Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Justitie
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Persbericht ministerraad
17 februari 2006

HUISVERBOD BIJ HUISELIJK GEWELD

De ministerraad heeft ingestemd met het voorstel van minister Donner van Justitie en minister Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om burgemeesters de bevoegdheid te geven een huisverbod op te leggen. Het verbod houdt in dat een pleger van huiselijk geweld in beginsel tien dagen zijn of haar woning niet meer in mag en in die periode ook geen contact mag opnemen met de partner of de kinderen. Het kabinet wil met de maatregel het huiselijk geweld verder terugdringen.

Het huisverbod biedt de mogelijkheid om in een noodsituatie te voorzien in een afkoelingsperiode waarbinnen de nodige hulpverlening op gang kan worden gebracht en escalatie kan worden voorkomen. Voor de uithuisgeplaatste kan corrigerende hulpverlening in gang worden gezet. Het huisverbod kan ook worden opgelegd bij kindermishandeling of een ernstig vermoeden daarvan.

Het huisverbod wordt in de vorm van een beschikking uitgereikt, waartegen beroep mogelijk is bij de bestuursrechter. De burgemeester kan afhankelijk van de situatie het huisverbod verlengen tot maximaal vier weken. Een uithuisgeplaatste die zich niet aan het huisverbod houdt, kan maximaal twee jaar gevangenisstraf krijgen of een taakstraf.

Huiselijk geweld vormt een ernstig maatschappelijk probleem. Het kan de vorm aannemen van partner- of relatiegeweld, kindermishandeling en mishandeling van ouderen. Bij de politie worden jaarlijks meer dan 50.000 incidenten gemeld, het werkelijke aantal ligt vermoedelijk veel hoger. Vanaf 1 januari 2004 registreert de politie standaard gevallen van huiselijk geweld. Elke politieregio heeft inmiddels een aandachtsfunctionaris huiselijk geweld en specifiek beleid voor de aanpak van huiselijk geweld.

De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

RVD, 17.02.2006