De gemeente Den Haag trekt in 2006 742.000,- uit voor het bouwen van
zes peuterlokalen bij basisscholen voor Haagse voorscholen. De
gemeenteraad heeft in 2003 besloten 5.63 miljoen te reserveren voor
de huisvesting van voorschoolpeuterspeelzalen. Voor de besteding
hiervan wordt jaarlijks een plan opgesteld. In januari 2001 zijn de
eerste dertien voorscholen van start gegaan in Den Haag. Nu, vijf jaar
later, zijn het er 66. Het streven is dat het aantal voorscholen in de
komende jaren stijgt tot 86, zodat alle scholen die subsidie krijgen
in het kader van het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (GOA)
een voorschool hebben.
De volgende scholen krijgen een extra lokaal voor de voorschool: Ds.
D.A. van den Boschschool, Mw. Schabergschool, Oosterleeschool, Yunus
Emre, Jeroenschool en De Vuurvlinder.
Een voorschool is een samenwerking tussen een peuterspeelzaal en een
basisschool en wil (taal)achterstanden bij kinderen voorkomen of zo
vroeg mogelijk aanpakken. In de voorschool komen peuters vier keer per
week naar de peuterspeelzaal. In de groepen 1 en 2 is er, net als in
de speelzaal, vier keer per week een extra leerkracht aanwezig om te
zorgen dat alle kinderen dié aandacht en hulp krijgen die ze nodig
hebben. Peuterspeelzaalleidsters en leerkrachten stemmen hun werkwijze
en programma's op elkaar af: op de speelzaal wennen de peuters
spelenderwijs aan het leren en naar school gaan, in groep 1 en 2 wordt
die aanpak voortgezet. Ouders worden nadrukkelijk bij de aanpak
betrokken. De voorschoolpeuterspeelzaal en -basisschool zijn bij
voorkeur in hetzelfde pand gevestigd, om de overgang zo makkelijk
mogelijk te maken. In Den Haag gaan ongeveer 6.200 kinderen naar de
voorschool: 1.600 peuters tot vier jaar en 5.200 kleuters.
Gemeente Den Haag