ChristenUnie
Bijdrage debat vervolging christenen Iran woensdag 8 februari 2006 -
18:27
Tineke Huizinga-Heringa: Voorzitter. Ik zal mijn bijdrage kort houden
en mijn tijd uitsluitend gebruiken om een motie in te dienen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het ambtsbericht inzake Iran meldt dat de tolerantie
jegens actieve christenen is afgenomen;
overwegende dat de situatie in Iran is verslechterd, onder andere na
de verkiezing van een nieuwe president;
overwegende dat in rapporten van het Amerikaanse State Department
gewezen wordt op de actuele en ernstige risico's voor bekeerde
ex-moslims en voor niet-moslims die actief van hun geloof blijk geven;
overwegende dat de verslechterde situatie in Iran de regering
aanleiding heeft gegeven om voor homoseksuele asielzoekers uit Iran
een besluit- en vertrekmoratorium in te stellen;
verzoekt de regering, eveneens een besluit- en vertrekmoratorium in te
stellen voor christen-asielzoekers uit Iran, waaronder tot het
christendom bekeerde voormalige Iraanse moslims, zolang nog niet met
de Kamer is gesproken over het nieuwe ambtsbericht over Iran,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Huizinga-Heringa, Van der
Staaij, Lambrechts, Vos, De Wit, Klaas de Vries, Van Fessem en
Wilders. Zij krijgt nr. 1010 (19637).
(...)
Minister Verdonk:
Dat zal ik zeker vragen aan de VNG. Het werkt wel zo prettig als je
samen met een mond kunt spreken.
Dan kom ik op de motie van mevrouw Huizinga en een aantal andere
Kamerleden over de behandeling van christen-asielzoekers uit Iran. De
motie beoogt het instellen van een besluit- en vertrekmoratorium voor
christen-asielzoekers uit Iran, waaronder tot het christendom bekeerde
voormalige moslims, zolang nog niet met de Kamer is gesproken over het
nieuwe ambtsbericht over Iran. Het is al ons beleid om zeer zorgvuldig
om te gaan met christen-asielzoekers, niet alleen uit Iran. Hetzelfde
geldt voor allerlei religieuze minderheden, ook uit andere landen van
herkomst. Wij gaan daar nog zorgvuldiger mee om dan wij op andere
terreinen toch al doen. Zeker als wij weten dat er in het land van
herkomst een verhoogd risico is voor deze minderheidsgroepen, horen
wij mensen daar nog een keer over. Voor iedere religieuze minderheid
geldt dat daar al speciale aandacht voor is. Als ik een paar
voorbeelden mag noemen, dan geldt dat voor Iran, Afghanistan, Irak en
Syrië. Wat mij betreft, is dat een heel zorgvuldig beleid.
Ik voel er niets voor om te doen wat deze motie vraagt, een besluit-
en vertrekmoratorium in te stellen voor christen-asielzoekers uit
Iran. Wij hebben dat voor homoseksuelen gedaan, omdat de situatie
onduidelijk was. Er waren ineens twee homoseksuelen ter dood gebracht,
waarbij niet duidelijk was om welke reden dat gebeurde. Waren het
criminelen? Werden zij vanwege hun homoseksualiteit ter dood gebracht?
Dat was niet zeker, dus hebben wij dat besluit- en vertrekmoratorium
ingesteld voor juist die groepen. Het ligt anders als het gaat om
christen-asielzoekers uit Iran. Voor deze groep mensen geldt wat wij
al jarenlang op grond van bestaande ambtsberichten doen: wij kijken
nog zorgvuldiger naar deze groep en wij vragen in de gehoren van
mensen uit deze landen nog duidelijker hoe hun positie is als lid van
een religieuze minderheid in het land van herkomst. Als het nodig is,
dan zal die individuele toetsing ook leiden tot het verlenen van een
verblijfsvergunning.
Tineke Huizinga-Heringa:
De minister zegt dat er voor homoseksuelen een moratorium is
ingesteld, omdat er twee mensen onder onduidelijke omstandigheden
vermoord zijn en omdat zij dat eerst wilde uitzoeken. Het is bekend
dat er in Iran op het verlaten van de islamitische godsdienst en op
het gaan aanhangen van een andere godsdienst de doodstraf staat. Wij
krijgen van verschillende kanten de informatie dat de situatie voor
christenen verslechterd. Dan zouden wij denken dat wij met ons besluit
tot een moratorium liever niet wachten op het moment dat tot het
christendom bekeerde moslims vermoord zijn. Wij zouden denken: laten
wij van tevoren wijs zijn. Laten wij eerst kijken wat er waar is van
de berichten dat de situatie is verslechterd voor christenen en laten
wij hen tot die tijd niet terugsturen naar Iran.
