Deltaplan moet fraude halt toeroepen
Alle verzekeraars worden geconfronteerd met fraude bij acceptatie van
verzekeringen en afhandeling van (schade)claims. Fraude met en rond
verzekeringen verhoogt echter de premiedruk en is maatschappelijk niet
aanvaardbaar. De eerste twee zinnen in het voorwoord van het Deltaplan
Aanpak Fraude bij Schadeverzekeringen laten weinig aan de verbeelding
over: fraude met verzekeringen moet niet meer kunnen! Het Verbond
presenteert op 9 februari het Deltaplan aan zijn leden, zo meldt het
Verbond in de nieuwste uitgave van Verzekerd!.
Belangrijkste boodschap in het Deltaplan, dat specifiek op
schadeverzekeringen is gericht, is dat het tegenhouden van fraudeurs
primair door de verzekeraars zelf zal moeten gebeuren. Natuurlijk
mogen de maatschappijen rekenen op een (krachtig) stimulerende,
coördinerende, ondersteunende en adviserende rol van het Verbond, maar
de verzekeraars zijn nu zelf aan zet, aldus Lex Westerman, een van de
opstellers van het Deltaplan, dat een uitvloeisel is van de
stellingname van het Verbondsbestuur en het bestuur van de sector
Schadeverzekeringen.
Hogere pakkans
Kort samengevat omvat het Deltaplan een vijftal projecten die het
fraudebewustzijn moeten versterken en de fraudedetectiekans verhogen.
De aanpak van fraude moet met andere woorden bij de bedrijfstak meer
tussen de oren komen en de pakkans moet omhoog, vertelt Ferdinand
Soeteman, beleidsmedewerker bij het Verbond en medeopsteller van het
Deltaplan.
De projecten één tot en met drie hebben te maken met versterking van
het imago van de bedrijfstak, het fraudebewustzijn en de
fraudepreventie. De projecten vier en vijf gaan over verbetering, ten
eerste van de risicoanalyse, detectie en afdoening, ten tweede van de
bewijsbaarheid.
Reclame-uitingen
In het eerste project, dat het imago moet versterken, gaat het er
vooral om dat verzekeraars zowel collectief als individueel laten zien
dat het hen ernst is. Oftewel, fraude loont niet. Een van de acties in
dit project betreft dan ook de voorlichting inzake fraudeaanpak als
onderdeel van het communicatietraject naar klanten én intermediair.
Denk bijvoorbeeld aan aandacht voor het fraudebeleid in
reclame-uitingen, aldus Soeteman.
In het tweede project worden verzekeraars geacht zorg te dragen voor
een actief fraudebewustzijn in hun eigen (bedrijfs)organisatie.
Soeteman: Een actie daarbij kan zijn dat een verzekeraar
managementrapportages over fraude opstelt en deze structureel inbrengt
in de formele rapportagelijnen. De versterking van fraudepreventie en
afschrikking staat centraal in project drie. Het gaat er met name om,
aldus Westerman, dat potentiële fraudeurs, die wij ook wel first
offenders noemen, worden afgeschrikt door een hoge pakkans en een
flinke sanctie. Vandaar ook dat een van de acties die tijdens dit
traject ter hand worden genomen, is dat iedere relatie na gebleken
fraude wordt beëindigd.
Samenwerking cruciaal
Als preventie en afschrikking niet helpen, zal de feitelijke
detectiekans van eventuele fraudegevallen in de fase van de
schadeclaim sterk moeten worden verhoogd. In project vier draait het
om een verbetering van processen en ondersteuning door informatie en
instrumenten. Vervolgens komt de verbetering van de bewijsbaarheid
(project 5) aan bod. Belangrijk is, meent Soeteman, dat feitelijke
fraudegevallen ook daadwerkelijk aan het licht komen, worden
onderzocht en bewezen.
Een van de belangrijkste factoren om het Deltaplan te laten slagen,
staat echter niet in de projecten, maar in de inleiding. Het beheersen
van fraude vereist een nadrukkelijk onderling afgestemd
fraudebewustzijn in de gehele acceptatie- en schadeafhandelingsketen.
Het is dan ook zaak dat partners in de keten worden betrokken bij de
uitvoering van het Deltaplan.
Verzekerd!, februari 2006
Verbond van Verzekeraars