D66
Debat : ernstige criminaliteit en overlast in grote steden
Datum : 15 februari 2006 Boris Dittrich, D66
Met een zekere regelmaat verzieken groepen jongeren de sfeer in de
grote steden. Dat is van alle tijden.
Maar er zijn gedragingen die zo ernstig zijn dat er van een fors
probleem sprake is. De groep Nederlandse jongeren van Marokkaanse
komaf in Amsterdam, die dit soort ernstige problemen veroorzaakt,
heeft een harde kern van een man of 200. Behalve dat ze banden lek
prikken, ruiten ingooien, brand stichten, treiteren, mishandelen is
het ronduit zorgwekkend dat hun misdragingen voortkomen uit
onverdraagzaamheid. Ze hebben het vaak op homo's, op joden, op vrouwen
gemunt. En ze hebben zich afgekeerd van onze samenleving. In de krant
lees je dan een reactie van een buurtvader die zegt dat de ouders van
een jongen niet ingrijpen, omdat ze een hekel aan Nederlanders hebben.
Kortom, het gedrag zelf van deze kleine groep is fout en onacceptabel,
en het wordt ook nog eens geïnspireerd door discriminatie en haat. De
effecten ervan zijn dat hele bevolkingsgroepen tegenover elkaar komen
te staan. En dat in de stad, waar de burgemeester als motto heeft : de
boel bij elkaar houden. Het blijkt maar weer dat dat niet een
makkelijke slogan, maar een moeilijke opgave is.
"Eenheid in verscheidenheid" is nog lang niet bereikt.
Het is logisch dat lokale en landelijke politici proberen de problemen
op te lossen en rigoureuze maatregelen voorstellen. De voorzitter van
het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart opperde een jeugdTBS voor de
harde kern. De voorzitter van het Amsterdamse stadsdeel Oud Zuid had
het over het onder toezichtstellen van babies uit de gezinnen met
hangjongeren. De lijsttrekker van D66 in Amsterdam wil de wet
aanpassen om een militaire dienstplicht op te leggen aan de harde
kernjongeren die onverbeterlijk zijn. En wethouder Aboutaleb wil de
mensen die zich niet aan Nederland willen aanpassen, terug laten gaan
naar het land van herkomst.
Er zijn nog veel meer suggesties gedaan.
Vz, er is al heel veel mogelijk. Wat D66 betreft staat preventie
voorop. Dat betekent onder meer goed onderwijs, voorkomen van
schooluitval, voldoende stageplaatsen en werk voor jongeren,
makkelijke toegang tot sportverenigingen en andere positieve
activiteiten, het betrekken van ouders en de sociale omgeving bij de
manier van leven van hun kinderen, het verbeteren van het leefklimaat
in achterstandsbuurten, ook door gevarieerde woningbouw, het
daadwerkelijk op huisbezoek gaan bij zwakke gezinnen, het aanbieden
van opvoedingsondersteuning- en wanneer deze geweigerd wordt-
verplicht stellen, met positieve prikkels, maar ook in het uiterste
geval met sancties etc.etc.
Voorkomen is beter dan genezen.
Maar als sluitstuk kunnen we er niet om heen dat er ook streng en
consequent opgetreden moet worden, als het fout is gegaan.
Daar valt nog wel wat over te zeggen.
Eergisteren nog had de politie in stadsdeel Oud Zuid een fuik opgezet
voor fietsers, die vanwege een wegopbreking een stukje over de stoep
fietsten (van Baerlestraat). De ene na de andere fietser werd op de
bon geslingerd.. Terwijl even verderop in hetzelfde stadsdeel jongeren
in de Diamantbuurt op straat rondhangen, er onvoldoende toezicht is en
de vlam opnieuw in de pan kan slaan. De buurt smeekt om extra toezicht
op straat. Er is iets mis met deze prioriteitstelling. Mensen ergeren
zich daar groen en geel aan. Minister Remkes kan het wel ontkennen,
maar de prestatiecontracten met de politie hebben op straat soms een
funeste uitwerking.
Handhaving van de regels is goed. Maar laat de politie dan die regels
handhaven die er toe doen en die de veiligheid van de burgers
vergroten. In dat kader lijkt me een blow-verbod onzinnig. Het wekt de
indruk van krachtdadig optreden, maar het blowen is niet het probleem,
maar de gedragingen erom heen, zoals vernielingen, wildplassen,
geluidsoverlast etc. Dat kan je aanpakken door stringent toezicht te
houden. Een blowverbod zonder toezicht zet geen zoden aan de dijk en
zal de bewoners die snakken naar vrijheid en rust, alleen maar
teleurstellen.
En hun geloof in de overheid alleen nog maar meer op de proef stellen.
Gek genoeg zijn er regels in ons wetboek die een antwoord zouden
kunnen geven op kwesties van ernstige verstoringen van de openbare
orde en criminaliteit en die toch weinig worden toegepast.
Ik noem de rechterlijke bevelen tot handhaving van de openbare orde,
zoals vermeld in de artt. 540 e.v. Wetboek van Strafvordering. Bij
ontdekking op heterdaad van een strafbaar feit waardoor de openbare
orde ernstig wordt aangetast, kan de rechter meteen een
vrijheidsbenemende maatregel opleggen. En om herhaling te voorkomen
kan de rechter ook bepaalde bevelen opleggen. (art. 543). Hieronder
worden ook gedragsbevelen begrepen.
De bevelen mogen de vrijheid van godsdienst of levensovertuiging niet
beperken, maar verder kan er veel.
Er kan door de rechter-commissaris een meldplicht worden opgelegd, een
straatverbod etc.
Dit artikel moet wellicht wat worden gemoderniseerd, maar het kan een
effectief wapen zijn in de aanpak van harde kernjongeren die ernstige
overlast veroorzaken.
Voordeel is dat de rechter-commissaris nauw samen moet werken met de
politie. Dit kan op basis van een plan dat de burgemeester met de
driehoek heeft gemaakt. Ik geef er de voorkeur aan dat een
rechter-commissaris dit soort bevelen oplegt dan een burgemeester. Die
kan er ook politiek belang bij hebben om op een bepaalde manier op te
treden, terwijl een rechter een bepaalde situatie objectief kan
bekijken. Op dit punt zal ik in tweede termijn een motie indienen,
mochten de ministers dit voorstel afwijzen.
Natuurlijk is de ene groep jongeren de andere niet. Sommige jongeren
uit Curacao groeien hier voor galg en rad op en plegen
verschrikkelijke misdrijven. Denk aan de groepsverkrachtingen.
Consequent en streng optreden is hier het devies. Ook hier moet
gekeken worden naar hoe misdrijven kunnen worden voorkomen. Dan kom je
al gauw bij de opvoeding terecht, op Curacao. D66 juicht het
initiatief van oud-premier Ijs toe om een sociale vormingsplicht op
het eiland in te voeren. Wij vinden het logisch dat voor een adequate
aanpak van het probleem rond deze groep jongeren de situatie op
Curacao en hier in Nederland in samenhang wordt bekeken en dat het
plegen van misdrijven in Nederland ook consequenties kan hebben voor
het verblijfsrecht. Dat heeft niets met discriminatie van
Curacaoenaren te maken, maar met adequaat optreden, in preventieve en
repressieve zin, tegen diegenen die de wet overtreden.
Conclusie : niet elk nieuw incident moet leiden tot het verzinnen van
nieuwe maatregelen. Consequente handhaving van wat er al is, dan wel
het wat moderniseren van bestaande regels verdient de voorkeur.
Wat D66 betreft een sterke nadruk op preventie.
16-2-2006 14:58