Openbaar Ministerie

Openbaar Ministerie ontvankelijk in Haagse gasexplosiezaak

Den Haag, 9 februari 2006

Het Gerechtshof Den Haag heeft vandaag het Openbaar Ministerie (OM) alsnog ontvankelijk verklaard in zijn vervolging van twee verdachten in de zgn. Haagse gasexplosiezaak. Het hof oordeelt dat het niet naleven van de regels voor tapgesprekken met zgn. geheimhouders niet zo ernstig is dat daarmee het recht van het OM om de verdachten te vervolgen is komen te vervallen.

De gasexplosie deed zich voor op 28 juni 2003 in een winkelpand in de Herman Costerstraat nabij de Haagse Markt. Een aantal mensen raakte gewond en panden in de nabije omgeving werden beschadigd.

De rechtbank Den Haag oordeelde op 15 november 2004 dat het OM niet ontvankelijk was nu verslagen van gesprekken tussen de verdachten en hun advocaten te lang onderdeel zijn geweest van het strafdossier. Ondanks dat de rechtbank van mening was dat dit niet doelbewust of met grove veronachtzaming van het recht van de verdachten op een eerlijk proces was gebeurd (criterium Hoge Raad), kwam zij toch tot een niet-ontvankelijkheid van het OM. Het OM ging tegen deze beslissing in hoger beroep.

De uitspraak van het hof brengt met zich mee dat de zaak terug wordt verwezen naar de rechtbank Den Haag om inhoudelijk te worden afgedaan.