Ministerie van Economische Zaken

Persbericht

15 februari 2006

Brinkhorst pleit voor meer vraagsturing en minder toegangsdrempels in het hoger onderwijs


De roep om maatwerk, de individualisering en de achterblijvende kwaliteit van
het Nederlandse onderwijsbestel nopen tot meer vraagsturing en minder toegangsdrempels
in het hoger onderwijs. Dat zei minister van Economische Zaken Laurens Jan Brinkhorst
vandaag in een redevoering voor de Economische Faculteit van de universiteit Groningen. `Het toekomstig
hoger onderwijs zal - in twee woorden - gekenmerkt moeten worden door toegankelijkheid
en excellentie´, aldus Brinkhorst.


Minder toegangsdrempels en meer vraagsturing in het hoger onderwijs heeft emancipatie
van de afnemers - de studenten - ten opzichte van de aanbieders - hogescholen
en universiteiten - tot gevolg. De toegankelijkheid van de instellingen voor potentieel
talent wordt groter, er ontstaat meer autonomie voor kennisinstellingen en meer
dynamiek en vernieuwing en daardoor verbetering van de kwaliteit. Bovendien is
er sprake van een doeltreffender inzet van publieke middelen volgens Brinkhorst.
Minder regels en meer kwaliteit; minder grote gemene delers en meer diversificatie;
dat is wat er moet gebeuren. Brinkhorst juicht het toe dat op dit moment wordt
geëxperimenteerd met collegegelddifferentiatie en met selectie aan de poort. Daarnaast
moet het onderwijs zich veel meer richten op de student. Dat houdt in dat de keuze
van de student ook bepalender moet worden voor waar het publieke onderwijsgeld
heengaat. Brinkhorst denkt dat dit kan door opleidingen meer kostendekkend te
maken en tegelijkertijd studenten in staat te stellen deze opleidingen te volgen
door de introductie van een sociaal leenstelsel.


De leeftijdsgrens hiervoor zou duidelijk hoger moeten liggen dan 30 jaar, zodat
ook iets oudere mensen de mogelijkheid hebben (bij) te studeren en de pluriformiteit
van de studentenpopulatie verbetert.

Meer vraagsturing hoeft niet te betekenen dat er een wildgroei aan populaire
studies ontstaat. De Nederlandse accreditatie-organisatie en de onderwijsinspectie
bewaken immers de kwaliteit van het hoger onderwijs. Daarnaast vertrouwt Brinkhorst
er op dat mensen een rationele afweging maken, als zij via een opleiding in zichzelf
investeren.

Brinkhorst voorziet dat wanneer het hoger onderwijs steeds meer op een `normale´
economische sector gaat lijken, het overheidstoezicht daar een afspiegeling van
zal zijn. De NMa zal dan namens de overheid toezien op eerlijke concurrentie ten
bate van de consument, waarbij prijsafspraken en kartelvorming bestraft zullen
worden.


Meer informatie

Voor journalisten: Paula de Jonge, persvoorlichter, telefoon (070) 379 75 52,
e-mail: A.T.M.deJonge@minez.nl De tekst van de speech is ook te lezen op www.ez.nl (kies actueel en vervolgens toespraken).