Ingezonden persbericht


DIERENWELZIJN
GROENLINKS-Amersfoort vraagt aandacht voor dieren

GROENLINKS-Amersfoort wil dat de gemeente meer aandacht besteedt aan het welzijn van alle dieren. Daarom heeft de fractie een conceptnota geschreven. Fractielid Mustafa Ozcan van GroenLinks/Lijst Özcan biedt de nota tijdens de raadsvergadering in maart 2006 aan de burgemeester.

wat is het doel van de nota?
In deze nota geeft GROENLINKS-Amersfoort een aanzet tot het ontwikkelen van een integraal dierenwelzijnsbeleid in de gemeente Amersfoort. Verder wil de nota de verantwoordelijkheden omtrent het dierenwelzijn goed regelen.

GROENLINKS-Amersfoort wil met de nota duidelijkheid verschaffen naar de inwoners van de gemeente en de interne gemeentelijke organisatie.

Waarom deze nota?
In Amersfoort bevinden zich heel veel dieren. Er worden zeer uiteenlopende gezelschapsdieren gehouden, zoals honden en katten maar ook exotische vogels en reptielen. Ook zijn er veel landbouwhuisdieren in de gemeente, zoals varkens en koeien. In een laboratorium van een bedrijf bevinden zich proefdieren. De grootste groep dieren wordt gevormd door in het wild levende dieren. Tegenover deze vele dieren heeft de mens verplichtingen, vooral omdat dieren in de stad in hoge mate van de mens afhankelijk zijn. Dieren horen bij de samenleving. Een gemeente zonder dieren zou aanzienlijk inboeten aan levendigheid, waarde en veelzijdigheid. Dieren verdienen aandacht en zorg. Dieren hebben ook het recht op bescherming en een goede verzorging. Dit geldt zowel voor huisdieren als voor vrij levende en wilde dieren. Veel besluiten en handelingen van de gemeente zijn van invloed op het welzijn van dieren, zowel de landbouw- huisdieren als de in het wild levende dieren.

Wat staat er in de nota?
De nota geeft een overzicht per diercategorie, zoals gezelschapsdieren, landbouwhuisdieren, dieren in nood. GROENLINKS-Amersfoort beschrijft de welzijnproblemen waarmee dieren geconfronteerd worden en de mogelijkheden die de gemeente heeft om een bijdrage te leveren aan een beter dierenwelzijn. Concrete voorstellen zijn bijvoorbeeld:

. Een financiële bijdrage voor het wegwerken van het achterstallig onderhoud van het Amersfoortse dierenasiel;
. Een betere, meer eigentijdse financiële ondersteuning van de Dierenambulance;
. Herziening van het hondenbeleid (waarin ook het hondenpoepbeleid en het losloopbeleid worden geactualiseerd);
. Géén vergunning meer voor viswedstrijden en voor circussen die met wilde dieren werken;
. Ondersteuning van diervriendelijke huisvesting van veehouderijbedrijven binnen de gemeente. De gemeente kan zelf het goede voorbeeld geven door in de kantines en op recepties uitsluitend scharrel- of biologisch vlees te serveren;
. Een meer diervriendelijke aanpak van overlast door zwerfkatten en stadsduiven
. Een visstandbeheerplan voor de stadswateren van Amersfoort. GroenLinks/Lijst Özcan wil dat één wethouder verantwoordelijk wordt gemaakt voor het dierenwelzijnsbeleid.

Artikel 149 van de Gemeentewet bepaalt dat de raad de verordeningen maakt die hij in het belang van de gemeente nodig oordeelt. De gemeente heeft dus ook het recht om de zorg en de bescherming van dieren in zijn beleid op te nemen. De nota van GROENLINKS-Amersfoort geeft hiervoor een voorzet.

Mustafa Ozcan
GroenLinks Raadslid


---- --
Inhoud


1. DIERENWELZIJNSBELEID IN DE GEMEENTE AMERSFOORT.


1.1 INLEIDING

1.2. Doel Groenlinks/Lijst Özcan-nota

1.3 Mogelijkheden van de gemeente


2. GEZELSCHAPSDIEREN

1. Opvangplicht

1. Rol van de gemeente

2.1.2 Situatie in gemeente Amersfoort

2. Standpunt Groenlinks/Lijst Özcan

2. Voorlichting

2.2.1 Situatie in gemeente Amersfoort

2. Standpunten GroenLinks/ Lijst Özcan

2.3 Hondenbeleid

2.3.1 Rol van de gemeente
2.3.2 Situatie in gemeente Amersfoort
2.3.3 Standpunt Groenlinks/Lijst Özcan
2.4 Ouderen en hun huisdier
2.4.1. Standpunt GroenLinks/Lijst Ozcan


3. DIEREN VOOR VERMAAK EN EDUCATIE

3.1 Rol van de gemeente Amersfoort
3.2 Standpunt Groenlinks/Lijst Özcan


4. DIEREN IN NOOD

4.1 Vervoer en opvang van dieren in nood
4.1.1 Rol van de gemeente
2. Situatie in gemeente Amersfoort
4.1.3 Standpunt Groenlinks/Lijst Özcan
4.2 Gemeentelijke rampenplan
4.2.1 Rol van de gemeente
4.2.2 Standpunt GroenLinks/Lijst Ozcan


5. LANDBOUWHUISDIEREN

5.1 Rol van de gemeente
5.2 Standpunt GroenLinks/Lijst Ozcan


6. PROEFDIEREN

6.1 Standpunt GroenLinks/Lijst Ozcan


7. IN HET WILD LEVENDE DIEREN

7.1 Rol van de gemeente
2. Kapvergunning
7.3 Overlast van in het wild levende dieren

1. Rol van de gemeente
7.4 Botulisme
7.5 Standpunten GroenLinks/Lijst Ozcan


8. JACHT, BEHEER EN SCHADEBESTRIJDING

8.2 Rol van de gemeente
8.1 Standpunt GroenLinks/Lijst Ozcan


9. HENGELEN

9.1 Rol gemeente
2. Standpunt GroenLinks/Lijst Ozcan


10. GEMEENTEGRENSOVERSCHRIJDEND DIERENWELZIJNSBELEID


10.1 Standpunt GroenLinks/Lijst Ozcan


11. POLITIEKE CONSEQUENCIES


1. DIERENWELZIJNSBELEID IN DE GEMEENTE AMERSFOORT.


1.1 INLEIDING

In onze gemeente Amersfoort bevinden zich duizenden dieren. Onze inwoners houden zeer uiteenlopende gezelschapsdieren zoals honden en katten, maar ook exotische vogels en reptielen. Daarnaast zijn er veel landbouwhuisdieren in onze gemeente zoals varkens en koeien. De grootste groep dieren wordt echter gevormd door de in het wild levende dieren.

Tegenover deze vele dieren hebben wij als mens de morele verplichting om ze als zwakkeren in onze samenleving te beschermen en niet te benadelen. Wij hebben zelfs een extra wettelijke zorgplicht. De Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren stelt in artikel 36 lid 3 dat 'een ieder verplicht is hulpbehoevende dieren de nodige zorg te verlenen'. Dit artikel is van toepassing op door de mens gehouden dieren, maar ook op dieren die in een natuurlijke omgeving leven (1). Omdat dieren, van welke aard dan ook, in hoge mate van de mens afhankelijk zijn geworden, horen ze bij de samenleving. Een gemeente zonder dieren zou aanzienlijk inboeten aan levendigheid, waarde en veelzijdigheid. Dieren verdienen onze aandacht en zorg op basis van godsdienst, humanisme of anderszins. Veel besluiten en handelingen van de gemeente zijn van invloed op het welzijn van dieren, zowel de landbouwdieren als gezelschapsdieren en de in het wild levende dieren.


1.2. Doel Groenlinks/Lijst Özcan-nota

Doelstelling van deze Groenlinks/Lijst Özcan-nota is een aanzet geven tot:
. Ontwikkelen van integraal dierenwelzijnsbeleid in de gemeente Amersfoort
. Verantwoordelijkheden omtrent dierenwelzijn regelen
. Duidelijkheid verschaffen naar de burger en de interne gemeentelijke organisatie over de rol van de gemeente in dezen.

