ipo en vng: 1,8 miljard euro van eu-besparing hoort naar regio
De besparing door de lagere bijdrage van Nederland aan de EU moet voor
een deel direct naar de regionale structuurversterking, hebben IPO en
VNG het kabinet voorgehouden in een gezamenlijke brief. De
kabinetsinspanningen om de nettobetalerpositie van Nederland te
verbeteren, hebben geresulteerd in een lagere EU-begroting en in een
afdracht van één miljard euro minder per jaar vanaf 2007 aan de EU.
Dat betekent wel dat de EU minder geld geeft aan nationale
structuurfondsen en aan het plattelandsontwikkelingsprogramma (fonds
POP-2). In het geval van Nederland is dat voor de structuurversterking
nagenoeg een halvering: van 3,2 miljard euro in de huidige periode
(2000-2006) naar 1,7 miljard van 2007 tot en met 2013. Voor
plattelandsontwikkeling is er 300 miljoen minder beschikbaar.
Het streven van de regering om het rondpompen van geld (van Den Haag
naar Brussel, van Brussel weer naar Nederland) tegen te gaan is
daarmee dus geslaagd. Wel vloeit uit dit succes logischerwijze voort
dat het kabinet de 1,8 miljard euro die het minder krijgt voor
Nederlands regionaal structuurbeleid en POP-2 reserveert op de
besparing. Als het kabinet dit tekort niet uit een deel van de
besparing compenseert, heeft dat negatieve gevolgen voor de
economische structuurversterking die doorwerken in de nationale
sociaal-economische ontwikkeling en voor de Nederlandse bijdrage aan
de ambities van de Europese Unie zoals die zijn verwoord in de
Lissabon-agenda.
Zo wordt het moeilijk om de steun te continueren aan technologisch
innovatieve projecten in het MKB, zoals voor de uiterst moderne oven
in Lelystad waar de Nederlandse boten die deelnemen aan de Volvo Ocean
Race, zijn gebakken en gebouwd.
IPO en VNG hebben hun standpunt in een uitgebreide brief aan
minister-president Balkenende en minister Zalm van Financiën verwoord.
Brief IPO en VNG
Vereniging Nederlandse Gemeenten