Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Toezending 'Algemeen rapport uitvoering AWBZ 2004' van het CTZ

Kamerstuk, 15-2-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

Z/M-2651854

15 februari 2006

Hierbij doe ik u het Algemeen rapport uitvoering AWBZ 2004 van het College toezicht zorgverzekeringen (CTZ) toekomen. Het rapport, dat is uitgebracht in oktober 2005, bevat een samenvatting van de bevindingen van het CTZ-onderzoek naar de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de AWBZ. Het laat zien dat de uitvoeringsorganen AWBZ, het CAK-BZ en de zorgkantoren de AWBZ in 2004 gemiddeld op voldoende tot ruim voldoende wijze hebben uitgevoerd. Apart bezien scoren de uitvoeringsorganen een `voldoende', het CAK-BZ een `goed' en de zorgkantoren een `ruim voldoende'. Er was één concessiehouder die een `matig' scoorde. Deze scores laten een verbetering zien ten opzichte van 2003. Daar ben ik verheugd over. Ik wil dan ook mijn waardering hier voor uitspreken. Echter er is nog ruimte voor verdere verbetering. De scores `goed' en zelfs `zeer goed' zijn hierbij mijn streven.

In deze brief ga ik nader in op de uitkomsten van het rapport en de vervolgacties die daaruit voortvloeien.

De zorgkantoren hebben over 2004 verantwoording afgelegd over de uitvoering van de AWBZ, via een uitvoeringsverslag, een financiële verantwoording en een rechtmatigheids-verantwoording. De financiële verantwoording en de rechtmatigheidsverantwoording gaan beide vergezeld van een accountantsverklaring. Het CTZ heeft ook zelf onderzoek verricht naar de uitvoering van de AWBZ. Deze onderzoeken richten zich op de wijze waarop zorgkantoren misbruik en oneigenlijk gebruik hebben bestreden en hoe de zorginkoop vorm werd gegeven. Ik ben tevreden over deze wijze van verantwoording. De vergroting van de transparantie en duidelijkheid die dit opleverde, juich ik toe. De verantwoordingsverslagen van de zorgkantoren vormen de basis voor de beoordeling van het functioneren door het CTZ. In 2003 heeft het CTZ in samenwerking met de zorg-kantoren een begin gemaakt met het toepassen van prestatiemeting. Voor 2004 heeft het CTZ het normenkader uitgebouwd en verfijnd om zo tot een systeem van prestatiemeting te komen dat gelijk is aan het systeem voor de ZFW. Bij de meting in 2004 stonden 4 resultaatsgebieden centraal: zorg, kostenbeheersing, bedrijfsvoering en administratie, en kwaliteit van de verantwoordingsinformatie. Prestatiemeting maakt de beoordeling van zorgkantoren transparanter en objectiever, wat hen moet simuleren tot betere uitvoering van de AWBZ.

Hoewel de zorgkantoren in 2004 wederom beter hebben gepresteerd, blijkt uit het rapport dat de uitvoering op een aantal punten met spoed moet verbeteren. Vooral daar waar het over 2003 voorgeschreven verbeteracties betreft, die in 2004 nog niet (geheel) waren afgerond. In enkele gevallen was dit voor het CTZ aanleiding om een aanwijzing te geven. Het ging hierbij om verbeteringen in de processen rond eigen bijdragen, administratieve organisatie en interne controle, en misbruik en oneigenlijk gebruik. De betreffende zorgkantoren moeten zich over de opvolging van de aanwijzing, en daarmee het realiseren van de verbeterpunten, verantwoorden in het uitvoeringsverslag en de financiële verantwoording 2005.