Groenlinks/Lijst Özcan geeft in deze nota een overzicht per diercategorie. Hierin gaan we kort in op dierenwelzijnproblemen waarmee dieren geconfronteerd worden en de mogelijkheden die de gemeente heeft om een bijdrage te leveren aan een beter dierenwelzijn. Bij sommige onderdelen doet Groenlinks/Lijst Özcan een concreet voorstel.


1.3 Mogelijkheden van de gemeente

In de Grondwet wordt geregeld welke bevoegdheden gemeenten hebben en welke grenzen aan deze bevoegdheden zijn gegeven. Artikel 124 lid 1 van de Grondwet erkent het zelfbeschikkingsrecht (autonomie) van gemeente. De bevoegdheid tot regeling en bestuur wordt aan gemeentebesturen overgelaten (autonome bevoegdheid). Op grond van art.124 lid 2 zijn gemeentebesturen zelfs verplicht te regelen of besturen als bijzondere wetten dit eisen (landelijk wetgeving). De taken en bevoegdheden van gemeenten die voortvloeien uit wetgeving bevat dus bepalingen waarin aan de gemeente wordt opgedragen regels te stellen met betrekking tot in deze wet bepaalde onderwerpen.

Deze grondwettelijke bepalingen worden bevestigd door gelijksoortige bepalingen in de Gemeentewet. Artikel 149 van de Gemeentewet bepaalt dat de raad de verordeningen maakt die hij in het belang van de gemeente nodig oordeelt. In de APV van de gemeente Amersfoort staan verschillende artikelen over dieren: onder andere artikelen 2.4.17 t\m 2.4.25


2. GEZELSCHAPSDIEREN

Hierbij denken we onder andere aan: honden, katten, cavia's, konijnen, vogels, reptielen, vissen, maar ook hobbymatig gehouden dieren zoals schapen, paarden, geiten en kippen.

Veel gezelschapsdieren kunnen als zwerfdieren belanden in het asiel of andere opvang. Ook afstandsdieren komen meestal in een opvang terecht, omdat eigenaren om diverse redenen niet langer in staat zijn om voor hun dier te zorgen.


3. Opvangplicht


1. Rol van de gemeente

Gevonden dieren vallen volgens het Burgerlijk Wetboek (boek 5 art .8 lid 3) onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Een vinder van een zwerfdier is verplicht hiervan zo snel mogelijk aangifte te doen bij de politie. Vervolgens treedt het Burgerlijk Wetboek in werking. Op grond daarvan is de gemeente verplicht een gevonden dier minimaal twee weken te bewaren en te verzorgen. Deze twee weken geven de eigenaar de kans het dier terug te halen. Als de eigenaar zich niet binnen twee weken meldt, is de gemeente bevoegd het dier aan een ander te verkopen of te geven.


2.1.2 Situatie in gemeente Amersfoort

De gemeente Amersfoort heeft haar opvang- en bewaarplicht voor dieren overgedragen aan de Dierenbescherming Afdeling Amersfoort. Hiervoor betaalt de gemeente de Dierenbescherming een vergoeding. Tot twee jaar geleden was die gemeentelijke vergoeding niet eens voldoende om het Amersfoortse dierentehuis op een minimale basis te exploiteren. Hierdoor heeft o.a. het achterstallig onderhoud aan de gebouwen ernstige vormen aangenomen. Deze situatie is gelukkig verbeterd. Momenteel hebben de gemeente en de Dierenbescherming een meerjarig contract afgesloten tot het betalen van een gemeentelijke vergoeding conform de norm die door de Landelijke Dierenbescherming gehanteerd wordt m.b.t de kosten van de opvang en verzorging van dieren die om welke reden dan ook op straat zijn beland. De opvangplicht van de gemeente is niet beperkt tot honden en katten. Het gaat om alle gevonden dieren die vermoedelijk een eigenaar hebben (gehad). Het kan dus ook gaan om een konijn of schildpad die ontsnapt is. Het aantal op straat etc. gevonden knaagdieren is de laatste jaren enorm gestegen. Alleen al in 2005 binnen de gemeentegrenzen van Amersfoort zijn dat circa 200 dieren. Ook deze dieren worden door de Dierenambulance naar het Dierentehuis vervoerd, waar ze opgevangen worden.

Naast het opvangen van zwerf- en afstandsdieren heeft het Dierentehuis Amersfoort enkele andere, wat minder bekende maatschappelijke functies. Sinds geruime tijd stelt Justitie veroordeelden met een taakstraf te werk in het Dierentehuis. Hier kunnen deze mensen hun taak onder begeleiding van het tehuis vervullen. Tevens vinden er in het tehuis jeugdactiviteiten plaats en kunnen er diverse opleidingen gevolgd worden op het gebied van dierenverzorging en dierenopvoeding. Daarnaast ontvangt het Dierentehuis regelmatig medewerkers van bedrijven die in het kader van managementopleidingen praktische werkzaamheden uitvoeren.


2.1.3 Standpunt Groenlinks/Lijst Özcan

Hoewel de financiële relatie met de gemeente Amersfoort een stuk verbeterd is, blijven er prangende zaken in het Dierentehuis Amersfoort onopgelost. Het tehuis verkeert in een zeer slechte bouwkundige toestand. Haar hoofdactiviteit, het opvangen en verzorgen van dieren, komt met de huidige accommodatie steeds meer in de knel. Momenteel ontstaat er rond de vakantietijd een ernstig tekort aan hokken om de dieren op te vangen. De opvang van knaagdieren is zelfs zo problematisch geworden, dat het Dierentehuis (tijdelijk) opvang gebruikt bij particulieren thuis. Aan de eisen van medische aard (quarantaine mogelijkheden, behandelkamer voor de dierenarts) kan niet meer of onvoldoende voldaan worden. Door de sterk stijgende aantallen aangeboden dieren moet er steeds vaker geïmproviseerd worden. Hierdoor boet het Dierentehuis in aan capaciteit en kwaliteit. Langdurig uitblijven van onderhoud heeft nu als resultaat dat alleen nieuwbouw een realistische optie is. Zo'n nieuwbouw wordt ruwweg begroot op E 1.5 miljoen. De Dierenbescherming Afdeling Amersfoort geeft zelf aan naar (bescheiden) vermogen te willen bijdragen aan een nieuw Dierentehuis. Daarnaast lijkt sponsoring vanuit het bedrijfsleven, als manier van maatschappelijk ondernemen, een haalbare zaak. Alles hangt echter af van de financiële hulp die de gemeente aan dit project wil besteden.

Groenlinks/Lijst Özcan pleit ervoor dat de gemeente Amersfoort de belangrijkste financier van dit nieuwbouwproject zal worden. De gemeente dient hierover met de Dierenbescherming Afdeling Amersfoort in overleg te gaan.


4. Voorlichting

Zodra een dier wordt vermist, dient de eigenaar hiervan zowel aangifte te doen bij de politie als de vermissing te melden bij een centraal meld- en registratiepunt, zoals het Dierentehuis Amersfoort en Amivedi. Als een dier een identificatie heeft (chip, tatoeage, halsband met naam en adres etc) vergroot dat de kans op het terugvinden van de eigenaar. Als de eigenaar zich binnen twee weken meldt, kan hij/zij het dier mee terug naar huis nemen na vergoeding van de onkosten. Het is voor de gemeente financieel gezien van belang dat gevonden dieren zo snel mogelijk teruggaan naar de eigenaar.

2.2.1 Situatie in gemeente Amersfoort

De voorlichting die door het Dierentehuis Amersfoort verzorgd wordt, lijdt onder de slechte facilitaire omstandigheden: er is geen vergader/leslokaal, de algehele indruk is er een van achterstallig onderhoud waarbij het uitwijken naar te huren locaties geen optie is vanwege gebrek aan financiële middelen. Vele nieuwe initiatieven (bijvoorbeeld het organiseren van voorlichtingscursussen en projecten speciaal voor allochtonen) blijven liggen bij gebrek aan een acceptabele accommodatie.

2.2.2 Standpunt GroenLinks/ Lijst Özcan

Groenlinks/Lijst Özcan pleit ervoor dat de gemeente Amersfoort met betrekking tot opvang en vermissing van gezelschapsdieren het publiek voorlicht met behulp van de gemeentegids en via haar gemeentelijke website. Tevens is de fractie van mening dat de gemeente de nieuwbouw van het Dierentehuis financieel dient te ondersteunen om daarmee ook de voorlichtingstaak van de organisatie te ondersteunen.

2.3 Hondenbeleid

2.3.1 Rol van de gemeente

Hondenpoep
In onze samenleving spelen honden een belangrijke rol. Het is belangrijk dat hondeneigenaren en hun honden zonder ergernis en overlast met niet-hondeneigenaren kunnen samenleven. Hondenpoep staat hoog op de lijst van irritaties. Een goed en succesvol hondenbeleid probeert de overlast te bestrijden door goede voorzieningen te treffen in de openbare ruimte, rekening houdend met het welzijn van de honden. Natuurlijk is goede voorlichting hierover belangrijk.

Agressief gedrag
Agressief gedrag bij honden is een probleem waarmee vrijwel iedere gemeente te maken krijgt. Overal waar mensen en honden elkaar ontmoeten, zijn incidenten mogelijk. Uit het rapport "Hondenbeten in kaart gebracht" van de stichting Consument en Veiligheid blijkt dat er jaarlijks 30.000 mensen medisch moeten worden behandeld wegens een hondenbeet. Op basis van de regeling agressieve dieren (rad) kan de minister van LNV aangeven welke dieren niet mogen worden gehouden, gefokt, geïmporteerd of verkocht. Het gaat om dieren die een gevaar kunnen opleveren voor de veiligheid van mens of dier. Op dit moment geldt de regeling voor het type pitbullterriër.

Met betrekking tot de aangewezen agressieve dieren is de burgemeester op grond van artikel 74 van de Gezondheids -en welzijnswet voor dieren (GWWD) bevoegd om dieren naar een door hem aangewezen plaats te laten vervoeren en daar te laten doden. De eigenaar kan afmaken voorkomen als hij binnen zes weken nadat de beschikking aan hem kenbaar is gemaakt, een verzoek als bedoeld in artikel 8:81 Algemene Wet Bestuursrecht heeft ingediend en op dat verzoek niet afwijzend is beslist.

Voor individuele honden die door agressief gedrag een gevaar voor mens en dier vormen, kan de gemeente volgens de APV een aanlijn- en muilkorfgebied instellen op plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn.

2.3.2 Situatie in gemeente Amersfoort

In de APV van de gemeente Amersfoort is een artikel opgenomen over verontreiniging door honden (APV artikel 2.4.18). Amersfoort kan op grond van artikel 2.4.19 van de APV (gevaarlijke honden) voor bepaalde honden een aanlijn- en muilkorfgebied gebieden.

2.3.3 Standpunt Groenlinks/Lijst Özcan

Voor een hondenbeleid dat bevredigend is voor alle inwoners van de gemeente en bijdraagt aan het welzijn van honden, is het goed om het bestaande beleid met betrekking tot honden eens tegen het licht te houden. Groenlinks/Lijst Özcan stelt voor dat de gemeente in 2006 komt met hernieuwde beleidsuitgangspunten naar aanleiding van het bestaande beleid.

Enkele zaken die zeker in dit nieuwe beleid aandacht zullen moeten krijgen, zijn:


- De kwaliteit van honden-uitlaatplaatsen.
- De noodzaak een toegangsverbod in te stellen voor honden in het centrum en de vraag of dit verbod niet beter omgezet kan worden in een opruimplicht.
- De opbrengst van de hondenbelasting. Deze dient volledig besteed te worden aan maatregelen voor honden en onderhoud van hondenuitlaatplaatsen en losloopterreinen.
- Gemeentelijke voorlichting om het volgen van gedrags- en gehoorzaamheidscursussen voor honden te stimuleren.
- Stimulansen voor het volgen van een gedragscursus, bijvoorbeeld door een reductie van de hondenbelasting.
- Gemeentelijke hulp aan organisaties (Dierenbescherming, Hondensport Amersfoort) om goede en goedkope trainingsfaciliteiten te krijgen.
- Publicitaire hulp aan het dierenasiel om meer bekendheid te geven aan de asieldieren die herplaatst moeten worden (bv een vaste kolom met een asieldier op de pagina Gemeentelijke berichten in de lokale huis-aan-huis-bladen).
- Een verplichte identificatie en registratie van honden door middel van bijvoorbeeld een onderhuids ingebrachte chip.

2.4 Ouderen en hun huisdier

Voor ouderen kan het gezelschap van een huisdier van grote betekenis zijn. Voor hen is het dan ook onwenselijk dat de relatie met hun huisdier, anders dan door de dood, zomaar verbroken zou moeten worden. In de afgelopen jaren is steeds meer bekend geworden over de relatie tussen mens en gezelschapsdier en de positieve rol op het lichamelijk en psychisch welzijn van mensen. Niet alleen zorgt het uitlaten van een dier voor lichaamsbeweging en sociale contacten, maar ook zorgt de verantwoordelijkheid voor een dier ervoor dat men beter voor zichzelf zorgt. Het is dus zeer ongewenst dat een oudere, bij opname in woonzorg- of verpleegcentra of verhuizing of verpleegcentra naar een aanleunwoning, afstand moet doen van zijn of haar huisdier. Dat is niet alleen triest voor de ouderen zelf, maar ook voor het dier dat vervolgens meestal in het asiel belandt.

2.4.1. Standpunt GroenLinks/Lijst Ozcan

Het is van groot belang dat het aantal plaatsen waar ouderen met hun huisdieren kunnen wonen wordt uitgebreid. De gemeente kan daarbij een rol spelen door te inventariseren waar dit mogelijk is. Als blijkt dat er onvoldoende mogelijkheden bestaan moeten directies overtuigd worden het houden van huisdieren wel toe te staan. Hier ligt een bemiddelende taak voor de gemeente. Daarbij kan de gemeente rekening houden met de aanwezigheid van uitlaatplaatsen in de buurt van de wooncentra. Naast directe voorlichting aan de doel groep kan de lijst van wooncentra voor ouderen waar huisdieren worden toegelaten, worden opgenomen in de gemeentegids of op de website van de gemeente.

3. DIEREN VOOR VERMAAK EN EDUCATIE

Evenementen met dieren kunnen niet zonder goedkeuring van de overheid gehouden worden. In de eerste plaats geldt de landelijke wetgeving, namelijk de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (GWWD). Deze wet bepaalt dat de mogelijkheden om dieren bij evenementen te gebruiken beperkt zijn. Daarnaast is er bijna altijd een vergunning vereist op grond van de APV.

3.1 Rol van de gemeente Amersfoort

Alle evenementen met dieren moeten door de gemeente zorgvuldig worden beoordeeld. Een kinderboerderij, stadsboerderij of hertenkamp kan van belang zijn voor de opbouw van een goede relatie tussen mens (kind) en dier. Het verantwoord met elkaar in contact brengen van kinderen en dieren is van essentieel belang voor de gedragsbepaling van het kind ten opzichte van het dier. Kinderen leren dieren kennen en ermee omgaan, wat leidt tot onderling vertrouwen. In de gemeente Amersfoort gaat het om de kinderboerderij De Vosheuvel aan de Heiligenbergerweg en een nog op terichten Natuurboerderij in Vathorst. Via afgifte van vergunningen kan de gemeente het dierenwelzijn bij kinderboerderijen bewaken.

Binnen de gemeente bevindt zich ook een dierentuin: Dierenpark Amersfoort. Het houden van wilde dieren in gevangenschap is een moreel dilemma. De vraag is of dierentuinen ooit in staat kunnen zijn om aan de natuurlijke behoeften van de dieren te voldoen. Het welzijn van de betrokken dieren kan in het gedrang komen (6). Vorig jaar kwam het Dierenpark in het nieuws vanwege haar fokbeleid en zorgde daarmee voor de nodige commotie.

