Voorwaarden voor invoering mandaatsysteem voor lokale en provinciale besturen geregeld
Het Gemeentedecreet en het Provinciedecreet voorzien in
de mogelijkheid om voor het personeel een mandaatsysteem
in te stellen. De decreten bepaalden wel dat de Vlaamse
Regering de minimale voorwaarden voor de toepassing van
het mandaatstelsel nog moest vaststellen. Het voorstel
van minister KEULEN terzake, uitgewerkt in een
uitvoeringsbesluit, is vandaag goedgekeurd op de Vlaamse
Regering.
De reeds bestaande regelgeving in verband met mandaten,
die enkel uit omzendbrieven bestaat, liet enkel mandaten
in betrekkingen van niveau A toe. Verder was het niet
voorzien voor de zogenaamde "wettelijke graden". Het
Gemeentedecreet en het Provinciedecreet hebben het
mandaatstelsel uitgebreid naar de topgraden van
gemeentesecretaris, adjunct-gemeentesecretaris,
financieel beheerder van de gemeente, provinciegriffier
en financieel beheerder van de provincie en tevens naar
de functies van het niveau B. Het geldt zowel voor
contractuele als statutaire personeelsleden.
Het mandaatstelsel is facultatief en niet verplicht;
m.a.w. het is een mogelijkheid die gemeente- en
provincieraden kunnen invoeren voor hun personeel.
De raden bepalen tevens de duur van het mandaat. Voor
een mandaat in een 'decretale graad' moet dit ten minste
tien jaar zijn; voor een mandaat in een andere statutaire
betrekking ten minste vijf jaar. De termijn van vijf jaar
stemt overeen met de bestaande sectorale afspraken
daarover. De termijn van tien jaar voor een mandaat in
een 'decretale graad' steunt op een dubbele bekommernis.
Enerzijds wil de Vlaamse Regering vermijden dat de
termijn gelinkt wordt aan een plaatselijke bestuurs-
termijn en zou leiden tot een spoils-system. De invoering
van het mandaat mag er immers niet toe leiden dat de
functie gepolitiseerd wordt. Anderzijds vindt ze een
tijdsspanne die voldoende continuïteit in deze
sleutelfuncties mogelijk maakt en die verspilling van
kennis en kunde voorkomt, wenselijk. De raad bepaalt of
het mandaat verlengbaar is en dus ook hoe vaak het
mandaat verlengbaar is. Hij stelt de duur van de
verlenging vast.
De eindevaluatie van de mandaathouder is bepalend voor de
eventuele verlenging van een mandaat. Als het
evaluatieresultaat gunstig is, volgt automatisch de
verlenging, althans als de verlenging in de plaatselijke
rechtspositieregeling opgenomen is. Als de evaluatie
ongunstig is, wordt de mandaathouder van zijn functie
ontheven.
Minister Keulen: "Met de invoering van het mandaatsysteem
voor alle betrekkingen van de niveaus A en B hebben we
weer een stap voorwaarts gezet in de richting van een
modern personeelsbeleid. Het mandaat laat toe om een
personeelslid voor een bepaalde periode te belasten met
de uitoefening van een bepaalde functie. Het laat toe om
mensen echt te evalueren in het licht van de
doelstellingen die zij meegekregen hebben."
persinfo : Peter Dejaegher, woordvoerder van
minister Keulen - tel. 02 552 65 00
gsm 0478 90 89 57
e-mail: persdienst.keulen@vlaanderen.be
Vlaamse overheid