WOB-verzoeken
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk : IZ. 2006/269
datum : 10-02-2006
onderwerp : Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 20 februari
2006
bijlagen :
Geachte Voorzitter,
Op 20 februari a.s. vindt in Brussel de volgende vergadering plaats
van de Raad van Ministers voor Landbouw en Visserij van de Europese
Unie. In deze brief informeer ik u over de onderwerpen die op de
agenda staan en de Nederlandse inzet daarbij.
Het is mogelijk dat er nog onderwerpen aan de agenda worden toegevoegd
of juist worden uitgesteld tot een volgende vergadering.
De Raad zal naar verwachting zonder discussie de juridische uitwerking
van het politiek akkoord over de hervorming van de suikermarkt
goedkeuren. De Raad bereikte hierover tijdens de Raad van november
2005 al een politiek akkoord en nu het advies van het Europees
Parlement beschikbaar is, kan een definitief besluit worden genomen.
Dit geldt ook voor de communautaire strategische richtsnoeren voor
plattelandsontwikkeling in de periode 2007-2013, waar het Europees
Parlement waarschijnlijk kort voorafgaand aan de Raad een advies over
uitbrengt. Naast een vervolg op de discussie over het actieplan
biomassa in de afgelopen Raad, wordt gesproken over de deze week
gepresenteerde mededeling over een EU-strategie voor biobrandstoffen.
Verder zal een eerste gedachtewisseling worden gehouden over het
actieplan dierenwelzijn en onder diversen informeert de Commissie de
Raad over de ontwikkelingen op het gebied van aviaire influenza, de
WTO-onderhandelingen en de samenwerking inzake landbouwonderzoek. Tot
slot hebben Denemarken en Zweden de illegale aanvoer van kabeljauw uit
de Barentszee op de agenda geplaatst.
Akkoord suikerhervorming
(Aanname)
Het politiek akkoord dat de Raad op 22 november 2005 bereikte over de
hervorming van de suikermarkt is de afgelopen maanden in juridische
teksten uitgewerkt. Inmiddels is ook het advies van het Europees
Parlement beschikbaar, dat nodig is voor een formeel besluit.
Ik heb de Kamer reeds in een eerder stadium geïnformeerd over het
onderhandelingsresultaat (Kamerstukken 2005-2006 28 625 / 21 501-32,
nr. 29 en 2005-2006 29 246, nr. 9). Naar mijn oordeel is het politiek
akkoord van november, dat op mijn instemming kon rekenen, op juiste
wijze vertaald in de wetsvoorstellen die nu voor aanname voorliggen.
Er is overigens geen inhoudelijke discussie voorzien.
Strategische richtsnoeren plattelandsontwikkeling
(Aanname)
Over de Europese strategische richtsnoeren voor
plattelandsontwikkeling in de periode 2007-2013 bereikte de Raad
eveneens al in november 2005 een politiek akkoord. Omdat ook voor dit
dossier het advies van het Europees Parlement toen nog niet
beschikbaar was, moet de Raad nog een formeel besluit nemen. Het
advies wordt kort voor de Raad verwacht. In november heb ik mijn steun
uitgesproken voor het politiek akkoord (Kamerstuk 2005-2006, 21
501-32, nr. 147) en ik zal dat opnieuw doen. Over dit voorstel is
evenmin een inhoudelijke discussie voorzien.
Bio-energie
(Oriënterend debat)
Tijdens de Raad van 23 januari jl. heeft de Raad een eerste
oriënterend debat gevoerd over het recent gepresenteerde actieplan
voor biomassa. Dit actieplan heeft als doel het gebruik en de
ontwikkeling van energie uit biomassa te stimuleren. In dit kader
wordt onder meer de hectarepremie voor energiegewassen geëvalueerd en
wordt bekeken hoe de richtlijn dierlijke bijproducten een betere
bijdrage kan leveren aan de productie van biobrandstoffen. Ook is de
Commissie voornemens te kijken naar de bijdrage die de bosbouw aan de
productie van biomassa kan leveren. In het actieplan wordt bovendien
verwezen naar een Europese strategie voor biobrandstoffen. De
Commissie heeft hierover deze week een mededeling gepresenteerd. De
Commissie formuleert daarin enkele doelstellingen, waaronder het
stimuleren van de productie en gebruik van biobrandstoffen in de EU.
Daarbij stelt zij dat dit een belangrijke bijdrage kan leveren aan de
Lissabon-strategie. Daarnaast moet de grootschalige toepassing van
biobrandstoffen worden bevorderd. Onderzoek en innovatie naar zowel de
eerste als de tweede generatie biobrandstoffen zijn daarbij
sleutelwoorden. Tot slot wil de Commissie onderzoeken welke kansen
biobrandstoffen bieden voor ontwikkelingslanden (onder meer in het
licht van de suikerhervorming) en welke rol de EU kan spelen bij de
duurzame productie ervan. De Raad zal over beide voorstellen van
gedachten wisselen.