Het gebruik van dieren in circussen daarentegen vormt een grove aantasting van het dierenwelzijn en negeert de eigenwaarde van het dier. De dieren kunnen hun normale gedragspatronen niet uitvoeren. Sociaal levende dieren zijn soms gedoemd tot eenzame opsluiting. Dit wordt versterkt doordat de dieren dikwijls een groot deel van het jaar gehuisvest worden in kooien die bedoeld zijn voor transport. Veel dieren worden gehuisvest in een te krappe omgeving, die niet voldoet aan de natuurlijke behoeften. Verveling, stereotiep gedrag, apathie en zelfverwonding zijn bij circusdieren te constateren.

De welzijnsproblemen die circusdieren kunnen ondervinden, heeft de gemeente Winschoten ertoe aangezet om circussen met wilde dieren niet meer welkom te heten in haar gemeente. De Oost-Groningse gemeente is de eerste in ons land die een dergelijke stap wil zetten en werkt op dit moment aan het realiseren daarvan. In het buitenland zijn circussen met wilde dieren al langer verboden. In België hebben meer dan 80 circussen dieren in de ban gedaan, in Groot-Brittannië 200 (2).

3.2 Standpunt Groenlinks/Lijst Özcan

De fractie Groenlinks/Lijst Özcan stelt voor om kinderboerderijen etc. alleen een vergunning te verlenen als de nieuw gefokte aanwinst aangehouden of zonder commerciële winst herplaatst wordt. De reden hiervoor is dat verschillende kinderboerderijen zich bezig houden met fokken van dieren, die vervolgens verkocht worden en/of ter slachting worden aangeboden. Omdat het publiek jonge dieren aantrekkelijk vindt, wordt er jaarlijks met de dieren gefokt. De uiteindelijke bestemming van deze dieren is echter vaak toch het slachtmes. Kinderboerderijen die dit niet kunnen waarmaken, kunnen dan geen vestigingsvergunning krijgen.

Met betrekking tot de controle van het welzijn van dieren op kinderboerderijen, stelt de fractie Groenlinks/Lijst Özcan voor, dat de gemeente zich hierbij laat bijstaan door de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID). Van ieder ander evenement met dieren (circussen, tentoonstelling enz.) zou de LID op de hoogte gesteld moeten worden. De LID is immers de objectief controlerende instantie, die dergelijke evenementen mag controleren en de bevoegdheid heeft om, indien nodig, strafrechterlijk op te treden.

Bij dierentuinen moet niet de commercie, maar het natuur- en dierenbeschermingselement voorop staan. Dit betekent dat zij zouden moeten streven naar een goede gezondheid en welzijn van de dieren. Ook zouden huisvesting en verzorging in een voor het dier zo natuurlijk mogelijke situatie moeten plaatsvinden (6). De fractie Groenlinks/Lijst Özcan pleit ervoor om het dierenwelzijn binnen het Dierenpark Amersfoort te laten vallen onder het gemeentelijk dierenwelzijnsbeleid, zodat het doen en laten van het Dierenpark kritisch gevolgd kan worden en de gemeente zonodig actie kan nemen als daartoe aanleiding bestaat.

Volgens Groenlinks/Lijst Özcan moet het gebruik van dieren als attractie verboden worden. Door het dierenwelzijn als een aparte weigeringsgrond in de evenementenregeling in de APV op te nemen, kan de gemeente Amersfoort evenementen met dieren rechtstreeks toetsen aan dierenwelzijnsaspecten. Behalve het weigeren van een vergunning, kan de gemeente dan ook voorschriften verbinden aan een evenementenvergunning in het belang van dierenwelzijn.

Laten we binnenkort het fantastische circus zonder dieren Cirque du soleil naar de gemeente Amersfoort halen!

Zolang de landelijke wetgever nog geen AmvB op grond van art. 65 van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren heeft uitgevaardigd (en dat is tot op de dag van vandaag niet gebeurt), kan GroenLinks met deze aanpassingen een haalbaar voorstel aan de Amersfoortse Raad voorleggen.

4. DIEREN IN NOOD

4.1 Vervoer en opvang van dieren in nood

In onze gemeente is een dierenambulance actief. Haar belangrijkste functie is het vervoeren van gewonde en zieke dieren naar de dierenarts. Andere taken zijn het ophalen en onderbrengen van zwerfdieren, het ophalen van kadavers en het vervoer van dode dieren naar een crematorium of begraafplaats. Met de dierenambulance heeft de gemeente een contract dat neerkomt op een bijdrage voor elke dier dat vervoerd wordt. Ook kunnen (oudere of gehandicapte) inwoners van de gemeente doorgaans een beroep op de ambulance doen voor het vervoer van hun huisdier naar de dierenarts. De dierenambulance heeft goede contacten met politie, brandweer, plaatselijke dierenartsen en asielen.

4.1.1 Rol van de gemeente

a. Gezelschapsdieren
De wettelijke taak van de gemeente bestaat uit het twee weken bewaren en verzorgen van gevonden dieren (Burgerlijk Wetboek: boek 5 art.8 lid 3). In de wet wordt niet gesproken over het vervoer van het gevonden dieren naar een opvang. Als het gevonden dier dood is, is het een taak van de gemeente om het dier op te ruimen. Dit uit oogpunt van de openbare orde en volksgezondheid (destructietaak). In het verlengde hiervan is het logisch dat als het dier rondzwerft of gewond is, de gemeente ook de zorg voor het vervoer naar een dierenarts of een opvang op zicht neemt. Deze interpretatie maakt vervoer wel een wettelijke taak, die voortvloeit uit de bewaarplicht van gemeente.

b. In het wild levende dieren
In het wild levende dieren kunnen ook in nood komen. Ze kunnen bijvoorbeeld vastzitten in prikkeldraad, gewond raken door het verkeer of hoogspanningsmasten, worden vergiftigd of vastvriezen in het ijs. Volgens de Flora- en faunawet behoren in het wild levende dieren tot de zogenaamde "res nullius". Voor al deze gevallen geldt artikel 36 van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren. Op basis van die bepaling is iedereen verplicht hulpbehoevende dieren de nodige zorg te verlenen. Deze bepaling geldt zowel voor gehouden als in het wild levende dieren. Bovendien is de Flora- en faunawet artikel 2, de zorgplicht vastgelegd voor in het wild levende dieren. Vaak zal de vinder van een gewond dier een dierenambulance inschakelen en vervolgens zal het dier overgebracht worden naar een professioneel opvangadres of worden bevrijd en teruggezet in de vrije natuur. Als het om ernstige verwondingen gaat, moet er een beroep gedaan worden op een dierenarts.

3. Situatie in gemeente Amersfoort

De gemeente vergoedt gedeeltelijk de kosten die de Dierenambulance Amersfoort maakt voor het vervoer van dieren. Deze vergoeding is enkele jaren geleden tussen gemeente en ambulance afgesproken, maar sindsdien niet geactualiseerd. In de tussentijd is de gemeente Amersfoort flink uitgebreid en hebben meer mensen de hulp ingeroepen van de dierenambulance, waardoor de dierenambulance jaarlijks nu zo'n 90.000 km aflegt. Het jaarbudget van de ambulance gaat grotendeels op aan de toegenomen brandstofprijzen.

Het kantoor van de Dierenambulance Amersfoort bevindt zich in de binnenstad van Amersfoort (de Hellestraat). Het gemeentelijke parkeerbeleid stelt in dit gedeelte van de stad een parkeervergunning verplicht, zodat de ambulance jaarlijks E 800 uitgeeft aan het recht om te parkeren.

4.1.3 Standpunt Groenlinks/Lijst Özcan

Aan al deze handelingen zijn kosten verbonden. Vooral bij in het wild levende dieren speelt de vraag wie deze kosten op zich neemt. GroenLinks/ Lijst Özcan vindt dat de rol van de gemeente vooral gericht moet zijn op het scheppen van voorwaarden waardoor deze hulpbehoevende dieren tijdig en professioneel kunnen worden opgevangen en verzorgd. De fractie is van mening dat de gemeente de maatschappelijke taak heeft om organisaties te steunen die de opvang en verzorging van deze dieren op zich nemen. Zo wordt voorkomen dat de burgers deze dieren aan hun lot overlaten omdat zij niet weten wat te doen of uit vrees voor de hoge kosten die verbonden zijn aan de opvang en verzorging van deze dieren. GroenLinks/ Lijst Özcan stelt voor het vervoer van zieke, gewonde en gevonden dieren naar de dierenarts en/of opvang als een integraal onderdeel te zien van de gemeentelijke taak tot opvang. Dientengevolge stelt de fractie voor het werk van de Dierenambulance financieel en facilitair te ondersteunen, door de gemeentelijke vergoeding aan de Dierenambulance te actualiseren. Tevens kan de gemeente de ambulance kosteloos parkeerrecht geven om haar werk vanuit haar basis te verrichten.

