ChristenUnie
Inbreng Kansspelen via internet donderdag 16 februari 2006 - 14:03
Door: André Rouvoet
De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met gemengde
gevoelens kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel.
Het wetsvoorstel geeft deze leden aanleiding tot een aantal kritische
vragen en opmerkingen.
De meest belangrijke opmerking is uiteraard de voorvraag bij dit
wetsvoorstel. De doelstellingen van het kansspelbeleid (tegengaan van
verslaving, bescherming consument, tegengaan van illegaliteit en
criminaliteit) worden door deze leden tot op zekere hoogte
onderschreven al zou men wat deze leden betreft wel veel verder kunnen
gaan met het tegengaan van deze vorm van windhandel (om de woorden van
de minister van justitie te citeren). De vraag is echter of het
toestaan van kansspelen op internet bijdraagt aan die doelstelling.
Naar het deze leden voorkomt, kan het effect van het voorliggende
voorstel uitsluitend gelegen zijn in het mogelijk wegtrekken van
spelers op de illegale markt naar de legale markt. Maar de illegale
markt als zodanig blijft bestaan. Het toezicht daarop en de
handhavingsinspanningen zullen niet of nauwelijks verschillen met een
situatie waarin kansspelen op internet überhaupt niet zouden zijn
toegestaan. De leden van de fractie van de ChristenUnie zijn daarom
van mening dat de afweging of het doorgang vinden van het voorliggende
wetsvoorstel gemeten naar de doelstellingen van het kansspelbeleid een
goed voornemen zou zijn, afgewogen zou moeten worden met een situatie
waarin kansspelen op internet niet zouden zijn toegestaan. Zij vragen
de minister die nadere afweging nog eens expliciet te maken.
Een vraag die hiermee nauw verband houdt is of het in principe niet
toestaan van kansspelen op internet niet beter, gemakkelijker te
handhaven is dan het onder voorwaarden wel toestaan van kansspelen op
internet. En dat laatste hangt dan weer nauw samen met de vraag of het
Europeesrechtelijk bezien houdbaar is het aantal aanbieders van
kansspelen op internet aan beperkingen te binden zoals in het
wetsvoorstel te voorzien.
Zij vragen ook, hoe de omstandigheid dat het toestaan van kansspelen
op internet hoe dan ook een uitbreiding van het bestaande reguliere
kansspelaanbod betekent, zich verhoudt met de Europese regels die
stellen dat nationaal kansspelbeleid restrictief mag zijn, dus met
uitsluiting van niet vergunninghoudende bedrijven, mits het beleid er
dan ook werkelijk op gericht zal zijn de deelname aan kansspelen te
verminderen. Het voorliggende wetsvoorstel betekent echter een
uitbreiding; geen vermindering van deelname.
Zij uiten deze zorg eens te meer, omdat ook voor het overige, ondanks
de aanscherping die zich de laatste jaren heeft voltrokken, naar hun
oordeel het Nederlandse kansspelbeleid op zijn minst vatbaar is voor
kritiek op de omstandigheid of het beleid nu restrictief zou zijn of
in feite promotioneel. De enorme omvang van reclamegelden en
reclame-uitingen, en het vooralsnog magere effect van bijvoorbeeld
gedragscodes, ondergraven de claim dat het beleid wel degelijk
restrictief zou zijn.
De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen ook aandacht voor
Amerikaans onderzoek, dat in tegenstelling tot het door Motivaction
verrichte onderzoek tot de conclusie komt dat de meerderheid van
internetgokkers wel degelijk problemen heeft met verslaving.
Wellicht niet doordat men vasthangt aan één bepaald spelletje, maar
wel doordat men met regelmaat via het internet aan kansspelen doet, nu
eens dit en nu eens dat. Is er wel sprake van een gedegen
risico-analyse van de kans op verslaving?
