AIV-advies inzake nucleaire non-proliferatie
Ministerie buza
http://www.minbuza.nl
Dit is een persbericht van de Adviesraad Internationale Vraagstukken.
13 februari 2006
NIEUW AIV-ADVIES: het nucleaire non-proliferatieregime: het belang van een
geïntegreerde en multilaterale aanpak
Een integrale en multilaterale aanpak moet het uitgangspunt zijn van elke strategie om
proliferatie tegen te gaan. Het Non-proliferatieverdrag (NPV) dat daarvan de kern vormt,
is echter aan erosie onderhevig mede omdat de huidige kernwapenstaten niet of niet
voldoende ontwapenen. Dit is een van de belangrijkste conclusies uit het nieuwe advies
van de Adviesraad Internationale Vraagstukken over een strategie tegen de verspreiding
van nucleaire middelen.
De Verenigde Staten zouden als politiek belangrijkste kernwapenland op het gebied van
nucleaire ontwapening een voorbeeldfunctie moeten vervullen. Maar in plaats daarvan
hebben de VS de koppeling uit het NPV tussen ontwapening en non-proliferatie de facto
losgelaten. Dit was een van de belangrijkste oorzaken van het mislukken van de
NPV-toetsingsconferentie in mei 2005. Daarom adviseert de AIV de regering om bij alle
geschikte gelegenheden, in alle relevante fora en met zoveel mogelijk medestanders de
boodschap aan Washington over te brengen dat de VS substantiële
ontwapeningsinspanningen moeten leveren. Volgens de AIV hoeft een dergelijk pleidooi niet
tevergeefs te zijn. Het is immers niet uitgesloten dat een nieuwe Amerikaanse regering ten
aanzien van non-proliferatie weer een meer multilaterale koers gaat varen.
Over de verwijzing van Iran naar de VN-Veiligheidsraad stelt de AIV dat dit slechts een
eerste stap is. Een algemene verklaring van de Veiligheidsraad dat Iran in het verleden
de IAEA-Waarborgovereenkomst heeft geschonden lijkt zeker haalbaar. Maar van een
verdergaande veroordeling door de Veiligheidsraad is dat nog geenszins het geval. En van
mogelijke economische sancties mag helemaal niet teveel worden verwacht. Daarvoor lopen
de geopolitieke belangen van de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad te ver
uiteen, vooral op het gebied van energie. Een militaire optie is volgens de AIV niet
reëel. Het Nederlandse beleid moet zich dan ook richten op diplomatieke oplossingen,
waarbij behalve de VS ook China en Rusland moeten worden betrokken. Uiteindelijk is
niemand gebaat bij een 'nucleair' Iran. Te meer niet omdat het risico op een nucleaire
wapenwedloop in het toch al instabiele Midden-Oosten in dat geval aanzienlijk is.
Verder heeft één van de in totaal 22 aanbevelingen uit dit nieuwe AIV-advies
betrekking op het Nederlandse exportcontrolebeleid. De AIV citeert daarbij de
commissie-Scheltema die constateert dat op het gebied van het exportcontrolebeleid in
Nederland tussen de direct betrokken ministeries een scheefgroei is ontstaan:
'Buitenlandse Zaken bepaalt, Economische Zaken is verantwoordelijk en de Douane voert
uit'. Gezien het belang van de goede werking van exportcontroles, adviseert de AIV de
regering om op korte termijn met een standpunt te komen over de aanbeveling om
één aanspreekpunt voor het gehele Nederlandse exportcontrolebeleid in te
stellen.
Noot voor de redactie /
Ministerie van Buitenlandse Zaken