MIN SZW: Toespraak staatssecretaris Van Hoof
Ministerie szw
http://www.minszw.nl
Nr. 2006/20
9 februari 2006
Embargo:
9 februari 2006
15.15 uur
Van Hoof wil oudere werknemers zo lang mogelijk aan het werk houden
Oudere werknemers voor wie het werk te zwaar wordt, moeten elders, binnen of buiten hun
eigen bedrijf, aan het werk kunnen blijven. Ter ondersteuning van dit 'leeftijdsbewust
personeelsbeleid' gaf staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in
Den Haag het startsein voor twaalf pilots 'intersectorale mobiliteit'.
Het gaat om werknemers - vaak al wat ouder - die mentaal of fysiek in hun werk dreigen
vast te lopen. Voor wie het werk te zwaar wordt en die met wat hulp en organisatie in een
andere functie aan de slag zouden kunnen. Zodat ze op een gezonde en prettige manier tot
hun pensioenleeftijd door kunnen werken. Dit is vooral ook interessant voor die branches
waar de kans op instroom in de WAO hoog is en waar veel ouderen werken.
In de pilots wordt dit op twaalf verschillende manieren in praktijk gebracht. Een
voorbeeld is de pilot 'Kom van het dak af', van de Stichting bedrijfstakregelingen
Dakbedekkingbranche. Dakdekken is een fysiek zwaar beroep met relatief veel verzuim, dat
je niet je hele werkzame leven kunt uitoefenen. De sector gaat nu aan de slag met 40
oudere medewerkers om hen
aan ander werk te helpen.
De pilots maken deel uit van het kabinetsbeleid gericht op langer doorwerken. Voor
vernieuwende projecten op dit terrein zijn er verschillende financierings- en
subsidiemogelijkheden. Zoals de 'Stimuleringsregeling leeftijdsbewust beleid'. In totaal
gaan er zo'n 500 projecten van start om leeftijdsbewust beleid te stimuleren.
Toespraak van staatssecretaris H. van Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij de
startbijeenkomst pilots 'Intersectorale mobiliteit' op 9 februari 2006 in Den Haag.
Een paar weken geleden stond er een prachtige foto op de voorpagina van de Volkskrant. Een
foto van een 93-jarige mevrouw die in 1977 met pensioen was gegaan. En ondanks haar hoge
leeftijd nog altijd werkte bij de Universiteit Utrecht. Als hout-anatome. Onbetaald, maar
met een bureau, telefoon en een verzekering van de vakgroep.
Ze bleek het werk nog met veel plezier te doen.
Maar ook om te voorkomen dat haar kennis en deskundigheid verloren zouden gaan.
Nou moet u dit niet opvatten als: 'Van Hoof wil de pensioengerechtigde leeftijd optrekken
tot boven de 90'. Laten we eerst maar eens zorgen dat iedereen in ieder geval tot zijn
65ste aan de slag blijft.
Ik vond het verhaal van die mevrouw eerder een illustratie van hoe iemand op vergevorderde
leeftijd nog voldoening in haar werk kan vinden.
Wat ze zei over behoud van kennis en deskundigheid is op zich wel een beetje triest. Het
ligt meer voor de hand dat kennis en ervaring worden overgedragen op de jongere
generaties. En als dat op een eerder moment gebeurt hoeven we niet allemaal tot ver na
ons negentigste aan het werk blijven. We moeten niet overdrijven.
Wat niet wegneemt dat als alle ouderen nu massaal de arbeidsmarkt zouden verlaten, veel
kennis en ervaring in één klap verloren gaan. Nu gaan ze niet allemaal
tegelijk. Feit is dat het aantal werkende 50-plussers de komende vijf jaar met gemiddeld
45% toeneemt. De gemiddelde werknemer wordt dus steeds ouder.
Sommige sectoren krijgen in 2007 al te maken met de problemen van vergrijzing. Sectoren
waar vakbekwaam personeel met pensioen gaat en waarvoor geen directe vervanging is. Bij
ongewijzigd beleid, dus als we niets doen, gaat dit ten koste van de kwaliteit op de
werkvloer en dus van de productiviteit.
Dat zijn gegevens waar we niet omheen kunnen. Waar we ons op moeten voorbereiden. Een
hogere arbeidsdeelname van ouderen en daarmee samenhangend een leeftijdsbewust
personeelsbeleid zullen daarom steeds belangrijker worden. Dus méér ouderen
aan het werk èn langer. Daar moeten we het beleid op richten.
Gelukkig is de arbeidsparticipatie van werknemers tussen 55 en 64 jaar het afgelopen jaar
gestegen. De beoogde doelstelling van 40% van de 55 tot 64-jarigen in 2007 aan het werk,
hebben we daarmee gehaald. Maar daarmee zijn we er nog niet. Want, hoe tegenstrijdig het
misschien ook klinkt, ook de werkloosheid onder deze categorie oudere werknemers steeg
vorig jaar van 4,7% naar 5,5%.
