D66
Sophie in ´t Veld, D66 Europarlementariër is zeer teleurgesteld over
de uitkomst van de stemming van het Europees Parlement over de
Dienstenrichtlijn:
"Het Europees Parlement heeft de kans om een werkelijke vrije Europese
markt te creëren laten liggen. Ik heb uiteindelijk tegen het voorstel
gestemd, omdat het zodanig was verwaterd dat er van een verbetering
ten opzichte van de huidige situatie geen sprake is. Sterker nog, ik
denk dat wat er nu is aangenomen juist kan leiden tot méér afscherming
van markten, méér protectionisme en méér obstakels voor kleine en
middelgrote bedrijven"
De D66 Europolitica vreest dat wat er nu is aangenomen een juridische
basis schept voor protectionistische praktijken die op dit moment
impliciet verboden zijn. Zoals het afschermen van publieke diensten
voor buitenlandse aanbieders, terwijl binnenlandse aanbieders wel
mogen concurreren.
De essentie van het Land van oorsprongprincipe had volgens Sophie in
´t Veld overeind moeten blijven. Het land van oorsprongprincipe wil
zeggen: als een bedrijf in eigen land aan de voornaamste eisen voldoet
(bijv. t.a.v. vestiging, diplomas, etc), mag het land waar de dienst
wordt geleverd niet opnieuw dezelfde eisen gaan stellen, tenzij daar
zeer specifieke redenen voor zijn. Volgens het oorspronkelijke
voorstel was het aan de Lidstaat om aan te tonen waarom een bedrijf
van de markt geweerd mocht worden. In de Richtlijn aangenomen door het
EP ligt de bewijslast weer bij de bedrijven, zoals nu ook het geval
is.
In ´t Veld: "Het voorstel van de Europese Commissie bevatte naar mijn
mening voldoende garanties voor de bescherming van sociale normen,
milieu-, veiligheids- en gezondheidsnormen. In een globale economie
moeten we de Europese markt versterken, niet fragmenteren en
verzwakken. Onze concurrenten zijn niet Slowakije en Letland, maar de
VS, China, India en Brazilië. Alleen een sterke Europese markt kan die
concurrentieslag aan".
16-2-2006 14:12