Op 10 februari a.s. uitspraak Hoge Raad in de zaak KPN/SOBI

De Stichting Onderzoek Bedrijfs Informatie (SOBI) heeft de Ondernemingskamer in Amsterdam verzocht de jaarrekening van Koninklijke KPN N.V. (KPN) over het boekjaar 2000 te vernietigen en te verbeteren.
SOBI had onder meer de volgende bezwaren tegen de jaarrekening: a. de wijze waarop in de jaarrekening de transactie van KPN met het Japanse NTT DoCoMo was verwerkt.
NTT DoCoMo had een 15% belang verworven in KPN Mobile (een dochtermaatschappij van KPN) door uitgifte van nieuwe aandelen KPN Mobile aan NTT DoCoMo. KPN heeft deze transactie als boekwinst gepresenteerd. Volgens SOBI is het misleidend dat KPN het doet voorkomen alsof zij deze aandelen met boekwinst heeft verkocht. b. de verwerking van de BellSouth/E-Plus transactie. KPN, KPN Mobile en BellSouth waren een joint venture aangegaan ter overname van 77,49% van het geplaatste kapitaal in het Duitse E-Plus. KPN heeft daarbij aan BellSouth het recht verleend om haar resterende belang in E-Plus te converteren in aandelen KPN of KPN Mobile en tevens aan BellSouth een warrant op aandelen KPN toegekend. Volgens SOBI heeft KPN de met de toekenning van de warrant en het conversierecht gemoeide waarden en daaraan gekoppelde goodwill ten onrechte of veel te hoog in de balans van KPN geactiveerd. c. de waardering van de goodwill voortvloeiend uit de E-Plus transactie en van de Nederlandse en Duitse UMTS licenties per ultimo 2000. Volgens SOBI had een afwaardering op lagere bedrijfswaarde moeten plaatsvinden.

De Ondernemingskamer heeft in een tussenarrest van 7 november 2002 (zie LJN AF0021) en in het eindarrest van 8 juli 2004 (zie LJN AP8932) een deel van de bezwaren van SOBI gehonoreerd en KPN bevolen haar jaarrekening over het boekjaar 2000 te verbeteren.

Volgens de Ondernemingskamer moet KPN:
ad a. een andere rubricering van de boekwinst (verwateringswinst) ter zake van de NTT DoCoMo transactie toepassen, ook al was het op zichzelf niet misleidend dat KPN die boekwinst in de winst- en verliesrekening had opgenomen;
ad b. meer inzicht geven in de wijze waarop de warrant en het conversierecht zijn gewaardeerd;
ad c. aan de hand van een ander criterium dan KPN heeft gehanteerd heroverwegen of de goodwill in E-Plus en de licenties niet moet worden afgewaardeerd.

Tegen de uitspraken van de Ondernemingskamer is KPN bij de Hoge Raad in cassatie gekomen.
Als advocaat in cassatie treedt voor KPN op mr. P. van Schilfgaarde, advocaat in Den Haag.
SOBI heeft in cassatie verstek laten gaan.

Op 7 oktober 2005 heeft de advocaat-generaal mr. L. Timmerman in zijn advies aan de Hoge Raad geconcludeerd tot vernietiging van de arresten van de Ondernemingskamer en tot afwijzing van de oorspronkelijke vorderingen van SOBI.

De Hoge Raad doet op vrijdag 10 februari 2006 om 10.00 uur uitspraak.

Op vrijdag 10 februari 2006 zal rond 11.00 uur een samenvatting van de uitspraak (rolnr. C04/305HR) worden gepubliceerd op www.hogeraad.nl/ actualiteiten en de volledige uitspraak wordt zo spoedig mogelijk daarna gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.

Den Haag, 8 februari 2006
de griffier, mw. mr. E. Hartogs
tel 070 â 3611236

LJ Nummers

AP8932
AF0021


Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 8 februari 2006 Naar boven