Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB)
Nieuws
'Sport moet uit de hokjes!' : Samenwerking centraal tijdens
expertmeeting sportkennismaking
13 februari 2006
Sportkennismaking via het onderwijs, dát was het onderwerp van gesprek
tijdens de expertmeeting van 17 januari j.l., gehouden op Papendal.
Ruim 40 deskundigen discussieerden over de inhoud en de verspreiding
van kennismakingsprojecten, en vooral ook over de rol van de
verschillende partners in dit werkgebied. Beleidsmakers en andere
betrokkenen vanuit het onderwijs, de sportbonden en de (lokale)
overheden waren het eens over de noodzaak om meer samen te werken.
Gymzalen die overdag leeg staan, events op scholen waarin
verschillende sporten worden geïntroduceerd, sportbonden die met
lesmappen sportkennismaking op gang brengen met een beetje
creativiteit en goede wil is veel mogelijk op het gebied van
sportkennismaking.
De bereidheid is er, zo bleek ook uit deze derde expertmeeting. Chris
Mooij (SLO) opende namens de organisatie de expertmeeting. Het is een
initiatief van een werkgroep samengesteld uit professionals vanuit
NOC*NSF, KVLO, NISB en SLO. Mooij benadrukte dat de werkgroep vooral
naar de inhoud blijft kijken. Wat gaan we de kinderen aanbieden, dat
is belangrijk, aldus Chris Mooij. Actueel gezien is er aandacht voor
jeugd vanuit gezondheidsoogpunten. Naast voeding gaat het dan toch ook
om actieve beweging.
De inleiding werd gehouden door Theo Joosten van NOC*NSF en Jos
Kusters, directeur van de Alliantie tussen NOC*NSF en Onderwijs. Naast
de uitleg van huidige stand van zaken van NOC*NSF en de Alliantie,
hielden beiden een vurig pleidooi om school en sport te verankeren.
Kusters: In 2010 kan op 90 procent van alle scholen elke leerling
dagelijks sporten. Er moet een modernisering van het sportaanbod
plaatsvinden. Wij stellen als doel dat in 2008 veertig bonden een
passend sportaanbod hebben, en dat geldt ook voor 2000 verenigingen.
Sport moet uit de hokjes!
Basketbal leskaarten
Met behulp van leskaarten tijdens een praktijkles kennismaking
basketbal kon een deel van de groep ervaren hoe een sportkennismaking
er uit ziet. In de gymzaal was een circuit opgesteld. De lesmap is
ontwikkeld door de Nederlandse Basketbal Bond (NBB) in samenwerking
met de SLO (Stichting Leerplan Ontwikkeling). Deze map is bruikbaar op
school, buiten school en binnen de vereniging, in de drie fases dus.
De map is zo gemaakt dat alle kinderen vanaf groep 5 maar wenselijk
vanaf groep 6 - mee kunnen doen. De map past in een grote serie waar
ook de lesmappen van korfbal, handbal en tafeltennis bij horen.
Iedereen is enthousiast over het systeem. Het is gebruiksvriendelijk,
afgestemd op de leerlijnen en bruikbaar voor zowel school als de
vereniging.
Andere structuren
Sportkennismaking via andere organisaties, dát kan ook. Dirma Eisenga
en Joost Hofman gaven leiding aan de workshop namens de Koninklijke
Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging (NKBV). De structuur binnen
de NKBV is duidelijk anders is dan bij de meeste andere sportbonden,
omdat er slechts 20 (onder)verenigingen zijn. Een sportkennismaking op
school zal niet zo snel tot stand komen via een club. Het zijn vooral
de klimcentra die de contacten met scholen hebben. Het ontbreekt de
school vaak aan financiën om naar een klimhal toe te gaan of een
mobiele klimwand in te schakelen. Dus bieden we klimmen aan in de
gymzaal, met gebruik van wandrekken, touwen enzovoorts, aldus Eisenga.
