buitenland. Als het Koninkrijk echt zou
leven zouden we ons moeten schamen voor de armoede op de Antillen. Er
zijn bijvoorbeeld situaties op het gebied van huisvesting die je in
een ontwikkelingsland kunt verwachten, maar die in een land dat tot
het Koninkrijk der Nederlanden behoort niet zouden mogen voorkomen.
De migratie van grote groepen Antilliaanse jongeren naar Nederland
noemde zij onwenselijk. Effectiever dan het instellen van een
toelatingsregeling zou het volgens mevrouw Linthorst zijn om
perspectief te bieden voor jongeren op de Antillen zelf. Ze komen hier
niet naar toe omdat het hier zo lekker koud is, zei zij.
CDA-woordvoerder Lemstra stelde vast dat er langzamerhand sprake is
van een bestuurlijk en politiek onvermogen om de specifieke problemen
onder ogen te zien en op te lossen. Volgens Lemstra verdoezelt het
Statuut de feitelijke situatie. Het is een façade voor politieke
correctheid, waardoor het onderlinge verkeer tussen de landen van het
Koninkrijk krampachtig wordt, oordeelde de CDA-woordvoerder. Senator
Lemstra hield minister Pechtold een reeks conclusies voor. Het moet in
de toekomst onmogelijk zijn dat de eilanden weer zulke hoge schulden
opbouwen. Het Koninkrijk moet een zwaarder accent krijgen met meer
bevoegdheden. Zo dient de rechtsorde op Koninkrijksniveau geregeld te
worden. De rechtsspraak wordt een aangelegenheid van het Koninkrijk.
Er komt een onafhankelijke raad voor het Koninkrijk voor de
rechtshandhaving. Een nieuwe raad van toezicht moet de financiële
huishouding op orde houden, waarbij de rijksministerraad eilanden
eventueel onder curatele kan stellen. Er komt een norm voor deugdelijk
bestuur.
Senator Van Heukelum zei namens de VVD dat het er sinds de
toekomstconferentie in 1993 niet beter op is geworden. Van Heukelum:
De problemen op de Antillen zijn groot, heel groot. En dat niet alleen
op financieel gebied. De problemen op het gebied van armoede,
onderwijs, jeugdwerkloosheid, drugsgebruik en criminaliteit zijn
navenant. De VVD-senator vroeg zich af of er überhaupt nog wel een
toekomst is voor het Koninkrijk. Hij hekelde de terughoudende
opstelling van minister Pechtold. Van Heukelum wees erop dat de
minister regelmatig de Antillen bezoekt en daar bespreking op
bespreking heeft. Maar het is ons volstrekt onduidelijk waar hij uit
wil komen. Wij roepen de minister dan ook met klem op die
duidelijkheid thans te verschaffen, zei de VVD-senator. Zijn
CDA-collega Lemstra: De minister krijgt de kans staatsrecht te
schrijven. Minister, ga iets doen!
Ook de andere sprekers in het debat over de begroting 2006 van
Koninkrijksrelaties spoorden minister Pechtold aan tot daden. Senator
Van Raak (SP), die ook sprak namens de fractie van GroenLinks, vroeg
een visie van de minister. Volgens hem zouden eerst de financiële,
sociaal-economische en veiligheidsproblemen moeten worden opgelost,
voordat de staatkundige veranderingen aan bod komen. Van Raak wees
erop dat de jeugdwerkloosheid op Curaçao 44 procent bedraagt.
Senator Schouw (D66) vond dat de problemen op de Antillen niet alleen
aan Nederland of de Nederlandse minister voor Koninkrijksrelaties zijn
te wijten. Volgens hem staat Nederland als gevolg van het Statuut 'met
gebonden handen'. Namens de fracties van ChristenUnie en
Staatkundig-Gereformeerde Partij wees senator Schuurman op de
ononderhandelbare status aparte van Aruba. Hij kreeg van minister
Pechtold te horen dat ook Aruba zich in eventuele nieuwe afspraken
moet voegen. Senator Ten Hoeve van de Onafhankelijke Senaatsfracties
was het meest positief over de Antillen. Hij oordeelde dat de
gedachten in Nederland wel erg eenzijdig zijn gekleurd door de in
korte tijd fors opgelopen financiële tekorten en dat de autonomie
daarom nooit meer zo groot mag zijn dat zoiets weer kan gebeuren.
