Rechtbank Leeuwarden


12 maanden cel voor kinderporno en aanranding via webcam

Verdachte heeft met behulp van een webcam kinderpornografische afbeeldingen gemaakt van 12 meisjes en heeft hen vervolgens gedwongen seksuele handelingen met zichzelf te verrichten voor de webcam onder dreiging die afbeeldingen via het internet openbaar te maken. Voor het vervaardigen, in bezit hebben en verspreiden van kinderporno alsmede voor de feitelijke aanranding van die meisjes is verdachte veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf waarvan 3 maanden voorwaardelijk. Hij is vrijgesproken van het opzettelijk aanwezig zijn bij een seksshow met minderjarigen als bedoeld in artikel 248s Sr, omdat de wet hiervoor de lijfelijke aanwezigheid vereist en het volgen van een dergelijke show via een webcam op een andere locatie door de wetgever nadrukkelijk niet onder de werking van dit artikel is gebracht.

De man legde in de periode 2003-2005 via internet contact met de meisjes, die op dat moment tussen de 13 en 17 jaar waren. In chatsessies met webcams won hij hun vertrouwen. Hij kreeg de meisjes zover dat ze zich ontkleedden voor de webcam en maakte daar fotoâs en filmpjes van. Onder dreiging die fotoâs op het internet openbaar te maken, en soms zelfs onder dreiging met mishandeling en verkrachting, dwong hij de meisjes vervolgens seksuele handelingen met zichzelf te verrichten. Ook hiervan maakte hij fotoâs en films, die hij onder meer via internet verspreidde.

De rechtbank is van oordeel dat de man zich schuldig heeft gemaakt aan zeer ernstige feiten. Hij heeft het vertrouwen van de minderjarige meisjes op een slinkse, hen niet ontziende, wijze uitgebuit. Hij heeft geen rekening gehouden met de mogelijk ernstige geestelijke schade bij de slachtoffers, en op de koop toe genomen dat zij ook later nog geconfronteerd kunnen worden met de via internet verspreide afbeeldingen.

De feitelijke aanranding van de eerbaarheid van drie meisjes acht de rechtbank niet bewezen. Ook spreekt de rechtbank de man vrij van het alternatief ten laste gelegde âopzettelijk aanwezig zijn bij het plegen van ontuchtige handelingen door minderjarigenâ, omdat deze bepaling in het wetboek van strafrecht alleen bedoeld is voor situaties waarin men lijfelijk aanwezig is en niet voor het volgen van dergelijke handelingen via een webcam.

Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met een licht verminderde toerekeningsvatbaarheid van de man en zijn jeugdige leeftijd. Ten tijde van de feiten was hij nog geen 20 jaar. Van de 12 maanden gevangenisstraf worden 3 maanden voorwaardelijk opgelegd met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank stelt daarbij als bijzondere voorwaarde dat de betrokkene de aanwijzingen van de reclassering opvolgt, ook indien deze inhouden de behandeling van zijn stoornis in bijvoorbeeld De Waag.

De officier van justitie had 15 maanden gevangenisstraf, waarvan 5 voorwaardelijk, geëist.

LJ Nummer

AV1470

Bron: Rechtbank Breda
Datum actualiteit: 10 februari 2006 Naar boven