Ministerie trekt 300 miljoen uit voor spoordoorsnijdingen
Minister Peijs trekt EUR 300 miljoen uit om knelpunten als gevolg van
spoordoorsnijdingen in gemeenten op de lossen. Daarvoor is de
`Regeling eenmalige uitkering spoorse doorsnijdingen' opgesteld.
Gemeenten hebben tot 1 juni 2006 de tijd om een aanvraag voor een
eenmalige bijdrage voor hun plannen in te dienen.
Op heel veel plekken in Nederland doorsnijdt het spoor stedelijk
gebied. Dat is vaak geen probleem. Maar soms ook wel, omdat zo'n
spoorlijn allerlei ruimtelijke ontwikkelingen in de steden tegenhoudt.
Minister Peijs wil, samen met haar collega van VROM, steden
ondersteunen om deze problemen aan te pakken. Minister Peijs heeft
hiervoor een bedrag
van EUR 300 miljoen gereserveerd in de begroting.
Het gaat om een bijdrage die gemeenten moet helpen in de plannen die
zij al hebben. Dit bedrag lost niet alle problemen op maar is wel
voldoende substantieel om de regionale partijen, inclusief het
bedrijfsleven, te prikkelen om met creatieve oplossingen te komen voor
een probleem dat anders misschien blijft liggen. De bijdrage moet
daarmee worden gezien als een soort aanjaagpremie.
Enkel gemeenten die om of aan het spoor gelokaliseerd zijn en hier
hinder van ondervinden komen in aanmerking voor een bijdrage. Het
project moet gericht zijn op het opheffen of verminderen van een
bestaande barrièrewerking door het spoor. De projecten moeten voldoen
aan een aantal criteria om opgenomen te worden in de rangorde en in
aanmerking te komen voor een bijdrage. Het gaat hierbij om de volgende
criteria: Stedelijke bereikbaarheid, kwaliteit leefomgeving,
veiligheid en de effectiviteit van de plannen. Een plan dat voor een
bijdrage in aanmerking kan komen, moet in ieder geval scoren op het
criterium `stedelijke bereikbaarheid' en daarnaast minimaal op een van
de andere criteria.
Om alle gemeenten een gelijke kans geven is een regeling opgesteld:
`Regeling eenmalige uitkering spoorse doorsnijdingen'. Gemeenten die
voor een bijdrage in aanmerking willen komen krijgen tot 1 juni 2006
de tijd een formele aanvraag voor een eenmalige uitkering in te
dienen. De ingediende projecten worden getoetst aan gestelde criteria
en voorwaarden. Na de zomer wordt door het ministerie een rangorde in
de aangedragen projecten aangebracht op basis van een score op de
criteria. Vervolgens wordt een besluit genomen over welke projecten in
aanmerking komen voor een bijdrage en de hoogte ervan. De minister wil
eind 2006 besluiten welke gemeente welke bijdrage krijgt.
Daarnaast wordt een aantal voorwaarden gesteld aan een eventuele
financiële bijdrage. Zo wordt maximaal 25% van de totale kosten
gedekt, met een maximumbedrag van EUR 40 miljoen. Daarnaast moet een
gemeente beschikken over een financieel dekkend plan, waarbij de
ontbrekende middelen moeten komen van andere overheden en/of private
financiers.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat