Erasmus MC
13-02-2006: Door vroegtijdig opsporen
taalstoornissen minder kinderen naar speciaal onderwijs
Voorstel aanpassing JGZ-beleid door onderzoekers Erasmus MC
Vroegtijdig opsporen van taalstoornissen bij tweejarige peuters leidt
tot een daling van 30% in het aantal kinderen op het speciaal
onderwijs en tot een betere taalvaardigheid. Vroege opsporing van een
scheefgroeiende rug leidt niet tot een daling in het aantal operaties
als gevolg van deze aandoening. Dit zijn de belangrijkste conclusies
uit onderzoek van de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg van het
Erasmus MC naar de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) in Nederland. Deze
resultaten hebben gevolg voor het bestaande JGZ beleid. De
onderzoekers maken deze resultaten vandaag bekend tijdens het congres
'Evidence based JGZ 0-19 jaar'.
Het onderzoek naar vroege opsporing van taalstoornissen is tussen 1995
en 2003 uitgevoerd onder ruim 10.000 kinderen in Limburg, Den Haag en
Tilburg en omgeving. Door vroege opsporing en behandeling van de
taalstoornissen, zouden tot de leeftijd van 8 jaar jaarlijks ongeveer
2500 kinderen extra in het regulier onderwijs kunnen blijven die
anders naar het speciaal onderwijs hadden moeten gaan. De methode
leidt ook tot 30% meer doublures in de klas vanwege
taal/spraakproblematiek in het reguliere onderwijs en kan als zodanig
worden gezien als een alternatieve wijze van opvang van kinderen
binnen het reguliere onderwijs.
De additionele screeningskosten bedragen zo'n 2 miljoen euro per jaar.
Daarmee is naar verwachting een besparing van mogelijk 5 miljoen euro
per jaar op speciaal onderwijs te realiseren. Het is in Nederland voor
het eerst dat de effectiviteit en kosteneffectiviteit van een
specifiek taalscreeningsinstrument is onderzocht op basis van een
grootschalig gerandomiseerd onderzoek. Gezien het succes van het
vroegtijdig opsporen van taalstoornissen adviseren de onderzoekers een
landelijke invoering van deze screeningsmethode, het zogenoemde
VTO-taalsignaleringsinstrument.
Het screenen op het ontstaan van een scheve rug (scoliose) heeft als
doel om de scoliose vroegtijdig op te sporen, zodat de patiënt kan
worden behandeld met een brace, waarmee de kans op een operatie
aanzienlijk moet worden verkleind. Over het nut van deze screening
woedt in Nederland al enige tijd discussie. De resultaten uit het
onderzoek van het Erasmus MC tonen niet aan dat deze screening leidt
tot een afname van het aantal operaties. De onderzoekers adviseren
daarom tot afschaffing van dit beleid.