4.2 Gemeentelijke rampenplan

De brandweer heeft de wettelijke taak om bij calamiteiten en rampen te zorgen voor het veilig stellen van de mens èn dier. De burgemeester heeft het opperbevel over de brandweer. Als een calamiteit uitgroeit tot een regionale of nationale ramp, valt het opperbevel onder de Commissaris van de Koningin of onder de minister van Binnenlandse Zaken.

4.2.1 Rol van de gemeente

Elke gemeente moet een rampenplan opstellen. Een rampenplan is een inventarisatie van de risico`s die in een (gemeentelijke) gebied redelijkerwijs kunnen voorkomen. Ook moet de gemeente een rampenbestrijdingsplan opstellen. Dat is een plan waarin de maatregelen in geval van een ramp nader zijn uitgewerkt en waarin de gezamenlijke inzet van de politie, brandweer en ambulancedienst is geregeld.

4.2.2 Standpunt GroenLinks/Lijst Ozcan

GroenLinks/Lijst Ozcan vindt het belangrijk dat in het gemeentelijk rampenbestrijdingsplan ook aandacht wordt geschonken aan dieren in geval van een ramp of calamiteit. Het moet bij rampen vanzelfsprekend zijn dat ook geprobeerd wordt de dieren in veiligheid te brengen. Daarmee kan ook menselijk leed worden voorkomen. Bovendien wordt voorkomen dat de mensen hun geliefde huisdier gaan redden en daarmee zelf in de problemen komen. Daarnaast kunnen ontsnapte dieren (denk aan honden, maar ook slangen en varkens) reddingsoperaties bemoeilijken. De fractie stelt daarom voor dat de gemeente het voortouw neemt om een overleg tot stand te brengen tussen haarzelf, de brandweer, het dierenasiel, de dierenambulance en de Dierenbescherming om tot een taakverdeling te komen die in het gemeentelijk rampenbestrijdingsplan vastgelegd dient te worden. Naast het gemeentelijk rampenbestrijdingsplan dient de gemeente ook te bevorderen dat andere organisaties het redden van dieren tijdens calamiteiten in hun noodplannen integreren:
- Dierentehuis Amersfoort

- Dierenpark Amersfoort

- de vele dierenspeciaalzaken die Amersfoort rijk is
- verzorgings- en bejaardentehuizen waar dieren gehouden mogen worden.


5. LANDBOUWHUISDIEREN

De intensivering van de landbouw die sinds de Tweede wereldoorlog heeft plaatsgevonden, heeft tot grote problemen geleid. We noemen stankoverlast, overbemesting, verzuring door ammoniak, overmatig gebruik van bestrijdingsmiddelen en niet in de laatste plaats de aantasting van de dierenwelzijn.

In de intensieve veehouderij (ook wel bio-industrie genoemd) komt het dierenwelzijn op onaanvaardbare wijze in de knel. In deze bedrijfstak, waarin met name kippen, varkens en runderen worden gehouden, wordt getracht zo veel mogelijk dieren op een klein mogelijk oppervlak, in een zo kort mogelijke tijd, zo veel mogelijk vlees, eieren, bont of veren te laten produceren. De wijze waarop de dieren worden gehouden leidt onder meer tot stress, ernstig afwijkend gedrag en allerlei fysiologische afwijkingen. Het is daarom niet vreemd dat er steeds meer stemmen opgaan om beperkende maatregelen te nemen voor de vestiging en uitbreiding van veehouderijbedrijven. Deze beperkende maatregelen worden over het algemeen om milieutechnische redenen genomen, maar kunnen ook het dierenwelzijn ten goede komen. Een bijzondere tak van de intensieve veehouderij is de pelsdierenfokkerij. Roofdieren, zoals nertsen, moeten hier hun hele leven slijten in een kleine kooi. De dieren vertonen duidelijk gestoord gedrag. Het is ethisch niet aanvaardbaar om dieren op een dergelijke wijze te behandelen ten behoeve van een luxeproduct als bont.

5.1 Rol van de gemeente

De gemeente heeft een aantal bevoegdheden waarmee zij het dierenwelzijn kan bevorderen zonder dat die bevoegdheden daarvoor uitdrukkelijk zijn bedoeld. Op grond van de Wet Ruimtelijke Ordening (WRO) stelt de gemeenteraad één of meer structuurplannen (art. 7 WRO) en bestemmingsplannen (art. 10 WRO) vast voor het grondgebied van de gemeente.

5.2 Standpunt GroenLinks/Lijst Ozcan

Wat GroenLinks/Lijst Ozcan betreft zou intensieve veehouderij uitgesloten moeten worden, zodat de gemeente met behulp van haar bestemmingsplannen voor het buitengebied en de Wet milieubeheer de vestiging van intensieve veehouderijbedrijven kan voorkomen (mits het bestemmingsplan de bepalingen van het reconstructieplan (landelijke wetgeving) niet doorkruist). Het streekplan kan alleen via de provincie worden gewijzigd. De gemeente kan hiertoe in overleg treden met de provincie over de intensieve veehouderij.

De gemeente moet boeren ondersteunen die zo diervriendelijk mogelijk werken op diverse terreinen. Zij kan de biologische productiemethoden als wijze van agrarisch beheer voorschrijven in haar bestemmingsplannen. De gemeente kan tevens de alternatieve veehouderij stimuleren door zelf het goede voorbeeld te geven en in de kantines van de verschillende gemeentelijke diensten en afdelingen en bij recepties alleen scharrel- en/of biologische producten te gebruiken en te zorgen voor de aanwezigheid van vegetarisch voedsel.


6. PROEFDIEREN

Op proefdieren kan de gemeente weinig invloed uitoefenen, omdat de regelgeving uitdrukkelijk aan de Rijksoverheid is toebedeeld.

6.1 Standpunt GroenLinks/Lijst Ozcan

Volgens GroenLinks/Lijst Ozcan moet de gemeente in het kader van de wet milieubeheer controleren of men zich aan de rijksvergunning voor het proefdiergebruik houdt. Ook moet de gemeente bij instellingen die proefdieren gebruiken aandringen op het zo min mogelijk en correct uitvoeren van dierproeven. De gemeente moet ook voorlichting geven over producten die niet op dieren zijn getest en dient in de gemeentelijke huishouding het goede voorbeeld geven door deze producten zelf te gebruiken.


7. IN HET WILD LEVENDE DIEREN

In onze gemeente, zelfs binnen de bebouwde kom (vogels, egels, insecten enz), vinden we een groot aantal in het wild levende dieren. Zij voelen zich daar op hun gemak en leven en planten zich voort als in de vrije natuur. Zij dragen bij tot een kleurrijke en levendige omgeving. De gemeente moet hun aanwezigheid bevorderen. Niet door het uitzetten van nieuwe dieren of door het geven van voedsel (uitgezonderd extreme omstandigheden zoals een zeer strenge winter), maar door indirecte maatregelen zoals aanleg en onderhoud van een diervriendelijke omgeving. Iedere diersoort stelt specifieke eisen aan zijn leefomgeving. Er zijn soorten die hun hele leven doorbrengen in bossen en struwelen. Andere dieren gebruiken deze alleen om in te broeden en langs te trekken, maar zoeken hun voedsel in open gebieden. Weer andere dieren zijn te vinden bij grazige vegetaties, bij watermilieus, of voelen zich bijzonder goed in en bij gebouwen. In de praktijk komen veel dieren in een stad of dorp regelmatig in het nauw door nieuwe bedrijfsvestiging, woningbouw, wegaanleg en het gebruik van bestrijdingsmiddelen en andere vormen van milieuvervuiling.