Net als bijvoorbeeld basketbal hebben we een kennismakingsaanbod in
drie fasen: binnenschools, naschools en buitenschools. Voor het
klimmen loopt dit traject van de gymzaal, via een eventuele klimwand
op school, naar een klimhal. Verder weten we dat de NeVoBo zich richt
op jongeren van 14 tot 18 jaar en een volleybaltoernooi aankleedt met
side-events zoals muziek of dance. Wie weet wordt klimmen een van die
side-events!
Verspreiding
Het Nederlandse Handbal Verbond heeft ervaring met het inzetten van de
lesmap kennismaken met handbal. Over het succes van de lesmap werd
meer verteld in de derde workshop. Voor de handbalbond was het bijna
noodzaak dat iets werd gedaan om de handbal als spel weer een plaats
te geven in reguliere sportlessen op scholen. Martin Booiman van de
bond: Als vakleerkracht kies je niet snel voor handbal, omdat dit spel
lastig te organiseren is met 30 kinderen in een gymlokaal. De lesmap
heeft hier verandering ingebracht. Met nieuwe spelvormen is de les
attractiever en hebben de leerlingen meer plezier. Inmiddels zijn er
1000 mappen uitgezet en worden er 350 bijgedrukt. De map is verstuurd
naar elke handbalvereniging met een begeleidende brief. De
verschillende clusters van verenigingen in het land is uitleg gegeven
over het gebruik van de lesmap en op een landelijk congres hebben
deelnemers in een workshop de lesmap leren kennen. Scholen krijgen de
lesmap aangereikt wanneer zij deelnemen aan workshops. De judobond
regelt het een beetje anders. Deze bond heeft pakketten samengesteld
met daarin onder meer matten en pakken - en benadert scholen
rechtstreeks via schoolbesturen.
Structureel en incidenteel
Voor het middagprogramma kregen de deelnemers de opdracht mee om in
drie groepen door te gaan op wat er die ochtend is besproken in de
verschillende workshops. In de kleine groepjes werd gesproken over
ervaringen, de knelpunten en vooral over welke oplossingen een kans
maken. Hoe houd je de jeugd bij de club ('betaal ze op zaterdag een
onkostenvergoeding gelijk aan een baantje') en kun je sportstimulering
structureel wegzetten (de grote gemeenten lukt het aardig, maar de
kleinere hebben er veel moeite mee). Er wordt gediscussieerd over de
BOSimpuls die volgens velen weinig structureel is, en over het
zapgedrag van de jeugd. Ook het kader, zowel op school als bij de
vereniging, is een veel besproken onderwerp. Het gebeurt bijvoorbeeld
dat de sportkennismaking op scholen succesvol verloopt, maar dat er
een knelpunt ligt in de doorstroming naar de vereniging omdat deze het
kader mist om het goed te organiseren. Ook zijn jeugdtrainers vaak
niet opgeleid om de aansluiting goed op te kunnen vangen.
Een groep praat over de mogelijkheden om leerlingen die opgeleid
worden op bijvoorbeeld het VMBO of het ROC, in te zetten. Samenwerken
met andere verenigingen is ook een oplossing. Studeer op andersoortige
modellen en ga de samenwerking met school aan. Voorbeelden: een mega
event op school, aan schoolgebonden competities of alternatieve vormen
van lidmaatschap. Zorg voor in ieder geval één professionele trainer
binnen een groot samenwerkingsverband. Andere trainers kunnen meelopen
en vervolgens bij de verschillende takken aan de slag gaan.
Verenigingen hebben een manager nodig die de professionaliteit kan
waarborgen, zo wordt geroepen. Een laatste rondje om de reacties te
peilen levert positieve geluiden op: We praten nu eindelijk
realistisch, dus ook over problemen. Hierdoor kun je ook over
oplossingen na gaan denken. Ieder lijkt het belang van samenwerking in
te zien. Of dat nu uit noodzaak of vrije wil is. En over de
afstemming, de rol van de ouders, het al dan niet professionele kader,
de aansluiting school op vereniging, de commercie, de wilde sporters,
het accommodatiebeleid en andere knelpunten daar zal ongetwijfeld in
een volgende meeting verder over worden gesproken.
Een uitgebreid verslag is op te vragen bij c.mooij@slo.nl