Gemeente Utrecht


2006 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
14 Vragen van mevrouw A van Rooij
(vragen binnengekomen op 9 februari 2006)


Door het College van B&W is met de gemeenteraad afgesproken dat de behandelingstermijn van bezwaarschriften tegen waardebeschikkingen Onroerend Zaak Belasting (OZB) en aanslagen OZB binnen 11 maanden behandeld zouden worden.
Als belastingplichtigen een bezwaarschrift indienen dan ontvangen zij ook (correct) een ontvangstbevestiging van hun bezwaarschrift waarin deze termijn van 11 maanden wordt gemeld.

Theoretisch zou het ook zo moeten zijn dat aanslagen aan burgers in het belastingjaar zelf worden verzonden.
Het is D66 bekend dat het vorig jaar, 2005, nog waardebeschikkingen en aanslagen zijn verzonden aan bedrijven die betrekking hadden op de belastingjaren 2002, 2003 en 2004.
Ook blijkt het dat indieners van bezwaarschriften nu een bericht ontvangen van de Dienst Burgerzaken en Gemeentebelastingen dat de termijn van 11 maanden wordt overschreden.

Het bovenstaande duidt volgens D66 op ernstige achterstanden bij de inning van de OZB.

In de toekomst wordt een correcte administratieve afhandeling van de inning OZB nog kwetsbaarder, nu het rijk heeft aangegeven niet meer tweejaarlijks, maar jaarlijks een nieuwe waarde beschikking OZB te willen vaststellen. Het is immers niet uitgesloten dat dit tot een stijging van het aantal bezwaarschriften leidt.


Dit brengt D66 fractie tot de volgende vragen:

1. Kan het College aangeven hoe groot de achterstanden zijn bij de verzending van waardebeschikkingen en aanslagen OZB?
2. Kan het College aangeven wat de oorzaak is van de achterstanden?
3. Welke maatregelen heeft het College genomen, of wil het College nemen om de achterstanden in te lopen en vooral ook in de toekomst te voorkomen?
4. Is de gemeente reeds inkomsten uit de OZB misgelopen door deze achterstanden, bijvoorbeeld doordat belastingplichtigen niet meer traceerbaar zijn? Zo ja, hoeveel inkomsten is de gemeente misgelopen?


---- --