De bescherming van zowel inheemse als uitheemse planten- en diersoorten wordt in één wet geregeld: de Flora- en Faunawet. De Flora- en Faunawet gaat uit van een 'nee, tenzij'- beginsel. Dit betekent dat in principe alle schadelijke handelingen ten aanzien van beschermde planten en dieren verboden zijn. Ook erkent de Flora- en Faunawet de intrinsieke waarde van het in het wild levende dier. Vanuit dat oogpunt is ook de zorgplichtbepaling in de wet opgenomen. Hierin staat dat iedereen voldoende zorg in acht neemt voor de in het wild levende dieren en hun leefomgeving. Ook mag het welzijn van dieren niet onnodig worden aangetast en mag men dieren niet onnodig laten lijden. In 2005 heeft de Minister van LNV laten weten dat voor een aantal meer algemene beschermde dier- en plantensoorten vrijstellingen met betrekking tot de Flora- en Faunawet gaan gelden. De vrijstelling geldt voor deze algemene soorten voor:
. Beheer en onderhoud (bijv. Waterschapsbeheer, bosbouw, landbouw),
. Gebruik (bijv. Defensie, recreatie)

. Ruimtelijke ontwikkeling (bijv. woningbouw, wegenaanleg). Dat betekent dat deze activiteiten, onder voorwaarden, zonder ontheffing kunnen worden uitgevoerd, ook als dit schadelijke effecten heeft voor beschermde dier- en plantensoorten. Voor andere beschermde soorten gelden strengere regels. De minister van LNV publiceert een lijst van algemene soorten waarvoor deze vrijstelling zonder verder voorwaarden gelden. Voor de andere soorten kan in veel gevallen vrijstelling worden gekregen als een gemeente werkt op basis van een gedragscode die de minister van LNV heeft goedgekeurd. In zo'n gedragscode staat onder meer hoe in voorkomende gevallen zal worden gehandeld. Door zorgvuldig te handelen, kan schade aan planten- en diersoorten zo veel mogelijk worden voorkomen.

7.1 Rol van de gemeente

Wanneer de gemeente plannen ontwikkelt voor ruimtelijke ingrepen of van plan is werkzaamheden uit te voeren, is het belangrijk dat vooraf goed wordt beoordeeld of er mogelijke nadelige consequenties voor beschermde inheemse soorten zijn. De gemeente is als initiatiefnemer zelf verantwoordelijk. Tijdens de uitwerking van de plannen of tijdens het plannen van werkzaamheden moet de gemeente het volgende in kaart brengen:
. Welke beschermde dier- en plantensoorten komen in of nabij het plangebied voor?
. Leidt het realiseren van het plan of de uitvoering van geplande werkzaamheden tot handelingen die strijdig zijn met de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet betreffende planten op hun groeiplaats of dieren in hun natuurlijke leefomgeving?
. Kunnen het plan of de voorgenomen werkzaamheden zodanig aangepast worden, dat dergelijke handelingen niet of in mindere mate gepleegd worden?
. Is om de plannen te kunnen uitvoeren of de werkzaamheden te kunnen verrichten ontheffing (ex. Art. 75 van de Flora- en faunawet) van de verbodsbepalingen betreffende planten op de groeiplaats of dieren in hun natuurlijke leefomgeving vereist?

De gemeente is verplicht zich te houden aan de natuurwetgeving. Onze indruk is dat dit aspect in Amersfoort goed geregeld is en dat Amersfoort hierin in gemeenteland vooroploopt.

7.2 Kapvergunning

De gemeente kan een vergunning geven, namelijk de zogeheten kapvergunning om één of meer bomen te kappen. De gemeente weegt bij het beoordelen van de aanvraag het belang af van behoud van de boom tegen de hinder die de aanvrager ondervindt. Hierbij toetst de gemeente de aanvraag aan de criteria die zijn opgenomen in de APV en de Flora- en faunawet. De APV van de gemeente Amersfoort bevat verschillende redenen op grond waarvan de kapvergunning geweigerd kan worden:
. cultuurhistorische waarden

. landschappelijke waarden

. waarden van stad-en dorpsschoon

. natuur-en milieuwaarden

. waarden voor recreatie en leefbaarheid
. boomwaarde

. mate van overlast en/of gevaar

De natuurwaarde van de houtopstand is een van de weigeringsgronden. Deze natuurwaarde kan er onder meer in bestaan dat de houtopstand een nestel-of schuilgelegenheid voor bepaalde diersoorten is. Het belang van de natuurwaarde van houtopstand en struikgewas wordt ook genoemd in verplichtingen die de Flora- en faunawet oplegt. Dit betekent dat het college van Burgemeester en Wethouders - evenals dit het geval is bij het voornemen het plan uit te voeren - onderzoek moet verrichten naar de aanwezigheid van beschermende diersoorten in de desbetreffende houtopstand en de mate waarin door de voorgenomen kap de leefomgeving schade hiervan ondervindt. Dit kan tot gevolg hebben dat de kapvergunning wordt geweigerd, of dat aan de kapvergunning het voorschrift wordt verbonden dat bijvoorbeeld van de vergunning pas gebruik mag worden gemaakt wanneer de broedperiode van de vogels voorbij is. Een ander voorschrift zou kunnen zijn de verplichting om een nieuwe boom te planten om die manier compensatie te bieden voor de verloren nestel- en schuilgelegenheid van de dieren. De herplant/instandhoudingplicht is voor de gemeente Amersfoort geregeld in artikel 4.5.6 van de APV.

7.3 Overlast van in het wild levende dieren

Soms wordt de aanwezigheid van bepaalde dieren door mensen als overlast ervaren. In Nederland wordt een groot aantal kleine zoogdieren bestreden omdat ze als schadelijk of hinderlijk aangemerkt worden. Het gaat om mol, muskusrat, de bever- en woelrat, de bruine en zwarte (huis)rat, de huismuis en de veld- en bosmuis. Maar ook andere kleine zoogdieren zoals hazen, konijnen en grijze eekhoorns of vogels zoals verwilderde stadsduiven of ganzen worden wel als schadelijk aangemerkt.

Geen enkel dier is echter alleen maar schadelijk. Elk dier heeft een functie in het ecosysteem. Indien er, na zorgvuldige en deskundige afweging, sprake is van ernstige, reële en aanzienlijke schade en/of gevaar voor mens en andere dieren en er zijn geen alternatieven, dan mogen als "schadelijke" aangemerkte dieren effectief en zo humaan mogelijk worden bestreden en/of gedood. Bestrijding moet gericht zijn op preventie, dus op het voorkomen dat dieren overlast veroorzaken. Preventieve bestrijdingsmethoden zijn bijvoorbeeld de afscherming van een gebied of woning door onder andere afrastering, schrikdraad, omheining, afweernetten, horren of het dichtstoppen van kieren en gaten. Ook het in stand houden van een goede balans tussen prooi- en roofdieren is van belang. He aantal roofdieren is afhankelijk van het aantal prooidieren. Zowel het aantal prooidieren als het aantal roofdieren (zoals de vos) verschilt hierdoor per jaar. Hoe minder er ingegrepen wordt, des te minder wordt het natuurlijk evenwicht verstoord.

2. Rol van de gemeente

Verwilderde stadsduiven
De gemeente Amersfoort heeft de ongediertebestrijding uitbesteed aan de ROVA, het afvalinzamelingbedrijf. Zo vangt de ROVA, na meldingen van overlast door verwilderde stadsduiven, deze duiven weg met speciale duivenvangkooien. In 2005 zijn enkele honderden duiven op die manier gevangen, vooral op het Neptunusplein en de Varkensmarkt. Jaarlijks zijn dat er gemiddeld rond de 50 tot 60 duiven, maar dat kan dus per jaar wisselen. De gevangen duiven worden door de duivenvangers gedood. Tot nu toe heeft de gemeente bij duivenoverlast uitsluitend het vangen en doden van de vogels toe laten passen (3).

