Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801Inleiding
2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
ARBO/KON/2005/64659
Onderwerp Datum
Aanbieding rapport "Gezondheidsschade en 9 februari 2006
kosten als gevolg van RSI en psychosociale
arbeidsbelasting in Nederland"
In het nieuw voorziene arbostelsel komt sociale partners een belangrijke rol toe in het concreet invulling geven aan gezonde en veilige arbeidsomstandigheden die de overheid stelt. Voor prioritering van die aanpak is een helder beeld noodzakelijk van wat de gevolgen zijn van arbeidsomstandigheden ten aanzien van bepaalde risico's en in welke sectoren deze het meeste voorkomen. Ik acht het mijn verantwoordelijkheid bij te dragen aan het verkrijgen van dit duidelijke beeld. In het onderhavige geval heb ik onderzoek laten doen naar de (financiële) gevolgen van RSI en psychosociale arbeidsbelasting in ons land en in welke sectoren deze gevolgen het meest worden gevoeld.
De uitkomsten van het onderzoek zijn neergelegd in het rapport "Gezondheidsschade en kosten als gevolg van RSI en psychosociale arbeidsbelasting (PSA) in Nederland", dat ik u hierbij aanbied. Aan dit onderzoek refereerde ik zowel in mijn reactie op vragen van de leden van de Tweede Kamer Van Egerschot en De Wit n.a.v. een onderzoek naar werkgerelateerde sterfte (Aanhangsel Handelingen TK 2005, nr. 1713), als tijdens het Algemeen Overleg met de Vaste Tweede- Kamercommissie voor SZW van 8 juni jl. over arbozaken.
Het rapport brengt de omvang, ernst, duurzaamheid en kosten van de gezondheidsschade als gevolg van PSA en werkgebonden RSI in kaart. Waar mogelijk zijn de onderzoeksresultaten uitgesplitst naar sector of beroep. Hierdoor wordt duidelijk waar met aanpak van beide arborisico's de meeste winst valt te behalen.
De onderzoeksresultaten PSA
Het aandeel van werkgerelateerde psychische klachten in het totale verzuim wordt geschat op
3,6% 6,3%. Dit aandeel neemt sterk toe naarmate het verzuim langer duurt: van de mensen die meer dan 13 weken per jaar verzuimen geeft 12%-16,5% aan dat dat door werkgerelateerde psychische klachten komt. Het aandeel van de WAO-uitkeringen dat door werkgerelateerde psychische klachten wordt veroorzaakt, komt uit op 14%. De WAO-duur is in het algemeen gemiddeld 3 à 4 jaar, behalve bij posttraumatische stressstoornissen, waar de gemiddelde duur meer dan 11 jaar bedraagt. De sectoren die de meeste baat hebben bij aanpak van PSA omdat een werknemer daar het grootste risico loopt op verzuim én WAO-instroom, zijn de sector financiële instellingen en de sector bouwnijverheid.
Totale jaarlijkse kosten door psychosociale arbeidsbelasting worden geschat op 4 miljard euro. Bijna de helft daarvan wordt veroorzaakt door kosten als gevolg van WAO-uitkeringen. De totale verzuimkosten komen uit op 1,3 miljard euro en medische kosten op ruim 1 miljard euro. Verzuimkosten door werkgerelateerde psychische klachten zijn het hoogst in de sectoren industrie en financiële instellingen, en kosten als gevolg van werkgerelateerde WAO-uitkeringen door psychische klachten zijn het hoogst in de gezondheidszorg en industrie. Wanneer de kosten van werkgerelateerde hart- en vaatziekten en ongevallen daarbij worden opgeteld, zijn de totale kosten als gevolg van PSA het hoogst zijn in de industrie, gezondheidszorg, handel, overheid en vervoer en communicatie.
Psychosociale arbeidsbelasting kan leiden tot dodelijk letsel. De omvang van sterfte door zelfdoding, een hart- en vaataandoening of ongeval als gevolg van psychosociale arbeidsbelasting wordt geschat op 660 werknemers per jaar. Dit betreft overigens een klein deel van het totaal overlijden als gevolg van zelfdoding, een hart- en vaataandoening of ongeval.