Voor het tot stand brengen van een leeftijdsbewust personeelsbeleid zijn vooral sociale
partners verantwoordelijk. In de bedrijven en organisaties zèlf zal het moeten
gebeuren. Dat vraagt een slagvaardig personeelsbeleid om oudere werknemers, maar in feite
ook de toekomstige ouderen, dus alle werknemers, zo lang mogelijk gemotiveerd en inzetbaar
te houden.
Je mag verwachten dat dit zal gebeuren. Want ik geloof niet dat er sprake is van onwil.
Dat blijkt ook uit een onderzoek van de Universiteit Utrecht in opdracht van de FNV naar
het ouderenbeleid in bedrijven. Managers blijken helemaal niet zo negatief over oudere
werknemers te denken. Het ontbreekt hen echter vaak aan tijd, kennis en middelen om
specifiek ouderenbeleid te voeren.
En daarbij kunnen wij, als overheid van dienst zijn. Eén van de speerpunten van het
kabinetsbeleid is het stimuleren dat ouderen langer doorwerken. Op tal van terreinen zijn
we daar, vooral ook ondersteunend, mee bezig. Maar ook met bijvoorbeeld de regiegroep
Grijs Werkt, die een belangrijke rol speelt in voorlichting en beeldvorming rond langer
doorwerken.
Voor vernieuwende projecten gericht op langer werken zijn er verschillende financierings-
en subsidiemogelijkheden. Zoals de 'Stimuleringsregeling leeftijdsbewust beleid'. In
totaal gaan er zo'n 500 projecten van start om leeftijdsbewust beleid te stimuleren.
Omdat het in de praktijk vaak lastig blijkt om als oudere werknemer over te stappen naar
een andere sector of bedrijf, is het ministerie van SZW ook gestart met een
pilotprogramma intersectorale mobiliteit. En het doet mij deugd vandaag het startsein
voor twaalf pilots in het kader van dit programma te mogen geven.
Een weinig wervende term: intersectorale mobiliteit. Maar goed, het gaat niet om woorden
maar om de intentie die erachter zit. En die is goed!
Laat ik me eerst eens wagen aan een definitie:
Het gaat om werknemers - vaak al wat ouder - die mentaal of fysiek in hun werk dreigen
vast te lopen. Voor wie het werk te zwaar wordt en die met wat hulp en organisatie in een
andere sector aan het werk zouden kunnen. Zodat ze op een gezonde en prettige manier tot
hun pensioenleeftijd door kunnen werken.
Dit is vooral ook interessant voor die branches waar de kans op instroom in de WAO hoog is
en waar veel ouderen werken.
Intersectorale mobiliteit dus.
Ik ben me bewust van enige scepsis bij dit onderwerp: Critici beweren dat het zou gaan om
het uitwisselen van 'kneuzen', of om het laten 'uitbollen' van oudere medewerkers. Als we
het zo zouden gaan doen is scepsis op zijn plaats. Het moet ook anders: Namelijk als kans
voor de instroom van gekwalificeerd en ervaren personeel. In de pilots wordt dit op
twaalf verschillende manieren in praktijk gebracht. Ik ben erg blij met deze projecten.
Met de samenwerking tussen verschillende partijen over de muren van branches en bedrijven
heen.
Of zoals ik een van de pilots las: er worden verbindingen gelegd tussen verschillende
bedrijfstakken met als doel het praktisch maken en realiseren van 'branchebruggen'.
Zonder de andere pilots te kort te doen, wil ik op een paar wat dieper ingaan. Allereerst
de pilot van de provincie Overijssel. Samen met regionale partners gaat de provincie aan
de slag om meer oudere werknemers aan het werk te houden. In het project 'Menselijk
kapitaal centraal' gaan verschillende branches, zoals metaal, zorg, ict en onderwijs aan
de slag om ook oplossingen buiten de eigen sector te vinden. Zodat werknemers die in hun
huidige baan niet meer goed meekunnen, hun loopbaan elders kunnen voortzetten en zo
actief blijven op de arbeidsmarkt.
Een ander voorbeeld is de pilot 'Kom van het dak af', van de Stichting
bedrijfstakregelingen Dakbedekkingbranche. We weten dat dakdekken een fysiek zwaar beroep
is, met relatief veel verzuim. Een beroep dat je niet je hele werkzame leven kunt
uitoefenen. De sector gaat dus nu aan de slag met 40 medewerkers om hen aan ander werk te
helpen.
Ik ben overigens blij dat alle twaalf projecten hier vanmiddag vertegenwoordigd zijn. Maar
deze bijeenkomst heeft niet alleen een feestelijk tintje. U gaat ook inhoudelijk
brainstormen over de verschillende manieren van aanpak waarvoor u hebt gekozen en
hopelijk worden er goede werkafspraken gemaakt.
Ik kijk uit naar uw bevindingen. Naar uw ervaringen. Waar u zoal tegenaan loopt. Maar hoop
vooral op good practices. Op succesvolle projecten die ook elders in het land navolging
kunnen krijgen.
Tenslotte kunnen we uw ervaringen met intersectorale mobiliteit goed gebruiken om oudere
werknemers aan het werk te houden. Of dat nou in het eigen bedrijf is of ergens anders.
Ik wens u daarbij veel succes.
- LET OP EMBARGO -