Unicef



Papoea-Nieuw-Guinea: praten over huiselijk geweld is taboe 15 februari 2006, Port Moresby - Kinderen die dagelijks lijden onder geweld. Unicef schat dat het er op Papoea-Nieuw-Guinea zo'n 1 miljoen zijn. Een van de problemen is dat (seksueel) geweld categorisch wordt doodgezwegen. Vrouwen nemen zelf het voortouw om een mentaliteitsverandering op gang te brengen.

Margaret Yom en Anna Aina van het opvanghuis in Morata. In het midden Katrina Deakin.
Margaret Yom en Anna Aina van het opvanghuis in Morata. In het midden Katrina Deakin.

Rhonda heeft twee maanden geleden haar baby verloren. De manier waarop was schokkend. "M'n baby was erg ziek. Ze moest heel erg hoesten en had hoge koorts", vertelt Rhonda, terwijl ze voor zich uitstaart. "Ze moest naar het ziekenhuis, ik ging natuurlijk mee." Ruim twee weken bleef Rhonda aan de zijde van haar kindje. "M'n man kwam geen enkele keer."

Toen hij uiteindelijk kwam, lokte hij Rhonda mee naar huis met de belofte dat daar eten was voor hun zieke kind. Rhonda geloofde hem, maar kwam van een ijs- en ijskoude kermis thuis. "Toen we thuiskwamen verkrachtte hij me." Het was het slotakkoord van vijf jaar huiselijk geweld. Toen ze eindelijk terug kon naar het ziekenhuis was haar kindje overleden.

Men weet niet beter...
Het was na een half decennium van pijn, verdriet, maar ook schaamte, de druppel voor Rhonda. Haar geval staat niet op zich. Bij veel van de 800 stammen die Papoea-Nieuw-Guinea telt is geweld 'ingeburgerd'. Er wordt in ieder geval niet over gesproken.

"Men weet niet beter", verzucht Katrina Deakin van de hoofdstedelijke unit voor gemeenschapsbeleid. "Zolang men niet weet dat geweld een misdaad is, zal er niets verbeteren." Het is een van de redenen waarom de gemeenschap meer moet worden geïnformeerd over haar rechten.

Een vrijwilligster aan het werk in de crèche van het opvangcentrum in Morata.
Een vrijwilligster aan het werk in de crèche van het opvangcentrum in Morata.

Veilig in een opvangcentrum

Rhonda vluchtte naar het Family Support Centre, een opvangcentrum in Port Moresby. "Hier kom ik tot rust, krijg ik psychische steun en eten." Hier, in de hoofdstad, komen steeds meer van dit soort centra. Ze worden gebouwd met steun van de overheid, hulporganisaties zoals Unicef, en van vrouwen zelf. Zij nemen hun lot in eigen handen.

Vrouwen weigeren nog langer in zulke benarde posities te blijven zitten. Anne Aina is daar een goed voorbeeld van. Geregeld stond ze op de stoep bij de politie om haar man aan te klagen vanwege huiselijk geweld, maar zonder resultaat. Samen met lotgenoten en Katrina Deakin zette ze in Morata een opvangcentrum op dat door Unicef wordt gesteund.

"Hier is de gemeenschapszin groot en het biedt veiligheid voor vrouwen en kinderen. Mannen die hun vrouw proberen terug te halen, worden resoluut de deur gewezen. Samen staan we sterk", zegt Aina. Nu worden de vrouwen ook serieus genomen door de politie. Daarnaast heeft het centrum een crèche opgezet en verzorgt het informatiecampagnes over kindermisbruik, maar ook hoe je hiv/aids kunt voorkomen

Ook op Papoea-Nieuw-Guinea: respect! Papoea-Nieuw-Guinea begint in te zien dat er aan het vele huiselijke geweld wat moet gebeuren. Maar dat gaat niet vanzelf, waarschuwt Isiye Ndombi, Unicef-directeur op het eiland. "Zolang alle stammen de ernst van deze misdaden niet inzien, blijft de situatie voor vrouwen en kinderen kwetsbaar. Daarom moeten we al vroeg beginnen. Kinderen op school uitleggen dat je de wet, maar vooral elkaar moet respecteren."