Minister Verdonk:
Voorzitter. Ik begrijp de betrokkenheid van mevrouw Huizinga. Als wij
echter overgaan tot een besluit- en vertrekmoratorium, dan moeten wij
ook wel keiharde feiten hebben. Dan moeten wij heel duidelijk hebben
dat er echt wat aan de hand is voor die hele groep. Wat wij nu doen is
het volgende. Als er iets aan de hand is voor individuen, dan geven
wij hen een verblijfsvergunning, ook op grond van die reden.
Ik zie geen reden om, hoewel ik haar op haar woord geloof,
veranderingen in het beleid te baseren op de omstandigheid dat mevrouw
Huizinga-Heringa dergelijke geluiden heeft gehoord.
Tineke Huizinga-Heringa:
Wij zijn van mening dat de geluiden die wij hebben gehoord en die in
de motie zijn genoemd, ernstig genoeg zijn om eventjes pas op de
plaats te maken, te wachten op het nieuwe ambtsbericht en eerst te
kijken wat daarin zal staan. Wat is er nu toch op tegen dergelijke
zorgvuldigheid? Wij weten dat de situatie van bekeerde moslims
buitengewoon precair kan zijn. Ons bereiken berichten dat deze nog
verder verslechtert. Waarom zouden wij niet de moeite nemen om even te
wachten, zodat wij er zeker van zijn dat wij mensen niet misschien wel
hun dood tegemoet sturen. Ik zie echt niet in wat er tegen deze
zorgvuldigheid zou zijn!
Minister Verdonk:
Er is wel degelijk sprake van zorgvuldigheid. Er is zorgvuldigheid op
individueel niveau. Er vindt individuele toetsing plaats. Er is geen
enkele reden om te wachten. Bij de toetsing wordt rekening gehouden
met de positie van religieuze minderheden uit diverse landen. Dat
geldt in dit geval dus ook voor christelijke asielzoekers uit Iran. Er
bestaat geen tegenstelling tussen het wachten met het uitvoeren van
het beleid en het instellen van een besluit- en vertrekmoratorium
zoals mevrouw Huizinga-Heringa bepleit, afgezet tegenover een
zorgvuldige behandeling. Er is sprake van een volstrekt zorgvuldige
behandeling van asielzoekers. Wij voeren hier in Nederland een heel
zorgvuldige asielprocedure. Ik zie dus echt geen reden om te wachten.
Om die reden ontraad ik het aannemen van deze motie.
De voorzitter:
Ik sta mevrouw Huizinga-Heringa nog één heel korte vraag toe.
Tineke Huizinga-Heringa:
Die zal inderdaad heel kort zijn. De minister zegt dat zij niet inziet
waarom zij niet zorgvuldig zou zijn. In mijn ogen is het niet
zorgvuldig om geen rekening te houden met rapporten van het
Amerikaanse State Department waarin wordt gesteld dat er ernstige
risico's bestaan voor bekeerde ex-moslims die actief blijk geven van
hun geloof. Ik acht het niet zorgvuldig dat de minister gewoon
doorgaat met het terugsturen van deze mensen en wacht tot er
ongelukken gebeuren alvorens na te denken of wij misschien toch niet
eventjes een pas op de plaats zouden moeten maken.
Minister Verdonk:
Wij gaan helemaal niet door met het gewoon terugsturen van mensen naar
Iran. Er vindt gewoon een zorgvuldige toetsing plaats. De suggestie
van mevrouw Huizinga-Heringa strookt niet met de werkelijkheid. Wij
toetsen in Nederland zorgvuldig. Wij kennen een zorgvuldige
asielprocedure. Die wordt op individuele basis gevoerd. Op het moment
dat het voor mensen daar veilig is, moeten zij terug naar hun land van
herkomst. Dat besluit wordt genomen na een heel zorgvuldige toetsing.
Als het niet veilig is, krijgt men een verblijfsvergunning in
Nederland. Ik ontraad dus nogmaals het aannemen van deze motie.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik stel voor om aanstaande dinsdag te stemmen over de ingediende
moties.
---