Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk
UB/A/2006/3832

Onderwerp Datum
IWI-rapport "Gezocht werklozen" 13 februari 2006

Hierbij ontvangt u het rapport "Gezocht werklozen" dat de Inspectie Werk en Inkomen aan mij heeft aangeboden. In dit rapport geeft de inspectie een oordeel over inspanningen van CWI, UWV en Gemeenten om werklozen aan het werk te krijgen in moeilijk vervulbare vacatures voor laag- en ongeschoolde arbeid. De inspectie heeft een kwalitatief onderzoek uitgevoerd; dat wil zeggen dat het oordeel is gevormd uit eerder gedane onderzoeken, beleidstukken en interviews met medewerkers van UWV, CWI, Divosa, gemeenten en werkgeversadviseurs van zes lokale CWI- vestigingen. De conclusie is volgens de inspectie landelijk toepasbaar aangezien de resultaten van het onderzoek tamelijk eenduidig zijn en aansluiten bij resultaten uit eerdere onderzoeken.

De inspectie concludeert in het rapport dat:

- voor laag- en ongeschoolde functies in verschillende sectoren werkgevers moeilijk gemotiveerde werknemers kunnen vinden, ondanks dat er voldoende uitkeringsgerechtigden zijn om deze vacatures te vervullen;
- veel werkgevers niet gewillig zijn om uitkeringsgerechtigden in dienst te nemen;
- CWI, UWV en gemeenten hun (samenwerkings-) instrumenten niet volledig benutten om meer uitkeringsgerechtigden aan het werk te krijgen;

- UWV en gemeenten meer reïntegratietrajecten of trajecten Work first zouden moeten inzetten om uitkeringsgerechtigden geschikt te maken voor het vervullen van moeilijk vervulbare vacatures, die bij CWI voorhanden zijn;

- ook het straffen van personen, die niet mee willen werken aan het aanvaarden van een functie helpt om moeilijk vervulbare vacatures te vervullen. Maar ook een positieve prikkel in de vorm van het verstrekken van een premie bovenop een uitkering door gemeenten zal het aanvaarden van de moeilijk vervulbare vacatures kunnen bespoedigen;
- CWI het probleem van moeilijk vervulbare vacatures beter zichtbaar moet maken en meer inspanningen moet verrichten om werkzoekenden en werkgevers bij elkaar te brengen door op bedrijfsbezoek te gaan en meer aan nazorg te doen;

- een betere controle door CWI nodig is bij het verlenen van tewerkstellingsvergunningen, zodat werkgevers ertoe worden bewogen uitkeringsgerechtigden in dienst te nemen.

2

Ik ben van mening dat de problematiek van de vervulling van vacatures aan de onderkant van de markt bijzondere aandacht moet hebben. Het gaat hierbij om een segment van de arbeidsmarkt waar vraag en aanbod niet altijd naadloos op elkaar aansluiten. Het IWI-rapport maakt dit helder en illustreert dat het om een complexe materie gaat die zowel werkgevers, werknemers, als de SUWI-partners aangaat. Uit de reacties van CWI en UWV blijkt dat zij het met de inspectie eens zijn dat er verbetering mogelijk is. De ketenpartners hebben tal van afspraken gemaakt die toewerken naar meer integrale dienstverlening. Hierdoor wordt verbetering van de vacaturevervulling, eveneens specifiek gericht op moeilijk vervulbare vacatures, nagestreefd. Het recente samenwerkingsprotocol "Samen doen we het zo" is zo'n activiteit waarbij CWI en UWV procedures hebben afgesproken om de gezamenlijke dienstverlening concreet vorm te geven. De volgende reeks van activiteiten illustreert eveneens de activiteiten van de SUWI-partners:


- sinds de invoering van de WWB is er een duidelijke intensivering waarneembaar ten aanzien van activering/sanctionering. Meer dan tweederde van de gemeenten zet momenteel vormen van Work First in, met doelstellingen in de sfeer van poortwachter, snelle diagnose en reïntegratie;

- SUWI-partijen investeren op dit moment in een gezamenlijke werkgeversbenadering. Voor dat doel wordt een SUWI-dienstverleningsconcept ontwikkeld, waarin een kader wordt gegeven voor de dienstverlening dat lokaal nader ingevuld kan worden;
- snelle en adequate bezetting van vacatures kan gezamenlijke of parallelle dienstverlening vereisen. Om dit te bereiken zetten SUWI-partijen gezamenlijk instrumenten en middelen in. Hierover worden lokaal steeds meer afspraken gemaakt. Het Algemeen Ketenoverleg ondersteunt dit proces door een SUWI-dienstverleningsconcept voor de werkzoekende te ontwikkelen en goede voorbeelden te promoten;

- in december 2004 heeft de RWI een rapport uitgebracht over de mogelijkheden vacatures in de seizoenarbeid in de land- en tuinbouw te vervullen met uitkeringsgerechtigden. Mede naar aanleiding daarvan zijn in 2005 diverse initiatieven genomen door RWI, CWI, gemeenten en UWV om meer uitkeringsgerechtigden op moeilijk vervulbare vacatures te plaatsen. Momenteel werkt het onderzoeksbureau `TNO kwaliteit van leven' aan een evaluatie en monitor van deze gezamenlijke activiteiten. Zodra de resultaten bekend zijn, zal ik u daarover informeren.

Naast bemiddelings- en reïntegratie-inspanningen wordt ook door het adequaat opleggen van sancties bereikt dat moeilijk vervulbare vacatures door uitkeringsgerechtigden worden ingevuld. Ik ondersteun dan ook ten volle de inspanningen van UWV, gemeenten en CWI om gezamenlijk een goed "lik op stuk" beleid te gaan voeren in die gevallen waarin gebrek aan motivatie bij werkzoekenden een rol speelt. Daardoor zal ook het aanvaarden van moeilijk vervulbare vacatures een impuls krijgen. De verbeteringen ziet UWV met name aan de proceskant, die het mogelijk maken dit "lik op stuk" beleid ook daadwerkelijk van de grond te krijgen. UWV heeft voorts met CWI afgesproken dat CWI wordt geïnformeerd over de door UWV naar aanleiding van kennisgevingen verwijtbaar gedrag ondernomen stappen. Om dit proces verder te stroomlijnen komt er eind 2006 een elektronische voorziening.


3

Ten aanzien van de afhandeling tewerkstellingsvergunningen ben ik van mening dat CWI voldoende controles op het beschikbare aanbod verricht, om verantwoord tot vergunningverlening over te gaan. CWI geeft in reactie op het IWI-rapport namelijk aan dat bij het toepassen van de arbeidsmarkttoets ten behoeve van de behandeling van tewerkstellingsaanvragen niet wordt volstaan met het raadplegen van het ABS-systeem. Daarnaast worden diverse andere activiteiten ondernomen om vast te stellen of er sprake is van beschikbaar prioriteitgenietend aanbod. Zo moet de werkgever zijn eigen inspanningen kunnen aantonen en gaat de CWI-medewerker het binnenlands en EU-aanbod na. Tot slot meldt CWI in dit verband dat buiten de agrarische sector slechts in een beperkte mate tewerkstellingsvergunningen worden afgegeven met toepassing van de arbeidsmarkttoets.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)