Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording kamervragen over Noord-Oeganda, de DRC en Soedan

|Aan de Voorzitter van de        |          |Directie Sub-Sahara Afrika   |
|Tweede Kamer der Staten-Generaal|          |Afdeling Midden- en          |
|                                |          |Oost-Afrika                  |
|Binnenhof 4                     |          |Bezuidenhoutseweg 67         |
|Den Haag                        |          |Postbus 20061                |
|                                |          |2500 EB Den Haag             |
|Datum |9 februari 2006                     |Behand|Wouter Vidlund       |
|      |                                    |eld   |                     |
|Kenmer|DAF/MA - 93/06                      |Telefo|070 - 3485777        |
|k     |                                    |on    |                     |
|Blad  |1/7                                 |Fax   |070 - 3486607        |
|Bijlag|                                    |                             |
|e(n)  |                                    |                             |
|Betref|Beantwoording vragen van de leden   |                             |
|t     |Koenders en Samsom over             |                             |
|      |Noord-Oeganda, de Democratische     |                             |
|      |Republiek Congo en Soedan           |                             |
Graag bieden wij u hierbij, mede namens de heer Kamp, minister van Defensie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Koenders en Samsom over Noord-Oeganda, de Democratische Republiek Congo en Soedan. Deze vragen werden ingezonden op 25 januari 2006 met kenmerk 2050606890.

De Minister De Minister

van Buitenlandse Zaken, voor Ontwikkelingssamenwerking,

Dr. B.R. Bot A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, en mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, mede namens de heer Kamp, minister van Defensie, op vragen van de leden Koenders en Samsom (beiden PvdA) over de vredesprocessen in Noord-Oeganda, de Democratische Republiek Congo en Soedan.

Vraag 1
Wat is uw inschatting van de actuele positie van de Lord's Resistance Army (LRA), nu deze de frequentie van aanvallen op humanitaire hulpverleners lijkt op te voeren en daarnaast een 'safe-haven' zoekt in Oost-Congo? 1)

Antwoord
Ondanks berichten van Oegandese overheidszijde dat de LRA ernstig verzwakt zou zijn, werden alleen al in de afgelopen week 53 mensen in Noord-Oeganda ontvoerd. Gedurende een korte periode in oktober en november vorig jaar vonden vier aanvallen op humanitaire hulpverleners plaats in Noord-Oeganda en twee in Zuid-Soedan. Sindsdien hebben geen aanvallen op hulpverleners meer plaatsgevonden, mede doordat NGO's hun bewegingen in het gebied beperkten.

De LRA is in Zuid-Soedan aanwezig met kleine, licht bewapende groepen van 10 à 15 personen. Soedan en Oeganda werken samen bij de bestrijding van de LRA. Er gaat een preventieve werking uit van de aanwezigheid van de VN-missie UNMIS en de recent gevormde 'Joint Integrated Units', bestaande uit soldaten uit het regeringsleger en soldaten van het 'Sudanese People's Liberation Army' (SPLA). Ook mogen de Oegandese strijdkrachten (UPDF) de LRA in Soedan achtervolgen tot 100 km over de grens (de zogenaamde Red Line).

De regering volgt overigens nauwlettend de aanwezigheid van de LRA in Soedan, met het oog op de uitzending van Nederlandse waarnemers naar Zuid-Soedan.

Mogelijk als gevolg van meer intensieve samenwerking tussen de UPDF, de SPLA en het Soedanese leger heeft een deel van de LRA zijn toevlucht gezocht tot het Garamba Park in het noord-oosten van de DRC. Hier werden op 23 januari jl. acht Guatemalteekse militairen van de VN-missie MONUC gedood tijdens een vuurgevecht met een onbekende gewapende groep. Betrouwbare informatie dat dit LRA-strijders betrof ontbreekt.

Vraag 2
Welke gevolgen heeft deze tactiek naar uw oordeel voor de vredesprocessen in zowel Noord-Oeganda, de Democratische Republiek Congo en Soedan? Bent u bereid stappen te nemen in VN- en EU-verband en in de relevante regionale verbanden om deze destabilisatie van de afgelopen maanden actief een halt toe te roepen?

Antwoord
De mogelijke aanwezigheid van de LRA in Garamba Park in het noord-oosten van de DRC heeft een potentieel destabiliserende werking in de DRC. Het heeft voorts de spanningen tussen de regeringen van de DRC en Oeganda doen oplopen. Oeganda heeft eerder al gedreigd met het binnentrekken van de DRC om de LRA aan te pakken. Deze spanningen zijn overigens verminderd na de laatste 'Tripartite plus'-bijeenkomst (Oeganda, DRC, Rwanda en Burundi) in Kampala in oktober 2005.

In Soedan is de LRA slechts een relatief marginale speler die geen bedreiging vormt voor het Soedanese vredesproces. De uitvoering van het Noord-Zuid vredesakkoord ligt goeddeels op schema. De restanten van de LRA in Zuid-Soedan worden gezamenlijk bestreden door de Soedanese partijen en Oeganda.

Nederland blijft zowel in EU- als in VN-verband aandacht vragen voor de situatie in Noord-Oeganda. Tijdens het open debat in de Veiligheidsraad over "Peace, Security and Development in the Great Lakes Region of Africa" heeft Nederland gepleit voor meer internationale aandacht voor en betrokkenheid bij het conflict van de Oegandese regering met de LRA en de dramatische gevolgen daarvan voor de bevolking van Noord-Oeganda. Vanwege de regionale implicaties van het conflict is ook aandacht van de VN-Veiligheidsraad wenselijk.

