Unicef
AzG wil meer hulp voor Congo 09 februari 2006, Amsterdam - In de provincie Katanga, in het zuidoosten van de Democratische Republiek Congo, zijn meer dan 92.000 mensen op de vlucht voor geweld en intimidaties. Zij zijn ernstig verzwakt en getraumatiseerd. Essentiële noodhulp is al veel te lang uitgebleven. Er moeten snel meer hulporganisaties naar Katanga komen. Daartoe heeft Artsen zonder Grenzen (AzG) donderdag opgeroepen. Unicef is overigens al in het gebied actief.
AzG heeft een rapport gepubliceerd over het gebied waar al acht jaar strijd is tussen rebellen en regeringstroepen. Veel burgers moeten telkens opnieuw vluchten voor het geweld en de terreur, intimidaties en berovingen en zich in de jungle verschuilen. Vorig jaar nam het geweld opnieuw toe. AzG spreekt van een humanitaire noodsituatie.
Gedwongen uitgehuwelijkt Operationeel directeur Michiel Hofman van AzG: "Ze moeten vaak maanden zien te overleven, zonder kleding, dekens of enige vorm van onderdak, in onhygiënische omstandigheden, met weinig voedsel." De medewerkers van AzG in het gebied behandelen mensen voor malaria, worminfecties, acute luchtwegontstekingen en diarree. Steeds meer kinderen raken ernstig ondervoed.
In het rapport vertellen inwoners van Katanga dat kinderen gedwongen worden mee te vechten met de rebellen en dat meisjes worden uitgehuwelijkt, steeds onder bedreiging met de dood. Ook worden burgers zomaar mishandeld, beroofd en verminkt.
Unicef werkt samen met AzG Unicef helpt samen met AzG vluchtelingen in de opvangkampen in Katanga. Er wordt onder meer gezorgd voor voedsel, medische hulp en kookgerei.
Zie andere recente artikelen over het geweld in Congo:
DR Congo: zelfs de Pygmeeën vluchten
DR Congo: 20.000 mensen op de vlucht voor geweld
Bron: ANP en Unicef