Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Communautair actieprogramma gezondheid en consumentenbescherming

Kamerstuk, 9-2-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DBO-CB-U2626248

Naar aanleiding van het verzoek om informatie van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de gevolgen voor wat betreft de administratieve lasten van het voorstel voor een besluit van het Europese Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming (Kamerstuk 22 112, nr. 389, Fiche nr. 7), bericht ik u als volgt.

In het nieuwe actieprogramma heeft de Europese Commissie de beleidsvelden gezondheid en consumentenzaken samengevoegd. De Commissie heeft hiermee een versterkt actieprogramma voor ogen, waarin administratieve en budgettaire procedures door de samenvoeging worden vereenvoudigd omdat beide beleidsvelden op elkaar zijn afgestemd. Volksgezondheid en consumentenzaken blijven in dit programma aparte beleidsterreinen en dat betekent dat in Nederland zowel de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport als de Minister van Economische Zaken verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de onder die Ministers vallende beleidsterreinen in het programma.

Hoewel nog geen duidelijkheid bestaat over de administratieve lasten is de verwachting dat bij de uitvoering van dit nieuwe programma de administratieve lasten niet zullen toenemen. Organisaties uit de lidstaten kunnen op vrijwillige intekening aan het programma deelnemen, waarvoor de Europese subsidie op basis van cofinanciering wordt toegekend. Hierdoor biedt het actieprogramma de deelnemende organisaties enerzijds additionele financierings- mogelijkheden, maar vraagt het anderzijds wel om commitment zowel in financieel opzicht als voor wat betreft de prioriteitsstelling bij de organisatiewerkzaamheden.
De Commissie heeft ervoor gekozen om de uitvoering voor beide programmaonderdelen te leggen bij het Europees Uitvoerend Agentschap. Hierdoor kunnen aanvragen in termen van beoordeling en financiering efficiënter worden behandeld. Een dergelijke constructie bij de Europese uitvoering verplicht de lidstaten niet om nationale agentschappen op te richten. Het is aan de lidstaten zelf om hier wel of niet voor te kiezen.

Geconcludeerd kan worden dat vanwege de eigen keuze die organisaties maken tot het al dan niet deelnemen aan het actieprogramma, dit programma niet zal leiden tot verzwaring van de administratieve lasten. Daarnaast zal de gekozen constructie van de Commissie bij de Europese uitvoering tot kostenbesparing leiden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H. Hoogervorst