Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op vragen van Schippers en Dezentjé Hamming over de nieuwe Zorgverzekeringswet voor kinderen tot 18 jaar

Kamerstuk, 20-2-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DBO-K-U-2658372

20 februari 2006

Antwoorden van minister Hoogervorst op vragen van het Kamerlid Schippers en Dezentjé Hamming (beiden VVD) over de nieuwe Zorgverzekeringswet voor kinderen tot 18 jaar (2050607360).

Vraag 1
Kunt u bevestigen dat in de nieuwe Zorgverzekeringswet is vastgelegd dat kinderen tot 18 jaar gratis zijn meeverzekerd?

Antwoord 1
Nee, dat kan ik niet bevestigen.
Onder de Zorgverzekeringswet dient iedere verzekeringsplichtige een eigen zorgverzekering te hebben. Er is geen sprake van meeverzekering. Kinderen tot achttien jaar zijn inderdaad geen nominale premie verschuldigd aan de zorgverzekeraar, maar dat betekent niet dat zij gratis verzekerd zijn. In voorkomende gevallen zijn minderjarige verzekeringsplichtigen wel een inkomensafhankelijke bijdrage verschuldigd. In de Zorgverzekeringswet (Zvw) is net als onder de Ziekenfondswet geregeld dat iedere verzekeringsplichtige een inkomensafhankelijke bijdrage is verschuldigd over het zogeheten bijdrage-inkomen. Het gaat hierbij in principe om alle inkomensbestanddelen die bij de inkomstenbelasting in box 1 in aanmerking worden genomen. Dit geldt óók voor kinderen die nog geen achttien jaar zijn en inkomen hebben. Deze kinderen hebben recht op een volledige vergoeding van de inkomensafhankelijke bijdrage door de werkgever of uitkeringsinstantie.

Vraag 2
Is het u bekend dat kinderen tot 18 jaar, aan wie na overlijden van één van de ouders een nabestaandenpensioen wordt uitgekeerd, over dat pensioen wel 4,4% inkomensafhankelijke bijdrage moeten betalen?

Antwoord 2
Voor een wees met een wezenpensioen van een pensioenfonds is een inkomensafhankelijke bijdrage verschuldigd zonder recht op vergoeding. De bijdrage is 4,4% van het pensioen tot een bedrag van EUR 30.015 bruto per jaar van het totale bijdrage-inkomen. Een wezenpensioen is overeenkomstig de wettelijke bepalingen van de loonbelasting belastbaar loon en valt daardoor onder het bijdrage-inkomen waarover op grond van de Zvw een inkomensafhankelijke bijdrage verschuldigd is. De verschuldigde inkomensafhankelijke bijdrage wordt door het pensioenfonds dat het pensioen betaalbaar stelt, op het pensioen ingehouden en afgedragen aan de Belastingdienst. Deze instantie is niet op grond van de Zvw verplicht om de ingehouden Zvw-bijdrage te vergoeden.
Het gaat hier om private wezenpensioenen die mensen zelf kunnen treffen als extra voorziening naast de nabestaandenuitkering op grond van de Anw. Over de Anw-uitkering is een inkomensafhankelijke bijdrage verschuldigd van 6,5% die vergoed wordt door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Over de vergoeding moet belasting betaald worden.

Vraag 3
Deelt u de mening dat deze groep kinderen langs deze weg ten onrechte wordt aangeslagen voor een deel van de ziektekostenpremie?

Antwoord 3
Nee, die mening deel ik niet. De Zorgverzekeringswet bepaalt dat iedereen die inkomsten heeft (die behoren tot het bijdrage-inkomen) verplicht is de inkomensafhankelijke bijdrage te betalen.

Vraag 4
Bent u bereid de desbetreffende groep vrij te stellen van heffing van deze bijdrage? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4
Nee. Het gaat hier niet om een omissie, maar om een beoogde inhouding.

Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Kant (SP), ingezonden 31 januari 2006, (vraagnummer 2050607220).