Stadsdeel Oost/Watergraafsmeer Amsterdam
In memoriam Ab Caransa
Een rechtvaardige is van ons heengegaan. Die titel mag met recht slaan
op de deze week op 78-jarige leeftijd overleden Ab Caransa.
---
Het leven van deze bijzondere man was bewogen. Al op 14-jarige
leeftijd werd hij met samen zijn vader vanuit de Majubastraat in
Amsterdam op transport gesteld naar Westerbork. Beiden kwamen samen
door Theresienstadt en samen overleefden ze de hel van Auschwitz. In
de bange laatste weken van de oorlogsverschrikkingen in Polen en
Tsjechië liep Ab in de Poolse vrieskou de dodelijke marsen vanuit
Auschwitz naar satellietkampen in de verre omgeving.
Op mij heeft hij een blijvende indruk gemaakt. In 1981 maakte ik voor
de KRO-radio een reportagereis met hem naar Auschwitz, het
verschrikkelijke oord bij Katowice waar hij sinds de bevrijding niet
meer terug was geweest.
Opvallend was de uiterlijk-klinische toon waarop hij mij de plaatsen
wees waar hij als jonge jongen in Ausch-witz verbleef - de barakken,
de latrines, de overblijfselen van de gaskamers - maar ook de plek
waar later Auschwitz-commandant Höss werd opgehangen. Ik verwonderde
me over de gereserveerde kalmte waarmee Ab zijn verhaal deed. Van
emotie was nauwelijks sprake.
Niet veel later terug in Nederland stortte hij in en veranderde zijn
leven. Zijn religieus-joodse wortels waren hem voor die reis opnieuw
evident zichtbaar geworden en hij zette zich enkele jaren later met
veel energie in als secretaris van het Auschwitzcomité.
Aan Ab was vooral de menselijke waardigheid zichtbaar. Ik vroeg mij
vaak af hoe het mogelijk was dat iemand zich vanuit de diepe
geschondenheid van zijn bestaan toch zó kon optillen in een zo milde
visie op zijn medemens. Zeker, Ab Caransa was bij tijd en wijlen
cynisch en kon een enkel moment een gereserveerde koele blik
uitstralen. Maar ik wist dat achter zijn houding huizenhoge emotie
schuilging, de emotie van het grote verdriet.
Ab verpersonifieerde het rechtvaardigheidsgevoel zoals een groot mens
dat kan hebben. Met ontembare energie nam Ab deel aan tal van
maatschappelijke activiteiten en werd hij bestuurslid van talloze
comités en organisaties. Ab had een boodschap, een missie die in wezen
bestond uit de roep om rechtvaardigheid. Hij had in praktisch alle
maatschappelijke debatten waarin de oorlog, de staat Israël of de
sociaal-democratie gemengd was een prompte mening.
Ik vond dat de boodschap die Ab uitdroeg er één was die Ab nooit zelf
kon formuleren: dat was Ab zelf. Ab zelf was de wijze sociaal bewogen
overlevende die in zijn bestaan uitdrukte waar het om gaat: wees
scherp tegen onrecht, sta niet stil tegenover discriminatie, wees
waakzaam en herdenk hen die vielen. Hijzelf was de levende getuige.
In de jaren die volgden was Ab vooral een getuige van zijn tijd. Hij
schreef kronieken en herinneringen in een onstuimige vaart.
'Verzamelen Op Het Transvaalplein' was van die boeken in mijn beeld
het meest indringendst maar ook het meest schrijnend.
Met Ab ben ik nog wel eens door de Majubastraat, de Retiefstraat en
het Transvaalplein in Amsterdam-Oost gelopen om de geschiedenis terug
te halen van een buurt waarin op dat moment praktisch niets meer aan
het Grote Verdriet en het wonen van zoveel joden herinnerde.
Vastbesloten wilde Ab het leven van vòòr de deportatie en de
Hollandsche Schouwburg in geschifte vastleggen. Hierin etaleerde hij
een ander bijzonder talent: hij had een analytische kennis en had
vrijwel zijn hele opleiding en historische kennis op eigen kompas
binnengehaald. Hij wist dat hij geen Presser of Lou de Jong hoefde te
zijn om ook zíjn geschiedschrijving onder de aandacht te brengen.
Vanuit dat perspectief nam Ab Caransa ook de leiding bij de oprichting
van de Pyskowice-Stichting. Gedurende de erbarmelijke marsen in
Zuid-Polen zag hij veel lotgenoten om hem heen dood neervallen. Op de
begraafplaats Pyskowice zag hij de graven van vele Nederlandse
slachtoffers van wie hij de namen zo goed mogelijk opschreef om door
te geven aan Den Haag.
Terug in Nederland bleek het Rode Kruis vele van deze slachtoffers
niet te kunnen aanmerken voor oorlogsgravenvoorziening. Deze
landgenoten kregen aldus ook geen laatste rustplaats vanuit de
Oorlogsgravenstichting. Ab vond dat sowieso al onrechtvaardig maar
zijn gevoel voor onrecht werd pas echt geprikkeld toen hij in de jaren
tachtig bij een bezoek aan Pyskowice vaststelde dat de graven van de
Nederlanders er vervuild en verweesd bijlagen. Hij mobiliseerde een
groep bekenden waaronder de VU-pedagoog prof. Johan van Hulst voor de
Stichting Pyskowice die gelden inzamelde voor de restauratie van de
begraafplaats Pyskowice en de verzorging van de graven. Alleen door
het noeste ijveren van Ab is het gelukt om de naamloze graven van een
naam te voorzien.
Ab en ik zijn na die indringende reis naar Polen in 1981 met elkaar
bevriend geraakt en gebleven. Zijn sociale trouw was hordenhoog.
Sommige vrienden hoef je niet vaak te zien om toch te weten dat ze er
zijn. Ab was zon man. Zijn bestaan was mij al voldoende om te weten
dat er ergens op de wereld rechtvaardigheid leefde. Dat anker is nu
weg. De wereld, wij, hebben oprecht een rechtvaardige verloren. Ab
Caransa leefde ons een menselijk, strijdbaar, sociaal en dapper leven
voor. Zijn naam zij tot ere bij de Allerhoogste.
Gerard
Klaasen
(c) Stadsdeel Oost/Watergraafsmeer - 16 februari 2006