Ministerie van Financiën

Brief over plan Vereniging Eigen Huis voor starters

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-GeneraalPostbus 200182500 EA 'S-GRAVENHAGE

DatumUw brief (Kenmerk)Ons kenmerk
15 februari 2005VROM-05-1065
(FIN 0500699)DDB 2006-5U
Onderwerp
Plan Vereniging Eigen Huis: schenkingsvrijstelling voor starters

Op verzoek van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de vaste commissie voor Financiën doe ik u hierbij een afschrift toekomen van mijn antwoord op de brief van Vereniging Eigen Huis te Amersfoort, over schenkingsvrijstelling voor starters, gedateerd 1 december 2005. Hoogachtend,

de Staatssecretaris van Financiën,
mr.drs. J.G. Wijn

Vereniging Eigen HuisT.a.v. mw. M.E.C. PernotPostbus 7353800 AS AMERSFOORT

DatumUw brief (Kenmerk)Ons kenmerk
BRF_07526_EPE_DISECDDB 2005-00094 U
Onderwerp
Plan Vereniging Eigen Huis: schenkingsvrijstelling voor starters

Geachte mevrouw Pernot,
Met belangstelling heb ik kennisgenomen van uw bovenvermelde brief, waarin u aandacht vraagt voor een fiscale mogelijkheid om starters op de woningmarkt de kans te bieden een betaalbare woning te kunnen kopen. U constateert terecht dat er voor starters onvoldoende woningen beschikbaar zijn. Het gevolg van dit krappe aanbod is een hoog prijsniveau en dat maakt voor velen een eigen woning onbereikbaar. De oplossing voor het probleem waarmee starters geconfronteerd worden, ligt dan ook in de eerste plaats in een verruiming van het woningaanbod. Het ligt dan ook niet voor de hand in de huidige woningmarkt de vraag naar woningen verder fiscaal te stimuleren. Dit zou bij een gelijkblijvend aanbod enkel tot prijsstijgingen leiden. In uw brief doet u een voorstel tot het introduceren van een vrijstelling voor schenkingen binnen familiekring aan koopstarters tot een maximaal bedrag van ¤ 250.000 om voor deze groep een eigen woning betaalbaar te maken. Een dergelijke maatregel zal naar mijn mening echter niet of nauwelijks een bijdrage leveren aan een oplossing voor het probleem waarmee starters te kampen hebben. De beoogde doelgroep, koopstarters met onvoldoende middelen, wordt immers niet bereikt. Het grootste deel van de bevolking zou het voorgestelde bedrag van maximaal ¤ 250.000 mogelijk wel aan hun kinderen willen geven, maar heeft bij benadering niet de middelen om dat ook daadwerkelijk te doen. De door u voorgestelde vrijstelling zou in de praktijk een relatief gering belang hebben, zeker gelet op de al bestaande vrijstellingen voor het schenkingsrecht. Zoals u ongetwijfeld weet, zijn er op dit moment wel andere mogelijkheden om voor starters een woning betaalbaar of financierbaar te maken. Hierbij kan gedacht worden aan de garantstelling van een ouder voor zijn kind. Banken hebben een hypotheekvorm ontwikkeld die aansluit bij de behoeften van deze groep. Verder bestaat natuurlijk de mogelijkheid voor starters om van hun ouders geld te lenen ter financiering van hun woning. Daarnaast kunnen de ouders hun kinderen uiteraard met schenkingen ondersteunen. Voor deze schenkingen geldt (in 2006) een vrijstelling van ¤ 4.342 per jaar. Bovendien bestaat de mogelijkheid voor ouders om eenmalig een bedrag van ¤ 21.700 (in 2006) belastingvrij te schenken als het kind tussen de 18 en 35 jaar is. Een en ander overziend, verwacht ik niet dat de door u voorgestelde faciliteit een bijdrage van betekenis zal leveren aan de oplossing van het probleem waarmee starters op de woningmarkt te maken hebben, te weten de krapte van het woningaanbod voor starters. Ik vertrouw erop u voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend,
De staatssecretaris van Financiën,
mr.drs. J.G. Wijn