Een belangrijke voorwaarde zal hoe dan ook moeten zijn dat je weet,
wie er online speelt. Daartoe is een aantal maatregelen genomen, zoals
off-line registratie met overlegging van IDbewijs. De leden van de
fractie van de ChristenUnie vragen hoe hiermee kan worden voorkomen
dat anderen gebruik maken van het vervolgens overlegde paswoord en de
inlognaam. Is het mogelijk dat een en dezelfde persoon zich zelfs
meermalen registreert, zodat hij een reeks van inloggegevens
vervolgens kan verhandelen? In hoeverre kan er vervolgens toezicht op
zijn dat minderjarigen op deze wijze alsnog deelnemen aan spelen op
internet die eigenlijk aan 18-plussers zijn voorbehouden? Zij
constateren met enige zorg, dat in de MvT zelfs met zoveel woorden
wordt aangegeven dat de gestelde leeftijdsgrens niet sluitend is.
Oudere spelers bepalen zelf een speellimiet. Voor 23-minners wordt
deze in de vergunning vastgelegd. De leden van de fractie van de
ChristenUnie vragen of deze beperking houdbaar is gelet op het
algemene beginsel van het niet toelaatbaar zijn van
leeftijdsdiscriminatie. Het is immers niet op voorhand aantoonbaar dat
risicoverslaving bij jeugdigen groter is dan bij ouderen.
Zij vragen of de talrijke beperkende voorzieningen ten aanzien van
speel en verlieslimieten en dergelijke, uitvoerbaar zijn op het moment
dat er grote aantallen spelers actief zijn. Kan verzekerd worden dat
in dat geval alsnog tijdig waarschuwingen en dergelijke uitgaan en dat
blokkaders op gepaste momenten zullen werken?
De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of de handhaving
van de vergunningvoorwaarden, waaronder de leeftijdsvaststelling en de
identificatie, uiteindelijk bij de vergunninghouder primair blijft
liggen, ook al wordt de identificatie aan derden uitbesteed. Zou het
overigens geen aanbeveling verdienen die identificatie exclusief bij
één der vestigingen van Holland Casino, de beoogde vergunninghouder,
te doen laten plaatsvinden? Een en ander mede om de persoonsgegevens
optimaal te beschermen.
De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen om een nadere
onderbouwing van de stelling dat in feite de toerekening van de
handhavingskosten aan de vergunninghouders, niet of nauwelijks
mogelijk is. Indien dit via de vergunningsleges al niet mogelijk zou
zijn, verdient het dan geen aanbeveling een heffingssysteem in te
stellen die aan de spelers kan worden doorberekend? Het is nu mogelijk
dat invoering van dit voorstel uiteindelijk alleen maar kosten voor de
staat met zich brengt. De mogelijke opbrengst zou immers heel wel ten
koste kunnen gaan van de deelname aan andere legale kansspelen zoals
Holland Casino zelf, waar de staat al in de opbrengst deelt. Graag
hebben deze leden daarom meer inzicht in de daadwerkelijke omvang van
de handhavingskosten.
De leden van de fractie van de ChristenUnie stellen vast dat het
wetsvoorstel de bevoegdheid vershaft aan de minister om een groot
aantal voorschriften aan het spelen via internet te verbinden. Deze
zijn veel uitgebreider en explicieter dan elders in de wet op de
kansspelen. Zij vragen daarom of het voorliggende wetsvoorstel er
aanleiding toe zou moeten vormen om ook bij andere kansspelen zoals
prijsvragen en promotionele kansspelen, de uitdrukkelijke bevoegdheid
en opdracht aan de minister te verschaffen om daaraan voorschriften te
verbinden. Zij stellen vast dat in relatie tot bijvoorbeeld
tv-spelletjes daartoe bepaald aanleiding lijkt te zijn.
_______________________
Disordered Gambling Among University-Based Medical and Dental
Patients: A Focus on Internet Gambling (Onderzoek onder 389 gokkers
door psychologen Dr. George T. Ladd en Dr. Nancy M. Petry,
Universiteit van Connecticut Gezondheidscentrum (20 april 2001), VS)
---