16/02/2006
Protocol monitoring zware metalen in voedermiddelen en
toevoegingsmiddelen opgenomen in GMP+:2006.
Bestemd voor: alle GMP+ gecertificeerde ondernemingen en de
certificatie-instellingen
Het bestuur van het Productschap Diervoeder is tijdens haar
bestuursvergadering van 15 februari 2006 akkoord gegaan met het
Protocol Monitoring zware metalen in voedermiddelen en
toevoegingsmiddelen aan het GMP+ certificatieschema diervoedersector
2006 (GMP+:2006). Het gaat hierbij met name om voedermiddelen en
toevoegingsmiddelen van minerale oorsprong.
De RASFF-melding (week 4) omtrent een te hoog gehalte aan cadmium, dat
is aangetroffen in zinksulfaat afkomstig uit China is voor het
Productschap Diervoeder aanleiding om direct tot actie over te gaan en
heeft haar bestuur voorgesteld bovengenoemd protocol te accorderen.
Overigens was het protocol al in voorbereiding, omdat ook in het
verleden gebleken is dat de productveiligheid van deze producten,
veelal door winning uit de bodem, niet afdoende door procesbeheersing
beheerst wordt. De besluitvorming is door de genoemde RASFF-melding
versneld,
Het protocol houdt in, dat alle voedermiddelen van minerale oorsprong
en de toevoegingsmiddelen van de functionele groepen "verbindingen van
sporenelementen"en "bindmiddelen" en "antiklontermiddelen" door de
leverancier of de ontvanger door middel van monstername en analyse
onderzocht dienen te worden op het voldoen aan de normen voor zware
metalen. Partijcontrole is nodig, omdat de aanwezigheid van zware
metalen in deze producten niet goed is te voorspellen. In het protocol
is opgenomen dat iedere partij duidelijk gedefinieerd en
geïdentificeerd dient te worden.
Het protocol is onderdeel van Bijlage 4 "Minimumvoorwaarden Inspectie
en Controle". en zal zo spoedig mogelijk aan deze bijlage worden
toegevoegd. Via deze link is de inhoud van het protocol hierop
vooruitlopend alvast in te zien.
Productschap Diervoeder