Ingezonden persbericht


Society for International Development - afdeling Nederland

P E R S B E R I C H T

KANTTEKENINGEN BIJ HULP EN CHARITAS

Filosoof Pogge over armoede, mensenrechten en christendom

Den Haag, 15 januari 2006

De Westerse houding ten aanzien van armoede en mensenrechten is eigenlijk onverdedigbaar. Het is namelijk gebaseerd op het - christelijk geïnspireerde - paradigma van hulp en charitas dat de ongelijke verdeling van rijkdom in de wereld als uitgangspunt neemt. En daar is het nodige op af te dingen. Dat stelt de Duitse filosoof Thomas Pogge aanstaande maandag 20 februari tijdens een lezing aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Pogge, verbonden aan de Columbia University in New York, is een van de belangrijkste jonge filosofen op het gebied van internationale rechtvaardigheid. Zijn lezing "Responding to Global Poverty: Human Rights and the Christian Faith" is de vijfde in de SID-serie '"Religie, Ontwikkeling en Internationale Betrekkingen". Aanvang: maandag 20 februari 2006;tijd. 18.00u.; Lokatie: VU Auditorium, De Boelelaan 1105, Amsterdam.

Iedere dag sterven 50.000 mensen, vooral kinderen, door armoede-gerelateerde oorzaken die zijn te voorkomen. Per jaar zijn dat er 18 miljoen, waaronder 10,6 miljoen kinderen jonger dan vijf jaar: eenderde van het totaal aantal jaarlijkse sterfgevallen. Slechte medische omstandigheden zorgen bovendien voor een ellendig bestaan voor honderden miljoenen mensen. Zij worden getroffen door ernstige ziekten of voortijdig overlijden in hun families. Deze situatie vormt ook een grote belasting voor de economieën van arme landen. De armoede wordt bestendigd, wat op zijn beurt weer bijdraagt aan een slechte gezondheid van de bevolking. Het voortduren van deze catastrofe van mondiale armoede is zonder twijfel de grootste in de geschiedenis van de mensheid.

Onze houding, die van burgers van de rijke landen, tegenover de mondiale armoede wordt overwegend bepaald door een specifieke denkwijze. Intellectueel én in praktische zin nijgen wij tot een reactie vanuit het paradigma van de hulp en de charitas. Onze voornaamste vraag is hoeveel we van onze rijkdom weg moeten geven aan de hongerigen in de wereld. We denken daarbij in termen van donaties of geldovermakingen, hulp of herverdeling. En we verwijten elkaar, en soms onszelf, dat we niet genoeg doen. Deze houding is geworteld in een rijk christelijk erfgoed: "help de armen" en "heb uw naaste lief". In deze moderne tijd wordt dit vaak vormgegeven in termen van mensenrechten, die bovendien steeds meer worden begrepen als het opleggen van positieve plichten.

Maar het belangrijkste kenmerk van het paradigma van hulp en charitas is dat het de bestaande, ongelijke verdeling van rijkdom als uitgangspunt neemt. Je helpt de armen alleen als de middelen die je aan ze besteedt van jezelf zijn. Bij nader inzien echter blijkt het verrassend moeilijk te verdedigen dat onze grote overvloed ons rechtens toekomt. Deze onverdedigbaarheid maakt dat de mondiale armoede ook gezien moet worden vanuit andere christelijke normen. Bijvoorbeeld vanuit het zesde gebod: 'Gij zult niet doodslaan'. Zo'n benadering zou tot enger gedefinieerde mensenrechten kunnen leiden, waarbij de nadruk ligt op het opleggen van negatieve plichten.

Onze meest fundamentele plicht is reflectie op onze plichten in de wereld waarin we leven. Daarbij moeten we bijzonder zorgvuldig nadenken over hoe we tot een breder en voller begrip kunnen komen van onze verplichtingen jegens de armen in de wereld.

Thomas Pogge

De Duitse moraalfilosoof Thomas Pogge is sinds 1983 hoogleraar aan de Columbia University in New York. Hij doceert en schrijft over politieke en moraalfilosofie, mondiale rechtvaardigheid, filosofie en economie, mensenrechten en professionele ethiek. Pogge wordt door sommigen beschouwd als een van de belangrijkste jonge filosofen op het gebied van internationale rechtvaardigheid. Hij is onder meer bekend van zijn in 2002 verschenen 'World Poverty and Human Rights'.

SID-Nederland - godsdienst - ontwikkeling - internationale betrekkingen

SID-Nederland stelt in haar lezingenserie 2005-2006 het verband tussen religie, ontwikkeling en internationale betrekkingen centraal. Daarbij gaat het vooral over de rol van religie in het internationale politieke en publieke domein. De nadruk ligt op sociaal-economische processen; de bevordering van democratie; de verzoening na grootschalig geweld; en de versterking van internationale samenwerking. In de serie spreken internationale deskundigen met verschillende academische en religieuze achtergronden, waaronder Peter Berger, Scott Thomas, Karen Armstrong, Hans Opschoor, Olivier Roy, Riffat Hassan, Abdullahi An-Na'im en Jonathan Fox.

Religie staat weer hoog op de internationale agenda. Na 11 september 2001, de oorlogen in Irak en Afghanistan en tal van fundamentalistische terreuraanslagen, heeft het debat over de rol en betekenis van godsdienst in internationale betrekkingen een enorme impuls gekregen. Religie wordt daarbij vaak geassocieerd met vraagstukken van internationale veiligheid. Tegelijk groeit het besef dat religie en cultuur belangrijke aspecten zijn van vrijheid, mondiale rechtvaardigheid en menselijke ontwikkeling.

------------------------


Ingezonden persbericht