Hessing, de enige senator van de Lijst Pim Fortuyn, sloot zich bij
alle sprekers aan en vroeg aan minister Pechtold of premier Balkenende
hem voluit steunt. De voorgangers van onze huidige premier zijn door
waarschijnlijk te weinig interesse in dit dossier in hoge mate
verantwoordelijk voor de huidige stand van zaken, zei Hessing.
Minister Pechtold was in zijn beantwoording in eerste termijn
terughoudend met het oog op de komende Ronde Tafelconferentie op 28
maart. Hij wees er wel op het als een positief punt te beschouwen dat
alle zes eilanden op een of andere manier binnen het Koninkrijk willen
blijven. In de onderhandelingen over de vorm waarin dat kan, wil
Pechtold in de komende anderhalf jaar 'onomkeerbare stappen' zetten.
Ik weet waar ik namens Nederland naar toe wil. Goede afspraken over de
financiën, over een robuuste rechtsorde en over goed bestuur. Dat vind
ik nodig om de Antilliaanse burgers een rooskleurig perspectief te
kunnen bieden, aldus minister Pechtold. Als het aan hem ligt komt er
een 'versterkt Koninkrijk' uit de onderhandelingen te voorschijn. Dat
betekent een krachtiger bestrijding van terrorisme en
grensoverschrijdende criminaliteit en beter financieel toezicht, om te
voorkomen dat er opnieuw grote schulden ontstaan als de huidige schuld
van 2,4 miljard is weggewerkt. Volgens woordvoerder Schouw van D66
zouden bepaalde vormen van onder curatele stelling daarbij niet zijn
uitgesloten. De minister sprak zijn partijgenoot niet tegen. Hij zegde
CDA-senator Lemstra toe dat toewerken naar nieuwe verhoudingen
'onlosmakelijk' verbonden is met een goede oplossing van de
schuldenproblematiek en goed financieel toezicht daarna.
Minister Pechtold zei na tien maanden ervaring met Antillen: Ik heb
geleerd dat er twee mogelijkheden zijn: je wordt een cynicus of een
Antillenvriend. Hijzelf wil geen beide zijn. Maar hij gaf toe dat als
er een ziekenhuis op Bonaire dichtgaat en tegelijkertijd een vliegveld
wordt gesloten hij voor de keuze staat om voor honderdduizend euro
hulpmiddelen uit het Westeinde Ziekenhuis te versturen of te zeggen
dat Nederland daar niet over gaat. Ik kies dan uiteindelijk voor het
eerste, zei Pechtold. Mevrouw Linthorst haakte op deze casus in. Wij
komen telkens voor deze keuzes te staan omdat wij geen duidelijke
keuze maken als het erom gaat wat wij nu eigenlijk met de Antillen
willen. Zien we de Antillen als een deel van het Koninkrijk, zodat wij
verantwoordelijkheden en verplichtingen jegens de Antillen hebben?
Behoort daar dan niet bij dat wij er recht op hebben om toezicht te
houden en dat het een gerechtvaardigde vraag aan de Antillen is om dat
toezicht toe te staan? De minister zei dat hij het met de zienswijze
van de PvdA-senator eens is. Pechtold: Dit betekent voor ons wat meer
inzet en voor de andere kant wat meer controle en toestaan dat die op
Koninkrijksniveau wordt geregeld.
Drie werkgroepen zijn bezig voor de verschillende werkterreinen
criteria op te stellen die op een rondetafelconferentie op 28 maart op
tafel komen. De drie terreinen zijn: 1. de algemene financiële positie
van de Antillen; 2. rechtszekerheid en goed bestuur en 3. de directe
en nieuwe banden (status aparte of koninkrijkseiland). De minister
hield de VVD-senator Van Heukelum voor dat eerder overleg met de
Antillen in 1993 fout is afgelopen, omdat ons land toen met een
blauwdruk kwam. Dat leverde het verwijt van 'neokolonialisme' op.
Pechtold was het eens met mevrouw Linthorst dat de problemen op de
Antillen en de problemen in sommige Nederlandse steden met elkaar
samenhangen. Hoe beter de perspectieven daar, hoe minder kansarme
jongeren hier naartoe komen, aldus de PvdA-senator. Zij vroeg om een
grotestedenbeleid voor de Antillen, maar Pechtold zei dat hij van
Curaçao niet de 32ste grote stad wil maken. Hij stimuleert wel
samenwerking en kennisuitwisseling tussen de Antillen en steden in
Nederland met relatief veel Antilliaanse inwoners.
Aan de informatie op deze site kunnen geen rechten worden ontleend.
Eerste Kamer der Staten Generaal