Verdien(d) vertrouwen: toezichtvisie curatieve zorgstelsel
Kamerstuk, 10-2-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
MC/T&B-2658038
10 februari 2006
Hierbij ontvangt u mijn toezichtvisie voor het curatieve zorgstelsel,
`Verdien(d) vertrouwen'. Ik heb u die visie beloofd tijdens de
behandeling in november 2005 van de begroting van het ministerie van
VWS voor 2006. De visie is een van de sectorale toezichtvisies die het
kabinet in oktober 2005 aankondigt in zijn algemene visie op toezicht
`Minder last; meer effect' van oktober 2005 (Kamerstukken II
2005-2006, 27 831, nr. 15).
Toezichtvisie onderhevig aan actuele ontwikkelingen
Een aantal recente ontwikkelingen dwingt tot nadenken over de
organisatie van toezicht in de zorg. Eén daarvan is de introductie van
marktwerking in de zorg met een andere verantwoordelijkheidsverdeling
voor betrokken partijen. Het huidige kabinet kiest daarnaast in het
Hoofdlijnenakkoord (2003) voor het verschuiven van
verantwoordelijkheden van overheid naar samenleving. Daarnaast wil het
kabinet minder regels en administratieve lasten voor burgers en
instellingen. Tot slot richten toezichthoudende instanties hun werk in
toenemende mate anders in: van algemeen toezicht naar specifiek op
risico's gericht toezicht. De nieuwe Zorgverzekeringswet en de nieuwe
Wet toelating zorginstellingen markeren sinds 1 januari 2006 een
aantal van die ontwikkelingen. Inmiddels heb ik ook de Wet
Marktordening Gezondheidszorg (WMG) bij u ingediend. Graag geef ik u
met deze toezichtvisie alvast een compleet beeld van - de werking van
- het toezicht op het curatieve zorgstelsel zoals dat er uit ziet met
aanvaarding van de WMG.
Deze visie neemt nog niet het toezicht op de Algemene Wet bijzondere
Ziektekosten (AWBZ) mee. De nieuwe sectorale uitwerking van het
toezicht op de AWBZ vindt plaats zodra duidelijkheid bestaat over de
toekomstige uitvoeringsstructuur aan de hand van bijvoorbeeld het
lopende Interdepartementale Onderzoek naar de AWBZ en de Wet
maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
De geschetste ontwikkelingen vragen een eigentijdse invulling van het
toezicht in het nieuwe zorgstelsel. Dat geldt zowel voor toezicht door
de overheid op het functioneren van zorgaanbieder en zorgverzekeraar,
als voor hun interne toezicht en publieke verantwoording. Bijgaande
nota bestaat mede daarom uit twee delen: één over mijn visie op
toezicht en de keuzes die ik daarbij maak, en één over de concrete
uitwerking voor zorgverzekeraars en zorgaanbieders. Zij zijn als
eerste verantwoordelijk voor een goede uitvoering van de nieuwe
zorgverzekering en de levering van zorg inclusief de kwaliteit
daarvan.
Op het punt van kwaliteit zie ik echter een belangrijke rol voor de
overheid waar het gaat om per zorgsector zorgaanbieders,
patiënten/consumenten en verzekeraars - met betrokkenheid van de
Inspectie voor de Gezondheidszorg - kwaliteitsprogramma's af te laten
spreken. Naast deze brief ontvangt u een aparte brief van de
Staatssecretaris van VWS en mij over het vernieuwde kwaliteitsbeleid
voor de zorg.
Overheid staat - ook bij toezicht - voor publieke belangen
Dat de overheid meer verantwoordelijkheid bij verzekeraars en
aanbieders legt, mag niet mis worden verstaan; bijvoorbeeld dat de
overheid zich minder verantwoordelijk voelt voor publieke belangen.
Het tegendeel is het geval. De overheid staat, ook in haar visie op
toezicht, voor het borgen van de publieke belangen: kwaliteit,
toegankelijkheid en bereikbaarheid. Ik hanteer voor het toezicht tien
uitgangspunten.
De toezichtvisie besteedt apart aandacht aan de rol van de klanten van
de zorg. Die klant mag er aan de ene kant op vertrouwen dat de
overheid toezicht goed regelt, maar heeft tegelijkertijd zelf ook een
steeds sterkere positie om goede zorg af te dwingen. Cliënten hebben
wettelijke rechten om zowel de zorgverzekeraar als de zorgaanbieder
aan te spreken. Daarnaast juich ik initiatieven als van de Nederlandse
Zorgautoriteit (i.o.) om ook cliënten meer te betrekken in hun
visie-ontwikkeling van harte toe.
Goed intern toezicht verdient vertrouwen
Het tweede deel van deze toezichtvisie werkt het toezicht uit voor
zorgaanbieder en zorgverzekeraar voor een goede uitvoering van de
nieuwe zorgverzekering en de levering van zorg inclusief de kwaliteit
daarvan. De eigen verantwoordelijkheid krijgt daarin een centrale
plek. Dit deel gaat nadrukkelijk in op eigen inspanningen van
verzekeraar en aanbieder op het terrein van intern toezicht en
publieke verantwoording. Als dat op orde is, verdienen zij vertrouwen.
Toezichthouders kunnen dan op afstand blijven. Als dat niet op orde
is, zitten toezichthouders dichter op de huid van zorgaanbieder en
zorgverzekeraar.
De sector vraagt om minder toezichtdruk. Dit past in het
kabinetsstreven meer samenhang te brengen in het toezicht op de
publieke sector en het toezicht `slimmer' (minder belastend voor de
sector) te organiseren. Waar we dat kunnen, doen we dat ook. Het
kabinet neemt dit aspect verder nadrukkelijk mee in zijn plannen voor
een herordening van het rijkstoezicht en een verdere verschuiving van
verantwoordelijkheden in de richting van de samenleving.
Tot slot
Deze visie schetst mijn perspectief op toezicht voor de komende jaren.
Deze vorm van toezicht moet zich de komende tijd bewijzen. Dat geldt
ook voor initiatieven van toezichthouders zelf om bijvoorbeeld met
prestatie-indicatoren te werken. Maar ook voor normen die de sector
zelf opstelt, bijvoorbeeld de zorgbrede code voor goed bestuur
(governancecode). Ik heb er vertrouwen in dat zij bijdragen aan het
veiligstellen van de publieke randvoorwaarden voor de zorg: kwaliteit,
toegankelijkheid, betaalbaarheid.
Sterk en onafhankelijk toezicht door de overheid is noodzakelijk, maar
dit is nadrukkelijk geen zaak van de overheid alleen. Dit
overheidstoezicht mag evenmin de ruimte of verantwoordelijkheden van
zorgaanbieder en zorgverzekeraar wegnemen. Zij zijn aan zet voor een
goede uitvoering van de nieuwe zorgverzekering en de levering van zorg
inclusief de kwaliteit daarvan. Ik bied de zorgsector met deze
toezichtvisie ruimte en vertrouwen. Voor velen is het dan een kwestie
van 'verdiend vertrouwen'; voor wie nog niet zo ver is, geldt het
motto: `verdien vertrouwen'.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst
Documenten
* Bijlage Verdien(d) vertrouwen: toezichtvisie curatieve zorgstelsel
(nieuw venster) Kamerstuk | 10-2-2006 (pdf, 31 pag., 190 kB)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport