Gerechtshof 's-Gravenhage
Zaak Haagse gasexplosie terug naar rechtbank
Den Haag, 9 februari - Het Gerechtshof âs-Gravenhage heeft vandaag het
openbaar ministerie alsnog ontvankelijk verklaard in zijn vervolging
van twee verdachten in de zaak van de zgn. Haagse gasexplosie (Herman
Costerstraat, 2003). Informatie uit tapverslagen van gesprekken tussen
advocaten en de verdachten is volgens het hof niet gebruikt in het
onderzoek. Het hof oordeelde dat schending van het verschoningsrecht
in deze zaak niet zo ernstig was dat daarmee het recht van het
openbaar ministerie om de verdachten te vervolgen is komen te
vervallen. De uitspraak betekent dat de zaak nu alsnog door de
Rechtbank âs-Gravenhage behandeld zal gaan worden.
De gasexplosie vond plaats op 28 juni 2003 in de Herman Costerstraat
in Den Haag. Ongeveer twintig personen raakten daarbij gewond en er
werden enkele panden onbewoonbaar verklaard. De Haagse rechtbank
verklaarde het openbaar ministerie niet-ontvankelijk omdat in strijd
met de regels telefoontaps van gesprekken tussen de verdachten en hun
advocaten niet waren vernietigd. Het openbaar ministerie ging tegen
die beslissing in hoger beroep.
Tapverslagen
De procedure bij het hof heeft meer dan een jaar in beslag genomen.
Een bijzondere stap van het hof was dat het in juni 2005 heeft bevolen
dat de gewraakte tapverslagen aan het hof moesten worden overgelegd.
Die tapverslagen waren inmiddels uit het strafdossier verwijderd. Het
hof heeft achter gesloten deuren kennis genomen van die tapverslagen
en heeft daaromtrent de politieambtenaren als getuigen gehoord.
Het hof stelde onder meer vast dat in geen enkel opzicht is gebleken
dat de informatie uit die tapverslagen in het onderzoek is gebruikt.
Meer in het algemeen heeft het hof vastgesteld dat het niet-opvolgen
van de regels voor tapgesprekken met zgn. geheimhouders en de
schending van het verschoningsrecht in deze zaak niet zo ernstig waren
dat daarmee het recht van het openbaar ministerie om de verdachten te
vervolgen is komen te vervallen.
Bewaren tapverslagen
Het hof heeft tenslotte besloten dat het openbaar ministerie die
tapgesprekken moet bewaren, mocht daar later in de procedure nog
behoefte aan zijn. De tapgesprekken worden echter niet aan het
strafdossier toegevoegd. Op deze wijze wordt volgens het hof de
vertrouwelijkheid van gesprekken tussen de verdachten en hun
raadslieden maximaal gewaarborgd.
LJ Nummers
AV1251
AV1263
Bron: Gerechtshof 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 9 februari 2006