Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht
PB06-014
10 februari 2006
Minder leningen, meer roodstand
In 2005 hebben particulieren minder geld geleend voor consumptie dan in
2004. Bovendien hebben ze meer afgelost. Daardoor is voor het eerst sinds
twintig jaar de uitstaande schuld op consumptieve kredieten gedaald. Daar
staat tegenover dat de roodstand op betaalrekeningen in 2005 fors is
gestegen. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.
Minder geleend
Particulieren hebben in 2005 voor 10,1 miljard euro aan nieuwe kredieten
afgesloten voor consumptieve doeleinden, zoals auto's, meubels en
elektronica. Dat is 5 procent minder dan in 2004.
Aan aflossingen en rente op hun consumptieve kredieten hebben particulieren
12,3 miljard euro betaald. Dat is 8 procent meer dan vorig jaar.
Forse toename roodstand
Ook in 2005 is de roodstand op betaalrekeningen weer flink toegenomen. Eind
december stonden bijna 3 miljoen rekeningen samen voor 7,5 miljard euro in
de min. Dat is 9 procent meer dan eind 2004.
Het aantal rekeningen met roodstand is echter nauwelijks veranderd. Per
rekening nam de roodstand dan ook toe, van 2,4 duizend euro in 2004 naar
2,6 duizend euro in 2005.
Steeds meer creditcardkrediet
Terwijl hun totale afgesloten consumptief krediet in 2005 afnam, maakten
consumenten wel meer gebruik van creditcardkrediet. Er werd voor 3,1 miljard
aan nieuwe creditcardkredieten verstrekt. Dat is 5 procent meer dan in 2004.
ln.... krediet uit. Dat aandeel neemt jaarlijks toe. Het meeste geld wordt overigens
Vorig jaar maakte het creditcardkrediet 30 procent van het totale verstrekt
nog steeds geleend in de vorm van doorlopend krediet. In 2005 was dat
sbc.... Voor het eerst in twintig jaar daling uitstaande schuld
59 procent van het totaal.
w Sinds 2001 groeit het verstrekt consumptief krediet niet meer zo hard. Dit valt
samen met de wijziging van het Belastingstelsel in 2001. Toen werd de rente
w op leningen voor consumptieve doeleinden niet meer aftrekbaar. Daarnaast
w speelt ook vervanging door roodstaan op een betaalrekening of door
voordeliger hypothecaire leningen een rol.
CBS Persbericht PB06-014 pagina 1 van 3
In totaal stond eind 2005 aan schuld 17,5 miljard euro uit. Dat is ruim
3 procent minder dan eind 2004. De daling is het gevolg van de lagere
kredietverlening in combinatie met de hogere aflossingen.
Het is de eerste keer sinds 1985 dat de schuld op consumptieve kredieten op
jaarbasis gedaald is. In de periode 2001-2004 groeide de uitstaande schuld
met gemiddeld 4 procent per jaar. Tussen 1997 en 2000 was dat nog ruim
9 procent per jaar.
Toelichting
Onder verstrekt consumptief krediet wordt verstaan het totale krediet dat
gedurende een bepaalde periode aan particulieren is verstrekt voor
consumptieve doeleinden. Hypothecaire leningen vallen niet onder deze
definitie.
De uitstaande schuld op consumptief krediet is het bedrag dat particulieren op
een bepaald moment nog moeten aflossen op hun consumptieve leningen,
inclusief rente en kosten.
Onder roodstand wordt verstaan de overtrekkingen op betaalrekeningen: de
debetstanden op de laatste dag van de maand op particuliere
betaalrekeningen inclusief rekening-courantkrediet.
Ontwikkeling consumptief krediet en roodstand (op jaarbasis)
%
25
20
15
10
5
0
-5
-10
1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005
Verstrekt consumptief krediet Uitstaande schuld Roodstand
Bron: CBS
CBS Persbericht PB06-014 pagina 2 van 3
Tabel 1. Consumptief krediet en roodstand
2001 2002 2003 2004 2005
mld euro
Uitstaande schuld begin 15,2 15,9 16,6 17,3 18,1
Verstrekt consumptief krediet 10,2 10,4 10,5 10,6 10,1
Kredietvergoeding 1,5 1,5 1,5 1,5 1,6
Aflossingen 11,0 11,2 11,3 11,4 12,3
Uitstaande schuld eind 15,9 16,6 17,3 18,1 17,5
Roodstand 5,3 6,3 6,4 6,9 7,5
Bron: CBS
Tabel 2: Verstrekt consumptief krediet en uitstaande schuld
2001 2002 2003 2004 2005
mld euro
Verstrekt consumptief krediet 10,2 10,4
10,5 10,6 10,1
waarvan
Aflopend krediet 1,3 1,2 1,1 1,0 1,0
Doorlopend krediet 6,3 6,5 6,4 6,5 6,0
Spaarleenkrediet 0,4 0,2 0,3 0,2 0,1
Creditcard krediet 2,3 2,5 2,6 2,9 3,1
Uitstaande schuld 15,9 16,6 17,3 18,1 17,5
waarvan bij
Gemeentelijke kredietbanken 0,3 0,2 0,2 0,2 0,2
Banken en creditcardorganisaties 7,4 7,9 8,4 9,3 9,3
Financieringsmaatschappijen 7,8 7,9 8,2 8,1 7,5
Postorderbedrijven 0,5 0,5 0,6 0,6 0,6
Roodstand op betaalrekeningen 5,3 6,3 6,5 6,9 7,5
Bron: CBS
CBS Persbericht PB06-014 pagina 3 van 3
---- --
Centraal Bureau voor de Statistiek