Verwilderde katten
In Amersfoort is regelmatig sprake van verwilderde populaties van vooral katten en in mindere mate pluimvee.De dieren geven de bewoners overlast en leven vaak in erbarmelijke toestanden. De gemeente weet niet goed hoe ze deze overlast dient aan te pakken, met als gevolg dat het publiek dit soort situaties vaak meldt bij organisaties als de Dierenbescherming. De medewerkers van de Dierenbescherming en de Dierenambulance plaatsen vangkooien om de katten te vangen. De gevangen katten worden afgeleverd bij het Dierentehuis. Daar wordt elk dier door een dierenarts onderzocht en behandelt indien nodig. In ieder geval wordt elke kat onvruchtbaar gemaakt door middel van sterilisatie/castratie. In principe gaan de gevangen en onvruchtbaar gemaakte katten weer terug naar de plaats waar ze gevangen zijn. Op deze wijze kan een wilde-kattenpopulatie zich niet meer uitbreiden, is de gezondheid van de katten sterk verbeterd en is een groot deel van de overlast verdwenen, omdat katers niet meer sproeien, onderlinge gevechten verminderen en dieren door vrijwilligers bijgevoerd worden. De kosten per dier zijn echter aanzienlijk: de dierenartskosten plus minstens enige weken verblijf in het Dierentehuis bedragen ongeveer E 100. De Dierenbescherming is in principe bereid om financieel zelf E 25 per kat bij te dragen. Vorig jaar heeft de organisatie op diverse locaties in Amersfoort individuele verwilderde katten gevangen (circa 20) na klachten van omwonenden. Begin 2005 heeft de organisatie tevens een vangactie uitgevoerd in de wijk Kruiskamp, waarbij ca. 20 katten werden gevangen. De kosten van deze acties heeft de Dierenbescherming geheel zelf gefinancierd. Er zijn echter meerdere populaties bekend die dringend om een aanpak vragen: in het Soesterkwartier en bij de Prins Bernard Kazerne. De redenen dat er in deze wijken nog geen acties zijn ondernomen, zijn vooral het gebrek aan financiële middelen en het ontbreken van gemeentelijke (financiële) ondersteuning bij de aanpak van dit probleem.

7.4 Botulisme

In de gemeente Amersfoort komt in de zomer regelmatig botulisme (vergiftiging die vooral bij watervogels voorkomt) voor. Om dit te bestrijden zijn er verschillende mogelijkheden. Watervogels die door botulisme aangetast zijn, dienen zo snel mogelijk gevangen te worden en behandeld in een vogelopvangcentrum. Daarnaast dienen kadavers meteen opgeruimd te worden. In waterpartijen waar botulisme is geconstateerd, kan verhoging van het zuurstofgehalte van het water de groei van de botulisme-bacterie terugdringen.

7.5 Standpunt GroenLinks/Lijst Ozcan

Toepassing Flora- en faunawet
Het zou goed zijn als de gemeente gebruik maakt van de mogelijkheid die de wet biedt om een gedragscode te ontwikkelen voor de omgang met dieren bij beheer, onderhoud en nieuwe ruimtelijke projecten. Een door de Minister van LNV erkende gedragscode helpt ook bij de vlotte afwikkeling van projecten en procedures, zonder dat de beschermde planten-en diersoorten daarvan hinder ondervinden. Daarnaast is het wenselijk dat de gemeente het beheer van haar parken en plantsoen en andere terreinen die bij haar in beheer zijn, beter afstemt op de aanwezigheid van beschermde planten- en diersoorten. De beheermaatregelen die bij de Stichtse Rotonde genomen zijn naar aanleiding van de herontdekking van de zwaar beschermde zandhagedis, zijn hiervan een positief voorbeeld.

Kapvergunningen
De fractie is tevreden met de gemeentelijke regelingen omtrent de kapvergunningen.

Verkeersmaatregelen
De gemeente moet besluiten nemen over wegen die door haarzelf worden beheerd met het oog op het beschermen van de in het wild levende dieren. Hieronder valt bijvoorbeeld het bermonderhoud, waarbij goed moet worden nagedacht over het maaibeleid ter bescherming van insecten. Vanwege de paddentrek kunnen wegen afgesloten worden of schuine stoepranden aangelegd. Natuurlijk geeft een beperking van de maximum snelheid overstekende dieren meer bescherming.

Openbaar groen
Voor een goede natuurontwikkeling is vooral de aanwezigheid en verscheidenheid aan soorten inheemse bomen en struiken belangrijk. Bij het beheer van gemeentelijk groen kan hiermee rekening worden gehouden. Zo geven heggen beschutting, nestgelegenheid en voedsel aan heel veel (soorten) dieren. GroenLinks/Lijst Ozcan vindt dan ook dat de gemeente Amersfoort de aanplant van heggen en hagen zo veel mogelijk moet bevorderen en ook het initiatief daarin zelf moet nemen. Deze aanpak kan leiden tot een netwerk van groene linten door de gemeente, als een gemeentelijke 'ecologische hoofdstructuur' met nestgelegenheden, waterpartijen en broedplekken voor allerlei soorten dieren. Tevens kan een minder intensief onderhoud van het gemeentelijk groen een bescherming geven van in het wild levende dieren, omdat dieren hierdoor minder verstoord worden.

Om dieren meer nestgelegenheid te geven in de stad, stelt de fractie voor dat de gemeente bij grote bouwprojecten projectontwikkelaars verplicht om nestgelegenheid te bieden aan huismussen, gierzwaluwen, roofvogels, vleermuizen, etc door middel van het toepassen van kunstmatige nesten in nieuw te bouwen gebouwen.

Overlast verwilderde dieren
Wat GroenLinks/Lijst Ozcan betreft streeft de gemeente naar een beleid gericht op preventie. De gemeente zoek naar alternatieve oplossingen en zal slechts in het uiterste geval overgaan tot vangen en/of doden van dieren.

Met betrekking tot stadsduiven adviseert de fractie de gemeente om een alternatieve methode van beheer uit te proberen, het z.g. Duitse model, waarbij duiven nestgelegenheid wordt aangeboden die door mensen gecontroleerd kan worden en waarbij de populatie vrij eenvoudig te reguleren is door het rapen van eieren. Dit systeem wordt al in Rotterdam, Amsterdam en Zutphen gebruikt, terwijl verschillende andere Nederlandse steden deze populatieregulering in voorbereiding hebben (4, 5)

Met betrekking tot de verwilderde katten maakt de gemeente goede financiële afspraken met de Dierenbescherming en de Dierenambulance, zodat de dieren gevangen, onvruchtbaar gemaakt en indien mogelijk teruggeplaatst kunnen worden in de Amersfoortse wijken waar de dieren nu nog voor overlast zorgen.

Botulisme
GroenLinks/Lijst Ozcan vindt het belangrijk dat de gemeente maatregelen neemt om botulisme tegen te gaan. Dit kan bijvoorbeeld door via fonteintjes (natuurlijk op zonne-energie) zuurstof in het water te laten brengen. Verder dient de gemeente goede financiële afspraken te maken met de Dierenambulance en vogelopvangcentra om zieke vogels te behandelen of kadavers weg te halen.


8. JACHT, BEHEER EN SCHADEBESTRIJDING

Er zijn diverse methoden om effectief landbouwschade te bestrijden. Denk aan het toekennen van andere foerageergebieden, het aanleggen van rasters of het afdekken van een gewas, het spannen van draden, het gebruiken van knalapparaten, het afspelen van angstkreten, het inzetten van nep roofvogels of het verspreiden van stoffen met een sterke geur die de dieren afschrikt (bijv. roofdierenmest) het dieper en zo veel mogelijk gelijktijdig zaaien is eveneens een eenvoudige en effectieve methode om schade te voorkomen. Ook ter voorkoming van ongelukken in het verkeer zijn er alternatieve, zoals het plaatsen van reflectoren, duidelijke waarschuwingsborden of het bij de weg vandaan houden van dieren door hekken, roosters, reukstoffen enzovoort.

8.2 Rol van de gemeente

Jacht op gemeentelijke eigendommen is in Amersfoort enige jaren geleden afgeschaft.

