Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken


Te hoge bloedwaarde maar niet positief(13-02-2006)

Tijdens de Olympische Winterspelen in Turijn, heeft de internationale Ski Federatie (FIS) twaalf skilopers een startverbod opgelegd voor vijf dagen omdat hun hemoglobine gehalte te hoog was tijdens een gezondheidscontrole. Meerdere Internationale Sportfederaties voeren gezondheidscontroles uit op basis van vergelijkbare bloedparameters. Een te hoge bloedwaarde voor hemoglobine, hematocriet of reticulocyten kan duiden op het gebruik van doping. Vaak vormen verhoogde bloedwaarden aanleiding voor de inzet van een `reguliere' dopingcontrole middels een bloed- of urinemonster.

Voor de Duitse Evi Sachenbacher-Stehle, de Fransman Gaillard, de Canadees Crooks, de Wit-Russen Dalidovitsj en Lazoetkin, de Russische Matvejeva, de Amerikanen Randall en Zimmermann, de Kroaat Abramovic, de Russen Korosteljev en Pankratov en de Ethiopiër Teklemariam zijn de Spelen in Turijn slecht begonnen, zij kregen een startverbod van vijf dagen opgelegd omdat bij een gezondheidscontrole een te hoog hemoglobinegehalte is gemeten.

De Internationale Skifederatie (FIS) voert evenals de UCI (wielrennen), IAF (atletiek) ISU (schaatsen) en IBU (biatlon) controles uit waarbij aan de hand van verschillende bloedparameters de gezondheid van de sporter wordt gecontroleerd. De FIS voert deze controles uit aan de hand van het hemoglobinegehalte in het bloed. De UCI en IAAF hanteren daarnaast ook het percentage hematocriet (bloedplaatjes) en reticulocyten (jonge bloedplaatjes). Bij overschrijding van de grenswaarde (voor mannen >= 17,0 à 17,5 en voor vrouwen >= 16,0 à 16,5 (g/dl)) kunnen maatregelen worden getroffen. Afhankelijk van de Internationale Sportfederatie kan deze maatregel variëren van een startverbod voor vijf (FIS) of tien (UCI) dagen of aanleiding vormen voor de uitvoering van een verplichte dopingcontrole. Aangezien het gezondheidscontroles betreft en geen dopingcontroles, kan op basis van alleen een verhoogd hemoglobinegehalte geen sanctie van twee jaar worden opgelegd.

Alhoewel sterk afwijkende bloedwaarden het gevolg kunnen zijn van uitzonderlijke genetische eigenschappen, stellen gerenommeerde wetenschappers (ziek ook "abnormal hematologic profiles in skiers" Stray-Gundersen e.a. Clin J Sport Med 2003) dat het overgrote merendeel wordt veroorzaakt door een bepaalde manier van (bloed)doping. Hiertoe kan ondermeer gebruik worden gemaakt van EPO of Epo-achtigen (zoals NEPS en ARANESP) dan wel hemoglobine-achtige zuurstofdragers (zoals bijv. PolyHeme, Hemopure of Hemassist) of de traditionele bloeddoping. Op dit moment kan het gebruik van sommige hemoglobine-achtige zuurstofdragers en bepaalde vormen van bloeddoping (de autologe variant) nog niet worden aangetoond bij de dopingcontrole. De inzet van gezondheidscontroles aan de hand van bloedparameters kan excessen in het gebruik van dopingmiddelen die nog niet kunnen worden aangetoond bij de dopingcontrole helpen voorkomen.

Tijdens de Olympische Spelen in Turijn voert het IOC een groot aantal (1200) dopingcontroles uit. Hierbij wordt gebruik gemaakt van urinemonsters (o.a. voor controle op EPO en EPO-achtigen) en bloedmonsters (voor controle op hemoglobine-achtige zuurstofdragers, bloeddoping en Groei Hormoon). In aanvulling hierop kunnen Internationale Sportfederaties zoals de FIS, IBU en ISU gezondheidscontroles uitvoeren aan de hand van verschillende bloedparameters. Indien bij een gezondheidscontrole een grenswaarde wordt overschreden, zal het IOC een dopingcontrole uitvoeren bij die sporter waarbij tevens wordt gecontroleerd op EPO, hemoglobine-achtige zuurstofdragers en bloeddoping. Het verhaal van de twaalf skilopers krijgt dus mogelijk nog een vervolg.