Provincie Noord-Holland

Reactie provincies OZB

20-2-2006

Zalm hanteert verkeerde cijfers voor OZB

Slechts 7 gemeenten overschrijden minimaal

Slechts zeven gemeenten en niet het door minister Zalm genoemde aantal van 62 hanteren voor 2006 te hoge OZB-tarieven. De overige gemeenten staan of onterecht op de lijst of hebben een uiterst verwaarloosbare tariefstijging boven de norm. Ook de door Zalm genoemde negen Noord-Hollandse gemeenten zijn ten onrechte op de lijst geplaatst. Het Interprovinciaal Overleg (IPO) heeft namens de provincies in een brief aan minister Zalm zijn verbazing geuit over het optreden van de minister in het programma Buitenhof op Nederland 3.

Minister Zalm heeft met zijn verwijt aan de gemeenten slechts naar een deel van de nieuwe wet over de OZB-tarieven gekeken. De nieuwe wet, die per 1 januari van kracht is, regelt niet alleen het maximum van de verhoging, maar ook de ontheffingsmogelijkheden. Weliswaar hadden de gemeenten volgens die wet voor 15 november de ontheffing moeten aanvragen, maar toen was de wet nog niet aangenomen. Dus konden zij dat wettelijk niet doen. Ook konden de provincies daarom die aanvragen niet beoordelen. Het is onjuist om een wet met terugwerkende kracht van toepassing te verklaren, terwijl de daarin genoemde termijn om aanpassingen aan te vragen al voorbij is.

Het IPO wil dat de gemeenten hier niet door worden gedupeerd. Dat is eenvoudig te doen door voor 2006 de beperkte overschrijdingen van slechts een klein aantal gemeenten te accepteren of tot 15 maart de gemeenten nog de mogelijkheid te bieden een beroep te doen op de ontheffing. De provincie zou dan tot uiterlijk 15 april over de aanvragen kunnen beslissen. Het IPO vindt dat de minister, juist met de gemeenteraadsverkiezingen in het verschiet, zorgvuldiger had moeten zijn.

De negen Noord-Hollandse gemeenten die (ten onrechte) stonden vermeld op de lijst van Zalm: Bennebroek, Castricum, Den Helder, Diemen, Haarlem, Naarden, Wormerland, Waterland en Wieringen.

Jeannette Duin