Vraag 3
Welke druk oefent het 'Kwartet' (de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en Nederland) in dit verband uit op zowel de Oegandese regering als op andere betrokkenen, waaronder de Congolese regering, het LRA en de Soedanese inlichtingendienst?

Antwoord
De zogenoemde 'kerngroep' (of het Kwartet), sinds 2004 actief, was in eerste instantie onder meer opgericht om de bemiddelingspogingen van oud-minister Betty Bigombe te ondersteunen. De inspanningen van Betty Bigombe zijn, mede door het uitkomen van de arrestatiebevelen van het International Strafhof, in ieder geval voorlopig tot stilstand gekomen.

Nederland blijft van mening, dat een gecoördineerde internationale inspanning nodig is om een einde te maken aan het conflict. De kerngroep zal in de komende periode verder werken aan een integrale aanpak. Deze richt zich op de korte termijn op een grotere internationale inspanning voor ondersteuning van OCHA bij de aanpak van de humanitaire crisis in de kampen met ontheemden in Noord-Oeganda, effectuering van de arrestatiebevelen van het Internationaal Strafhof tegen de top-5 van de LRA, en onderhandelingen met de overige kaders en strijders in samenhang met de door de Oegandese regering verlengde amnestieregeling. Op de lange termijn gaat het om een plan voor 'Demobilisation, Disarmament, Reintegration' (DDR), wederopbouw, verzoening en ontwikkeling. Oeganda heeft op dit plan in een eerste reactie positief gereageerd. Nederland speelt hierbij een actieve rol.

Vraag 4
Wat is uw analyse van de huidige stand van zaken ten aanzien van de bemiddelingsinitiatieven van de Oegandese hoofdonderhandelaar met de LRA, Betty Bigombe? Bent u bereid om onder meer via de Veiligheidsraad steun te verwerven voor een sterke impuls voor het vredesproces?

Antwoord
Het bemiddelingsinitiatief van Betty Bigombe, die overigens niet 'Oegandees hoofdonderhandelaar' is maar bemiddelt tussen de regering en de LRA, was gericht op de top van de LRA en is met de uitvaardiging van de arrestatiebevelen tegen die top door het Internationaal Strafhof voorlopig tot stilstand gekomen. Het 'Kwartet' zal nader moeten bezien of een voortzetting van het initiatief van Betty Bigombe, aangepast aan de nieuwe omstandigheden, zinvol is. Daarnaast heeft Nederland, zoals gesteld onder vraag 2, gepleit voor aandacht van de VN-Veiligheidsraad.

Vraag 5
Welke stappen onderneemt het Kwartet om, ofwel het Oegandese leger te steunen, ofwel alternatieven te zoeken om ervoor te zorgen dat de arrestatiebevelen die het Internationale Strafhof heeft uitgevaardigd, daadwerkelijk worden uitgevoerd?

Vraag 6
Wat is de positie van de Verenigde Staten bij de uitvoering van de arrestatiebevelen van het Internationale Strafhof? Steunen de Verenigde Staten een proactieve houding? Zo neen, welke stappen ondernemen de andere leden van het Kwartet om bij te dragen aan uitvoering van de arrestatiebevelen van het Internationale Strafhof?

Antwoord
Het Kwartet geeft geen directe steun aan de Oegandese strijdkrachten ten behoeve van de arrestatie van de aangeklaagde LRA-leden. Reden hiervoor zijn zorgen over mensenrechtenschendingen en corruptie. Om dezelfde reden beperkt de Amerikaanse ondersteuning zich tot training en communicatie- en transportmiddelen. Nederland, het VK en de VS hebben zitting in de 'defensie sector werkgroep' in Oeganda waarin met de Oegandezen gesproken wordt over hervormingen van de defensiesector. Deze dialoog verloopt echter moeizaam en heeft nog geen resultaten opgeleverd.

Gezien de bekende bezwaren van de VS tegen het Strafhof, zou het niet realistisch zijn van de VS een pro-actieve houding te verwachten waar het betreft de tenuitvoerlegging van de arrestatiebevelen. De VS stelt zich op het standpunt dat de landen die partij zijn bij het Statuut van Rome hiervoor verantwoordelijk zijn. Gelet op de bewegingen van de gezochte personen is behalve de medewerking van Oeganda ook die van buurlanden essentieel.

Vraag 7
Kunt u aangeven wat de effecten in Oeganda zijn van het (deels) intrekken van de budgetsteun aan de Oegandese regering door verschillende donoren? Welke donoren hebben dergelijke maatregelen genomen en op welke wijze trekken zij gezamenlijk op?

Antwoord
De macro-economische effecten van de kortingen op de begrotingssteun zijn beperkt gebleven, aangezien Oeganda ruime buitenlandse reserves heeft en een dergelijke klap kan opvangen. Politiek gezien hebben de kortingen wel effect gehad. Zo hebben de kortingen ruime aandacht in de pers gekregen, hetgeen leidde tot veel publieke discussie in Oeganda.

Naast Nederland hebben ook Duitsland, Ierland, Noorwegen, het VK, de Wereldbank en Zweden hun begrotingssteun verminderd. Het totaal van kortingen en uitgestelde betalingen beloopt ongeveer USD 73 miljoen. De donoren baseren hun besluitvorming op dezelfde voortgangsindicatoren. Tevens wordt de dialoog met de Oegandese overheid zoveel mogelijk gezamenlijk gevoerd. Dit laat uiteraard onverlet, dat iedere donor uiteindelijk een individuele afweging over het verminderen van begrotingssteun maakt.


1) 'A strategy for Ending Northern Uganda's Crisis', www.crisisgroup.org


---- --