onroerendezaakbelastingen
Aantal gemeenten hanteert te hoog tarief onroerendezaakbelastingen
19 februari 2006
OZB-formulieren (foto ANP) Een aantal gemeenten heeft voor 2006 hogere
tarieven voor de onroerendezaakbelastingen (OZB) vastgesteld dan
wettelijk is toegestaan. Minister Remkes van BZK en minister Zalm van
Financiën hebben de betrokken gemeenten er in een brief op gewezen dat
deze tarieven niet rechtsgeldig zijn. Alleen als vorig jaar ontheffing
is verkregen van de provincie mag worden afgeweken van de gestelde
maxima voor deze tarieven. Deze zijn vastgelegd in de wet afschaffing
gebruikersdeel OZB op woningen, die op 1 januari 2006 in werking is
getreden. De desbetreffende gemeenten zullen de tarieven opnieuw
moeten vaststellen. De maximering houdt in dat bepaalde tarieven met
niet meer dan 2% mogen stijgen ten opzichte van 2005 en aan een
maximale hoogte zijn gebonden.
De gemeenten die een brief van beide ministers hebben ontvangen zijn:
1. AA en Hunze
2. Apeldoorn
3. Bedum
4. Bernisse
5. Berkelland
6. Breda
7. Bennebroek
8. Binnenmaas
9. Buren
10. Cranendonck
11. Castricum
12. Cuyk
13. Den Helder
14. Dinkelland
15. Doetinchem
16. Dronten
17. Deurne
18. Diemen
19. Doesburg
20. Goes
21. Gilze Rijen
22. Haarlem
23. Kessel
24. Kollumerland
25. Lingewaard
26. Lith
27. Leusden
28. Liesveld
29. Maasbracht
30. Middelburg
31. Neerijnen
32. Nijkerk
33. Naarden
34. Noordoostpolder
35. Oldebroek
36. Oude IJsselstreek
37. Pekela
38. Roermond
39. Stein
40. Sevenum
41. Skasterlan
42. Tytsjerksteradiel
43. Tilburg
44. Thorn
45. Ubbergen
46. Urk
47. Vlist
48. Veendam
49. Vught
50. Vlieland
51. Woerden
52. Wassenaar
53. Woudrichem
54. Wormerland
55. Waterland
56. Westland
57. Wieringen
58. Zoetermeer
59. Zutphen
60. Zaltbommel
61. Zeist
62. Zevenhuizen
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties