Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk
06-SZW-B-007 UB/A/2006/12913

Onderwerp Datum
Klachten UWV 14 februari 2006

Bij brief van 9 februari jl. heeft de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid mij een viertal vragen voorgelegd over klachten over het UWV, met het verzoek deze uiterlijk 13 februari 2006 te beantwoorden. Hierbij zend ik u de antwoorden op deze vragen.

Vraag 1
Wat is de oorzaak van de blijvende klachten over het UWV?

Antwoord 1
Bij brief van 4 februari 2005 heb ik u een analyse doen toekomen van de klachten bij UWV. De oorzaken die daarbij genoemd zijn voor de verhoogde klachtenstroom zijn ook thans nog actueel:
1. de verstrekkende aanpassingen die in het stelsel van sociale zekerheid worden doorgevoerd of op het punt staan te worden doorgevoerd;

2. de toenemende complexiteit van de wetgeving die UWV uitvoert in combinatie met het voltrekken van het fusieproces;

3. het duidelijker en sterker klachtenbeleid dat UWV voert, wat heeft geresulteerd in een grotere bekendheid van het Centraal Klachten Bureau en een betere toegankelijkheid van de klachtenprocedure.

Zoals ik u in de 10e voortgangsrapportage SUWI heb gemeld, heeft ook de invoering in september 2005 van het nieuwe Ziektewetsysteem geleid tot een hoger aantal klachten. Er is direct een noodscenario in werking getreden om cliënten die in geldproblemen dreigden te raken te kunnen helpen. UWV werkt intussen tevens aan het structureel oplossen van de problemen.

Vraag 2.
Kent u de reactie van de voorzitter Raad van Bestuur van het UWV op de uitlatingen van de Nationale Ombudsman? Wat is uw opvatting daarover?

2

Antwoord 2
Ja, de voorzitter van de Raad van Bestuur heeft als reactie op het grote aantal klachten over UWV bij de Ombudsman aangegeven te betreuren dat het aantal klachten toeneemt. Hij wijst erop dat er vorig jaar veel wetgeving op uitkeringsgebied is veranderd. Bovendien geeft hij aan dat er kinderziektes zijn bij het nieuwe computersysteem voor de Ziektewet.
In aanvulling op de gegevens van de Nationale Ombudsman dat het aantal ingediende klachten over UWV in 2005 uitkomt op 1.670, heeft UWV mij laten weten dat van deze 1.670 signalen er ca. 600 door de Ombudsman als klacht in behandeling zijn genomen. Daarvan zijn er ongeveer 240 gegrond verklaard. De niet in behandeling genomen signalen zijn bij UWV teruggelegd. Deze signalen stonden bij UWV al geregistreerd.
Ik heb UWV gevraagd bij de meting van de klanttevredenheid een splitsing te maken tussen het oordeel van de klant over de inhoud van een beslissing en het oordeel over de bejegening. Ik zal IWI vragen dit te monitoren. Tevens zal ik IWI vragen onderzoek te doen naar de maatregelen die UWV genomen heeft op het terrein van klantbejegening bij de herbeoordelingsoperatie, zoals ik u heb toegezegd tijdens het Algemeen Overleg hierover op 2 februari jl.

Vraag 3
Welke criteria legt u aan voor de prestatie van het UWV in reactietijd op klachten; de reparatietijd van gemaakte fouten; de telefonische responstijd en de snelheid van uitbetaling van de uitkering indien geen ander inkomen aanwezig is?

Antwoord 3
Voor het afhandelen van klachten geldt een wettelijke termijn van 6 weken. UWV hanteert een interne norm van 3 weken. In het derde kwartaal van 2005 heeft UWV gemiddeld 68% van de klachten binnen 3 weken afgedaan en 87,4% binnen 6 weken. Dat is een aanzienlijke verbetering ten opzichte van 2004 (55% binnen 3 weken en ruim 80% binnen 6 weken). Wat betreft de telefonische responstijd streeft UWV ernaar om 80% van de vragen die binnen komen bij de klantencontactcentra direct af te handelen of, als een inhoudsdeskundige moet worden ingeschakeld, binnen 24 uur.
Voor de snelheid van beslissen gelden wettelijke termijnen die zien op de afwikkeling van de aanvraag. In het derde kwartaalverslag heeft UWV de volgende resultaten gemeld:
· WW: 95% binnen 8 weken (norm = 90%);

· ZW uitzendkrachten: 93% binnen 4 weken (norm = 80%);

· ZW overige gevallen: 61% binnen 4 weken (norm = 80%);

· WAO: geen cijfers vanwege te geringe instroom.

Vraag 4
Welke inzet is qua formatieplaatsen en geld noodzakelijk om het primaire proces, waaronder de responstijden van het UWV, uiterlijk per 1 oktober 2006 op orde te krijgen, inclusief het behalen van normen zoals eerder vastgesteld en bij vraag 3 genoemd?

Antwoord 4
In mijn antwoord op vraag 1 heb ik aangegeven welke factoren van invloed zijn op het aantal klachten bij UWV. UWV zet met mijn goedkeuring op een breed front in op verbetering van de klantgerichtheid. UWV verwacht daarmee eind 2006 een aantal


3

belangrijke verbeteringen te hebben doorgevoerd, waardoor ook het aantal klachten zal afnemen. Dit kan volgens UWV bereikt worden met de bestaande inzet en middelen. Het is niet primair een kwestie van geld of menskracht, die nodig is om de kwaliteit van het primaire proces verder te kunnen optimaliseren. UWV geeft aan vooral gebaat te zijn bij een periode van relatieve rust, waarin processen en systemen kunnen worden vernieuwd en de investeringen in klachtgerichtheid van de medewerkers kunnen worden geïntensiveerd.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)