Raad voor Werk en Inkomen
Nieuws
Den Haag, 15 februari 2006
RWI: bescheiden toename inschakeling uitkeringsgerechtigden in
seizoenarbeid
Hoewel de resultaten beter waren dan de jaren daarvoor, bleek het ook
in 2005 moeizaam om Nederlandse uitkeringsgerechtigden in te schakelen
in de seizoenarbeid. De Raad voor Werk en Inkomen (RWI) concludeert
dit na een voorlopige evaluatie van de verschillende initiatieven om
mensen met een uitkering aan de slag te krijgen in de land- en
tuinbouw.
Ondanks de nog bescheiden resultaten ziet de RWI voldoende redenen
voor betrokken partijen om dergelijke projecten voort te zetten. De
RWI heeft zijn tussenrapportage aan staatssecretaris Van Hoof van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangeboden. Rond de zomer komt de RWI
met een eindevaluatie van de projecten in de seizoenarbeid.
Het Project Seizoenarbeid van CWI en LTO behaalde met 1011 plaatsingen
in 2005 een beter resultaat dan in 2004 (287 plaatsingen). De RWI
constateert dat dit project voorziet in de behoefte aan bemiddeling
tussen vraag naar en aanbod van seizoenarbeid. Het aantal plaatsingen
van WW-gerechtigden via dit project is aanzienlijk gestegen: van 162
in 2004 naar 621 in 2005. Het aantal geplaatste bijstandsgerechtigden
steeg van 28 in 2004 naar 164 in 2005.
Van de door de RWI geïnitieerde pilots om te testen of het via een
detacheringsconstructie mogelijk is om bijstandsgerechtigden in te
schakelen in de seizoenarbeid, is alleen die in de regio Den
Haag/Westland voorlopig afgerond. In Noord-Holland Noord (Alkmaar en
Hoorn) en in de regio Venlo lopen de proefprojecten nog.
Uit de tussenrapportage blijkt dat de detacheringsconstructie een goed
instrument kan zijn voor de verschillende partijen om
bijstandsgerechtigden in te zetten in seizoenarbeid. Voorwaarde is wel
dat de kandidaten goed op het werk worden voorbereid, zodat snelle
uitval wordt voorkomen.
De RWI vindt de tussenstand van ongeveer 30 personen die via de drie
pilots daadwerkelijk gewerkt hebben `vooralsnog beneden de
verwachtingen'. Dit ondanks het feit dat de score van de pilots met de
detacheringsconstructie - die in de loop van 2005 gestart zijn -
inmiddels hoger is dan het landelijke totaal aantal plaatsingen van
bijstandsgerechtigden over heel 2004.
Een oorzaak van de nog tegenvallende resultaten is onder andere dat
veel bijstandsgerechtigden niet direct inzetbaar blijken te zijn. Maar
naast de nog bescheiden resultaten constateert de RWI ook enkele
gunstige neveneffecten van de projecten in 2005. Zo behoort de
maatschappelijke berusting in het feit dat seizoenarbeid per definitie
geen passende arbeid voor uitkeringsgerechtigden zou zijn, nu tot het
verleden.
Daarnaast signaleert de RWI dat als gevolg van zijn voorstellen en in
de slipstream van de landelijke projecten, bij verschillende gemeenten
(waaronder Almere, Dordrecht, Roosendaal) en het UWV initiatieven tot
stand zijn gekomen om cliënten naar een baan in de agrarische
seizoenarbeid te geleiden. Een ander bijeffect is dat door de
maatschappelijke aandacht voor deze problematiek meer
uitkeringsgerechtigden zich langs andere weg op de arbeidsmarkt lijken
te melden. Ten slotte constateert de RWI dat de initiatieven van vorig
jaar geleid hebben tot een intensievere samenwerking tussen de
verschillende betrokken (overheids)instanties en dat met name
deelnemende gemeenten beter zicht hebben gekregen op de samenstelling
van hun cliëntenbestand.
Klik hier voor De Tussenrapportage `Monitoring en evaluatie
seizoenarbeid' (PDF bestand 580 KB)
De Raad voor Werk en Inkomen is het overlegorgaan van werkgevers,
werknemers en gemeenten. De RWI doet voorstellen aan de regering over
het brede terrein van werk en inkomen. Doel van deze voorstellen is
een goed functionerende arbeidsmarkt te bevorderen. Het vergroten van
de transparantie van en het verbeteren van de kwaliteit op de
reïntegratiemarkt behoort eveneens tot de kerntaken van de RWI.
Voor de redactie,