MINVROM: Nieuwe stankwet biedt gemeenten ruimte voor maatwerk

Ministerie vrom

http://www.vrom.nl

Staatssecretaris Pieter van Geel (Milieu) heeft vandaag de Wet Geurhinder en Veehouderij naar de Tweede Kamer gestuurd. De nieuwe wet bepaalt op welke manier geur (stank) van veehouderijstallen in de milieuvergunning moet worden beoordeeld. De nieuwe 'stankwet' komt in plaats van de stankwet voor de reconstructiegebieden en drie stankhandreikingen. De nieuwe wet geldt voor heel Nederland. 'De nieuwe wet vervangt de oude, starre en ingewikkelde stankregelgeving met bijbehorende stankcirkels. De wet betekent een sterke vereenvoudiging en is daarnaast flexibeler,' aldus staatssecretaris Van Geel.

Lokaal probleem
Belangrijke inhoudelijke wijziging in de wet is dat onderscheid wordt gemaakt tussen maximaal toegestane geurbelasting binnen en buiten de bebouwde kom en concentratie en niet-concentratiegebieden. 'Dit betekent dat in dorpskernen en in gebieden waar weinig veehouderij te vinden is, de minste stankoverlast toegestaan is. En in het buitengebied met veel boerenbedrijven de meeste,' aldus de staatssecretaris. Daarnaast mogen gemeenten de normen varieren. Gemeenten kunnen naar beneden en naar boven afwijken. Van Geel: 'Deze zogenoemde 'bandbreedte' geeft gemeenten de ruimte lokaal maatwerk te leveren. Iedere gemeente mag zelf bepalen welke norm het beste bij haar eigen gebied en toekomstige ruimtelijke plannen past. Of het nu gaat om de bouw van een nieuwe villawijk of een investering in een landbouwontwikkelingsgebied. Stank is immers een lokaal probleem.'

Uitbreiden
Uitganspunten bij de nieuwe wet zijn dat aan de ene kant de uitbreidingsmogelijkheden van de veehouderijsector niet in gevaar komen, maar ook dat burgers optimaal tegen geurhinder worden beschermd. Van Geel: 'In buitengebieden waar al veel boerenbedrijven actief zijn, zoals in de reconstructiegebieden, komt meer ruimte voor nieuwe of uitbreiding van bestaande bedrijven. Aan de andere kant zorgt de wet ervoor dat mensen in de bebouwde kom zo weinig mogelijk last van stank hebben. Meer dan nu het geval is. Het is aan de gemeente te beslissen waar ze, binnen de bandbreedte die is toegestaan, de nadruk op wil leggen.'

Voormalige agrarische bedrijfswoningen
De Wet Geurhinder en Veehouderij regelt ook hoe om te gaan met voormalige agrarische bedrijfswoningen. Stopt momenteel een veehouder met boeren, dan krijgt de voormalige bedrijfswoning automatisch de status van gewone 'burgerwoning' met het bijbehorende recht op zo min mogelijk stankoverlast. Met als consequentie dat de andere boerenbedrijven in de buurt van deze woning rekening moeten houden met de stankoverlast die ze veroorzaken. Ook hier geeft de nieuwe wet ruimte voor maatwerk. De gemeente mag zelf bepalen welke 'bescherming' de voormalige bedrijfswoning moet krijgen; die van een burgerwoning of van een bedrijfswoning.