De onderzoeksresultaten RSI
Het aandeel van verzuim door werkgerelateerde RSI in het totale verzuim wordt geschat op 3,8% 6,2%. Dit aandeel neemt toe naarmate het verzuim langer duurt: van de mensen die meer dan 13 weken per jaar verzuimen geeft 7,6%-10,2% aan dat dat door werkgerelateerde RSI komt . Het aandeel van de WAO-uitkeringen dat door werkgerelateerde RSI wordt veroorzaakt, wordt geschat op ruim 2%. De WAO-duur is in het algemeen gemiddeld 3 à 4 jaar. De sectoren die de meeste baat hebben bij aanpak van RSI omdat werknemers daar het hoogste risico lopen op verzuim en WAO-instroom als gevolg van werkgerelateerde RSI, zijn de bouwnijverheid en de sector vervoer en communicatie.
Totale jaarlijkse kosten door RSI worden geschat op 2,1 miljard euro. Een relatief grote kostenpost naast de verzuimkosten voor werkgevers (962 miljoen euro) zijn de kosten van verminderde arbeidsproductiviteit als gevolg van het doorwerken met RSI-klachten zonder te verzuimen (808 miljoen euro). De jaarlijkse kosten door WAO-uitkeringen bedragen 237 miljoen euro. De medische kosten door RSI bedragen per jaar 119 miljoen euro. Verzuimkosten door werkgerelateerde RSI zijn het hoogst in de sectoren gezondheidszorg en onderwijs; WAO-kosten door werkgerelateerde RSI zijn het hoogst in de sectoren industrie en gezondheidszorg. Opgeteld zijn deze kosten door RSI het hoogst in de sectoren gezondheidszorg, industrie, onderwijs, bouwnijverheid en handel. Ten aanzien van het onderwijs moet een slag om de arm gehouden worden omdat deze cijfers deels gebaseerd zijn op kleine aantallen werknemers met verzuim door RSI.
Bruikbare informatie voor werkgevers en werknemers
Ik ga er vanuit dat deze voor zich sprekende cijfers over effecten en kosten een rol zullen spelen in de bewustwording van werkgevers en werknemers uit sectoren waar genoemde risico's het meest spelen. Ik verwacht dat deze cijfers hen, voor zover nodig, aansporen om tot een effectieve aanpak over te gaan. Dit onderzoek maakt duidelijk dat men daar ook financieel veel baat bij heeft.
Ik wil bovengenoemde resultaten tevens plaatsen naast informatie uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2003, waaruit blijkt dat zo'n 52% van alle Nederlandse werknemers het wenselijk vindt dat hun werkgever (aanvullende) werkdrukmaatregelen treft. Ongeveer 40% vindt dat er (verdere) RSI-maatregelen getroffen dienen te worden. Dit betekent niet dat er nog geen maatregelen getroffen zijn, maar de vraag is of de juiste maatregelen worden getroffen en of de reeds getroffen maatregelen voldoende effectief zijn.
In de voorgenomen nieuwe arboregelgeving zullen doel- dan wel procesvoorschriften voor beheersing van beide arborisico's worden opgenomen. Zoals ik u op 4 oktober j.l. meldde in mijn brief over de nationale kop arbeidsomstandigheden (Kamerstukken II, 2005/05, 25 883, nr. 55) vind ik dat opname van een beleidsvoeringverplichting in de Arbeidsomstandighedenwet om psychosociale arbeidsbelasting te beheersen, opportuun is. Het ligt niet in mijn bedoeling de huidige verplichtingen ter preventie van RSI, die gebaseerd zijn op EU-regels, te wijzigen. Het is aan werkgevers en werknemers deze voorschriften concreet in te vullen met maatregelen die passend en adequaat zijn voor hun onderneming. Dergelijke op maat gesneden preventiemaatregelen zijn reeds in een aanzienlijk aantal sectoren beschikbaar gekomen. Zoals bekend hebben veel sectoren, waaronder een deel van de in dit rapport genoemde hoogrisicosectoren, mede door arboconvenantsafspraken aanpakken en maatregelen gericht op beheersing van PSA en RSI ontwikkeld en geïmplementeerd. Het zou voor de hand liggen dat ook sectoren waar deze risico's spelen en die dergelijke aanpakken nog niet hebben ontwikkeld, daarmee aan de slag gaan.
Het is dus van belang dat werkgevers en werknemers kennis nemen van de resultaten van het onderhavige onderzoek en ermee aan de slag gaan. Daarom zal ik ervoor zorgen dat het rapport actief onder de aandacht zal worden gebracht van het veld, in het bijzonder van sociale partners in de eerder genoemde top-5 hoogrisicosectoren.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(H.A.L. van Hoof)
Bijlage: Rapport "Gezondheidsschade en kosten als gevolg van RSI en psychosociale arbeidsbelasting (PSA) in Nederland" Zie het origineel