Verder noemt het CTZ als verbeterpunten:
1. De monitoring van de continuïteit van de zorgverlening moet gericht zijn op het tijdig opsporen ("early-warning"), analyseren, bespreekbaar maken en beïnvloeden van mogelijke problemen in het functioneren van zorginstellingen. Door meer inzicht te krijgen in de concernverhoudingen, het toepassen van een risicoanalyse mede op basis van productiegegevens en het gestructureerd opvragen van tussentijdse informatie bij zorginstellingen, moet deze monitoring verbeteren. Gezien het belang van continuïteit van de zorgverlening zal het CTZ bij het rechtmatigheidsonderzoek 2005 meer in detail aandacht besteden aan een goede monitoring hiervan. Uiterlijk april 2006 zullen het CVZ en CTZ een handreiking uitbrengen over de wijze waarop zorgkantoren de financiële posities van zorginstellingen kunnen volgen en de acties die zij op basis daarvan zonodig kunnen nemen.
2. Hoewel de zorgkantoren gemiddeld in voldoende mate uitvoering hebben gegeven aan de materiële controles, moeten de controles gericht op de daadwerkelijke en terechte levering van zorg verbeteren. Dit begint bij het in continuïteit controleren van verstrekkingen op basis van een risicoanalyse. De controleresultaten moeten adequaat worden vastgelegd en verwerkt in managementinformatie. Bovendien moet scheiding tussen de inkoop- en controlefunctie scherper worden. Voor verbetering van deze punten heb ik vanaf 2006 structureel een bedrag van EUR 3,1 miljoen beschikbaar gesteld.
3. De oplegging van de eigen bijdrage is in belangrijke mate verbeterd. Toch signaleert het CTZ in het rapport nog verbetermogelijkheden op het punt van het tijdig opleggen van zowel voorlopige als de definitieve eigen bijdragen, het intern waarborgen van de juistheid en volledigheid van de op te leggen en opgelegde eigen bijdragen, en het voeren van adequate inningsprocedures. 4. Het afrekenen met zorgaanbieders moet verbeteren. Zorgkantoren moeten vooral meer inspanningen verrichten om aan het eind van het jaar te komen tot een betrouwbare rekening-courant verhouding met de zorgaanbieders. Tijdige indiening van de nacalculaties van zorgaanbieders bij het CTZ/ZAio speelt daarbij een belangrijke rol.

Het CTZ blijft de ontwikkeling van deze verbeterpunten intensief volgen. Zij behoren tot de speerpunten in het toezicht van het CTZ. Het bedrag van de onrechtmatige ontvangsten en uitgaven bleef in 2004 beperkt tot EUR 2 miljoen. Dit is 0,01% van het totaal van de schaden AWBZ. Het betrof voornamelijk het te weinig opleggen van eigen bijdragen.

Het CTZ voert naar aanleiding van de geconstateerde punten met de verschillende concessiehouders gesprekken over verbeteringen. Met de concessiehouder die matig scoorde is in 2005 intensief overleg gevoerd door het CTZ. Deze concessiehouder heeft in 2005 extra inspanningen geleverd die geleid hebben tot de benodigde verbeteringen. Ik ondersteun deze aanpak van het CTZ.

De concessies van alle zorgkantoren heb ik met ingang van 1 januari 2006 met drie jaar verlengd. Ik heb u hierover bij brief van 9 december 2005 (vergaderjaar 2005-2006, kamerstuk 26 631, nr. 158) bericht. Bij deze nieuwe aanwijzing heb ik de prestaties die zorgkantoren in 2004 hebben geleverd zorgvuldig gewogen. De inzet en prestaties van de zorgkantoren stemmen mij positief. Ik ga er vanuit dat de zorgkantoren zich ook de komende tijd blijven inspannen om de benodigde verdere verbeteringen snel te realiseren.

Het financieel verslag van het College voor zorgverzekeringen over het beheer van de Algemene Kas en het Algemeen Fonds over het verantwoordingsjaar 2004 zend ik u separaat toe.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

drs. Clémence Ross-van Dorp

Documenten


* Algemeen Rapport Uitvoering AWBZ 2004 (nieuw venster) Kamerstuk | 1-2-2006 (pdf, 41 pag., 119 kB)