In grote lijnen onderschrijf ik de aanpak zoals de Commissie die in
beide mededelingen uiteenzet. De inzet van biomassa voor energie en
als groene grondstof voor chemicaliën en materialen vormt een
belangrijk thema binnen het transitieproces naar een duurzame
energievoorziening, dat het kabinet heeft geïnitieerd.
Het is bovendien goed dat de Commissie de problemen in de EU op dit
terrein in kaart brengt en een aantal ervan naar zich toetrekt. De
inhoud van het actieplan biomassa is vooralsnog echter weinig
concreet. Ook de Europese strategie voor biobrandstoffen kan ik op
hoofdlijnen ondersteunen. Zo sluiten de plannen van het kabinet om met
ingang van 2007 de bijmenging van 2% biobrandstoffen verplicht te
stellen, goed aan bij het voorstel om het gebruik van biobrandstoffen
te stimuleren. Ten aanzien van bio-energie in het algemeen geldt dat
er voor de productie van eerste generatie biobrandstoffen (zoals
koolzaad) in Nederland weinig perspectief is. Op de middellange
termijn wordt meer verwacht van de tweede generatie biobrandstoffen
(uit houtachtige biomassa) die een veel hoger energierendement heeft.
Bovendien bieden deze nieuwe biobrandstoffen meer perspectief voor
productie in Nederland door middel van de verwerking van agrarische
rest- en afvalstromen.
Actieplan dierenwelzijn
(Gedachtewisseling)
Vorige maand heeft Commissaris Kyprianou zijn actieplan voor
dierenwelzijn gepresenteerd. Het plan, dat de periode 2006-2010
beslaat, onderscheidt vijf belangrijke aandachtsgebieden. Allereerst
streeft de Commissie naar minimum welzijnsnormen voor
landbouwhuisdieren waarvoor op dit moment slechts algemene
welzijnsregels bestaan. Daarbij gaat het onder meer om vleesvee,
melkkoeien en schapen. Ook zet Kyprianou in op een reductie en
verfijning van dierproeven. Een derde actiepunt is de ontwikkeling van
dierenwelzijnsindicatoren. Verder zal de Commissie inzetten op
verbetering van informatie aan de consument en tot slot wordt
gestreefd naar het opzetten en ondersteunen van initiatieven om te
komen tot een hoger mondiaal dierenwelzijnsniveau.
Mijn inzet is om een stimulerende rol te spelen bij de verdere
ontwikkeling van het Europese dierenwelzijnsbeleid. Ik vind het in dat
opzicht verheugend dat de Commissie van plan is
dierenwelzijnsindicatoren te ontwikkelen. Dit opent namelijk de weg
naar de door Nederland gewenste doelvoorschriften. Onderzoekers in
Nederland verrichten hier momenteel intensief onderzoek naar en vanuit
die invalshoek zal ik bekijken hoe wij de Commissie kunnen
ondersteunen. Wel ben ik van mening dat het actieplan op een aantal
punten scherper en concreter kan worden geformuleerd. Zo ontbreken
plannen om ingrepen zoals de castratie van beerbiggen aan regels te
binden. Ook zijn geen plannen opgenomen om minimum welzijnsnormen voor
bijvoorbeeld konijnen, nertsen en vissen te ontwikkelen. Tot slot meen
ik dat vanuit het oogpunt van een gelijk Europees speelveld meer
aandacht moet uitgaan naar harmonisering van het controle- en
sanctiebeleid.
Diversen
a) Aviaire influenza
(Informatie van de Commissie)
Commissaris Kyprianou zal de Raad informeren over de laatste
ontwikkelingen op het gebied van aviaire influenza.
b) Illegale aanvoer van kabeljauw uit de Barentszee
(verzoek Denemarken en Zweden)
Denemarken en Zweden vragen aandacht gevraagd voor de problematiek van
illegale aanvoer van kabeljauw uit de Barentszee. Gelet op de aanvoer
van grote hoeveelheden illegaal gevangen kabeljauw in havens van de
Gemeenschap, vragen beide landen om verscherping van de
aanlandingscontrole en om een betere uitwisseling van informatie
tussen lidstaten en derde landen. Vermoedelijk zullen zij tevens de
Commissie verzoeken om bij de Russische autoriteiten aan te dringen op
betere controle en inspectie in de Barentszee. Nederland is een warm
pleitbezorger van maatregelen tegen illegale visserij. Ik zal het
verzoek van Denemarken en Zweden dan ook steunen.
c) WTO-onderhandelingen
(Informatie van de Commissie)
Commissaris Fischer Boel zal de Raad informeren over de voortgang van
de WTO-onderhandelingen.
d) Samenwerking op het gebied van landbouwonderzoek
(Informatie van de Commissie)
De Commissie zal de Raad informeren over de werkzaamheden van het
permanente comité voor landbouwkundig onderzoek, dat zich de afgelopen
maanden onder meer heeft bezig gehouden met het bevorderen van de
samenwerking tussen onderzoeksfinanciers in de EU. Dit is een
onderwerp dat ik tijdens het Nederlandse voorzitterschap op de agenda
heb gezet en ik zal dan ook met belangstelling kennisnemen van de
informatie van de Commissie.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit