College van Beroep voor het bedrijfsleven
Termijn oproeping hoorzitting
In de Awb is weliswaar geen termijn genoemd waarbinnen de uitnodiging
voor de hoorzitting moet zijn verzonden maar uit het bepaalde in
artikel 7:4, eerste lid, van de Awb, waarin is geregeld dat
belanghebbenden tot tien dagen voor het horen nadere stukken kunnen
indienen, volgt dat deze termijn in elk geval langer dan tien dagen
moet zijn. Deze termijn is in het onderhavige geval niet in acht
genomen. Ook heeft het Uwv niet gehandeld in overeenstemming met zijn
beleid, neergelegd in het Reglement behandeling bezwaarschriften Lisv
2000, dat inhoudt dat voor de uitnodiging voor een hoorzitting een
termijn van 14 dagen wordt aangehouden, welk beleid naar het oordeel
van de Raad een rechtens aanvaardbare invulling inhoudt van de grenzen
die door de wet zijn getrokken.
LJ Nummer
AU9331
Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 13 februari 2006 Naar boven