8.1 Standpunt GroenLinks/Lijst Ozcan

Over jagen kunnen we kort en helder zijn. Jagen moet van GroenLinks/Lijst Ozcan zoveel mogelijk worden uitgebannen. Tevens adviseren wij de gemeente om een inventarisatie te maken van alle jachthutten binnen de gemeente en te controleren of er voor deze hutten de vereiste vergunningen aanwezig zijn. Indien er illegaal gebouwde hutten gevonden worden, dienen deze hutten zo snel mogelijk te verdwijnen.


9. HENGELEN

De vis is het oudste gewervelde dier op het aarde. De opvatting dat vissen koudbloedige dieren zijn en daardoor gevoelloos, is beslist onjuist. Vissen zijn intelligente dieren. Onderzoek heeft aangetoond dat zij tot indrukwekkende leerprestaties in staat zijn. Ook is aangetoond dat vissen over diverse zintuigen beschikken. De bouw en de werking van hun zintuigen zijn te vergelijken met die van andere gewervelde dieren. Het is daarom verstandig deze dieren zo veel mogelijk met rust te laten. Vermaak en ontspanning zijn absoluut geen rechtvaardig om vissen te verwonden en hen angst, pijn en leed aan te doen.

9.1 Rol gemeente

De hengelsport is door de Rijksoverheid in de Visserijwet geregeld. Dit heeft tot gevolg dat de gemeente geen nadere regels te aanzien van hengelen kan stellen. Wel kan de gemeente aan het afgeven van een vergunning voor visevenementen voorwaarden verbinden of de vergunning weigeren. Als de gemeente eigenaar is van water en/of oevers kan zij het hengelen in dat water of vanaf die oever verbieden of uitsluitend onder bepaalde voorwaarde toestaan. Ook is het belangrijk dat de gemeente goede voorlichting geeft met betrekking tot hengelen. De uitgifte van visvergunningen in de gemeente Amersfoort is overgedragen aan de hengelsportvereniging *Ons Genoegen*.

9.2 Standpunt GroenLinks/Lijst Ozcan

Wat GroenLinks/Lijst Ozcan betreft moet er in 2006 een visbestand-beheerplan worden opgesteld. In dit plan neemt de gemeente specifieke dierenwelzijnmaatregelen op, zoals:
- een verscherping van de controle bij visvijvers op een te intensieve *hobby*- visserij. Zo kan de politie meer controleren op het nachtvissen (zoals dat bijvoorbeeld zomers veel gebeurt bij de vijver aan de Noorderwierweg in het Soesterkwartier) of het gebruik van levend aas dat wettelijk verboden is.
- de gemeente geeft geen vergunningen meer af voor viswedstrijden. Het vangen van zoveel mogelijk vissen mag geen sport zijn, maar is een wrede activiteit.
- de gemeente neemt zelf weer de verantwoordelijkheid om individuele visvergunningen af te geven, zodat de gemeente beter tot regulatie en controle in staat is.
- de gemeente stelt in meer binnenwateren een visverbod in, zodat deze wateren niet meer verstoord worden, maar een onderdeel van de ecologische gemeentestructuur (zie boven) worden.


10. GEMEENTEGRENSOVERSCHRIJDEND DIERENWELZIJNSBELEID

Import van hout uit niet duurzaam beheerde bossen is desastreus voor dieren en hun leefgebied. Tropische bossen beslaan maar een kleine oppervlakte van de aarde (6%) maar herbergen wereldwijd wel meer dan de helft van alle planten- en diersoorten. Helaas verdwijnen de tropische regenwouden in een alarmerend tempo. Milieu- en natuurorganisaties als Greenpeace en het Wereld Natuur Fonds schatten dat er gemiddeld per jaar een half procent van de oppervlakte van de natuurlijke bossen verdwijnt. Dat is 12,5 miljoen hectare ofwel ruim drie keer de omvang van Nederland. Voor mensen en dieren in de oerwoud is de ontbossing een directe bedreiging voor hun leven en welzijn. Vroeger werden dieren gevangen en gedood voor eigen consumptie. Tegenwoordig is wild (bushmeat) door de grootschalige houtkap en commerciële jacht een gewone verschijning op de markten van de grote en groeiende steden. Bushmeat (oerwoudvlees) is een zeer lucratieve handel geworden en vindt zelfs z'n weg naar Europese steden. De veilige leefgebied van de dieren zijn door de commerciële jacht fors ingekrompen en voor bedreigde diersoorten als de gorilla, chimpansee en bonobo leiden deze slachtpartijen onherroepelijk tot uitsterven. Een taak van houtkapmaatschappijen is een duurzaam bosbeheer uit te voeren. De houtkap wordt dan strikt gecontroleerd en er worden weer nieuwe bomen aangeplant. Belangrijk is ook dat mensen die in en rondom de tropische bossen wonen delen in de opbrengsten van de houtkap. Bossen die goed beheerd worden krijgen een keurmerk van het Forest Stewardship Counil (Raad voor Goed Bosbeheer, FSC-kermerk).

10.1 Standpunt GroenLinks/Lijst Ozcan

Bovenstaande inleiding is beslist geen 'ver van ons bed show'. De gemeente heeft een belangrijke taak op het gebied van voorlichting en het goede voorbeeld geven op dit terrein. Voor zowel het behoud van de biodiversiteit op aarde als in het belang van de mensen die na ons komen, moet het verbod op het gebruik van niet-gecertificeerd (tropisch) hardhout gehandhaafd blijven in het gemeentelijke convenant voor duurzaam bouwen (DUBO). Het convenant van de gemeente Den Bosch is daarvan een goede voorbeeld. De lokale bouwmarkt kan hierin nog een grote slag maken. De gemeente Amersfoort moet daarnaast via de VNG een oproep doen aan de EU om de import van illegaal hout te stoppen en te streven naar afspraken met ontwikkelingslanden over (steun bij) duurzaam bosbeheer en het tegengaan van illegale houtkap.

Tevens gebruikt de gemeente voor eigen gebruik, zoals waterbeschoeiingen, uitsluitend hout met het FSC-keurmerk.


11. POLITIEKE CONSEQUENCIES

Deze nota geeft een uitgebreid overzicht van de maatregelen die genomen kunnen worden binnen een gemeentelijke dierenwelzijnsbeleid. Het uitvoeren van dit beleid dient echter een duidelijke politieke verantwoordelijkheid te zijn. Daarom stelt GroenLinks/Lijst Ozcan voor een wethouder de verantwoordelijkheid te geven voor het gemeentelijke dierenwelzijnsbeleid, zodat het hier voorgestelde beleid het beste kan worden geëffectueerd.

Ter ondersteuning van dit gemeentelijke dierenwelzijnsbeleid, kan er een dierenwelzijnsmonitor ingesteld worden, waarmee geregeld wordt gemeten hoe het met al deze deelaspecten in de gemeente staat. Grote vooruitgangen kunnen media-aandacht genereren.

Tot slot wil GroenLinks/Lijst Ozcan een oproep doen om zo snel mogelijk over te gaan tot het instellen van een Platform Dierenwelzijn. Dit platform zou een belangrijke adviesfunctie moeten krijgen voor de gemeente over het te voeren gemeentelijke dierenwelzijnsbeleid.

GroenLinks/Lijst Ozcan
Mustafa Ozcan

Bronnen:


1 - Boissevain, I. Recht uit de Dierenartsenpraktijk. Sdu-uitgevers, 2004.


2 - NRC Handelsblad, Winschoten wil geen circusdieren, 22-12-2005.


3 - persoonlijke mededeling ROVA-medewerker en duivenvanger, 11 januari 2006


4 - Dierenbescherming afdeling Groningen, Onze Stadsduif, op weg naar een ethisch beleid. Visie en beleidsvoorstel 2002.


5 - Dierenbescherming afdeling Groningen, Onze Stadsduif, op weg naar een ethisch beleid. Verslag en Beleidsinitiatief 2004.


6 - Beleidsstandpunten van de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren, www.dierenbescherming.nl

Overige bronnen:


- Nota Aanbevelingen dierenwelzijn Amersfoort, door Dierenbescherming afdeling Amersfoort.


- Aanbevelingen gemeentelijk dierenwelzijnsbeleid, Dierenbescherming, december 2005.


---- --