Nederland veronachtzaamt eigen identiteit van strafrecht
Promotie mr. Eefje Verheijen
Er komen steeds meer kaderbesluiten, richtlijnen en verordeningen uit
'Brussel', die Nederland dwingen eigen wetten en regels aan te passen.
Ook op het gebied van het strafrecht. Blijft er dan nog wel iets over
van de waarden die wij zelf belangrijk vinden in ons strafrecht?
Het strafrecht is nauw verbonden met de nationale cultuur. In ons
strafrecht komt een aantal belangrijke waarden tot uitdrukking, zoals
het legaliteitsbeginsel (een nauwkeurige en duidelijke omschrijving
van strafwaardig gedrag) en de ultimum remedium-gedachte (dat dwingt
tot een terughoudende toepassing van het strafrecht). Maar wat blijft
er van deze waarden over, nu Nederland uitvoering moet geven aan
kaderbesluiten, richtlijnen en verordeningen van de Europese Unie
(EU)? Kunnen wij daarbij nog wel onze eigen strafrechtelijke
identiteit behouden?
Dat 'Brussel' mede het Nederlandse strafrecht bepaalt blijkt uit de
huidige strafbaarstelling voor het namaken van euro's. Die is onder
invloed van de EU tot stand gekomen, evenals de aanpak van witwassen
en piraterij. Deze tendens richting een Eurostrafrecht beïnvloedt de
karakteristieken van ons strafrecht. Volgens Eefje Verheijen wordt er
terecht gevreesd voor het behoud van bepaalde Nederlandse waarden. De
besluitvorming binnen de EU met gevolgen voor het nationale strafrecht
neemt immers toe. Maar Nederland is hier zelf debet aan. De
Nederlandse wetgever moet dan ook zelf de verantwoordelijkheid nemen
voor het waarborgen van belangrijke strafrechtelijke karakteristieken.
Dat kan in de eerste plaats door de Europese besluitvorming - beter
dan nu - in de 'Brusselse voorfase' te beïnvloeden. Daartoe is een
duidelijke visie nodig op de inhoud en de grenzen van de bevoegdheden
van de EU en op de rol van nationale strafrechtelijke waarden bij het
omschrijven van strafbaarstellingen in EU-besluiten. Maar ook bij het
omzetten van EU-besluiten, de 'Haagse eindfase', kan dat nog: in deze
fase bestaat ruimte om eigen afwegingen te maken wat betreft de
vormgeving van strafbaarstellingen. Dat gebeurt echter onvoldoende,
concludeert Verheijen: van een daadwerkelijke inzet voor het
waarborgen van strafrechtelijke waarden is nauwelijks sprake. In haar
proefschrift formuleert Verheijen een 'beoordelingsschema', dat
oriëntatiepunten en criteria verschaft om te beoordelen of Europese
invloed op het nationale strafrecht gewenst is, en, zo ja, op welke
wijze Nederlandse strafrechtelijke waarden kunnen worden gewaarborgd.
Zij onderscheidt zes oriëntatiepunten, die als nationale
karakteristieken van het strafrecht waarborging verdienen: het
subsidiariteits-, proportionaliteits- en het legaliteitsbeginsel (met
name het lex certa-beginsel), het schuldbeginsel, de wetssystematiek
en de ultimum remedium-gedachte. Verder onderscheidt zij zes
uitvoeringscriteria, die de oriëntatiepunten operationaliseren.
Gedacht kan worden aan een motiveringsvereiste en aan het criterium
dat het wetsvoorstel zoveel mogelijk moet strekken ter omzetting van
het betreffende Europese besluit. Aan de hand van dit schema kan, in
de context van Europese regelingen die aan het nationale strafrecht
raken, de waarborging van eigen strafrechtelijke waarden plaatsvinden.
Mr. Eefje Verheijen (1978, Melick en Herkenbosch) studeerde Nederlands
recht aan de Universiteit Maastricht (specialisatie strafrecht). Na
haar afstuderen in 2001 werd zij assistent-in-opleiding aan de
Universiteit van Tilburg. Vanaf 1 april 2006 is zij werkzaam als
rechterlijke assistent in opleiding (raio).
Noot voor de pers
Eefje Verheijen promoveert vrijdag 17 februari 2006 om 14.15 uur in de
aula van de Universiteit van Tilburg (Warandelaan 2, Tilburg) op het
proefschrift Nederlandse strafrechtelijke waarden in de context van de
Europese Unie. Naar een beoordelingsschema ter waarborging van
karakteristieken van materieel Strafrecht in de Europese rechtsruimte.
Promotor is prof.mr. J. de Hullu; copromotor mr.dr. F. Kristen. Het
proefschrift wordt uitgegeven door Wolf Legal Publishers
(90-5850-151-5), prijs 40. Journalisten kunnen een exemplaar van het
proefschrift opvragen bij de afdeling Voorlichting en Externe
Betrekkingen van de UvT, tel: 013 - 466 2000, e-mail:
persberichtuvt@uvt.nl. Eefje Verheijen is bereikbaar op 013 - 467
8546, e-mail: e.a.m.verheijen@gmail.com. Persberichten van de UvT
staan ook op internet: www.uvt.nl/persberichten/. Informatie over
deskundigen van de UvT, zie: www.uvt.nl/webwijs/.
UvT Persbericht
Universiteit van Tilburg