IP/06/135
Brussel, 8 februari 2006
Commissie dringt aan op nieuwe initiatieven om de productie van
biobrandstoffen te bevorderen
Vandaag heeft de Commissie een ambitieuze EU-strategie inzake
biobrandstoffen goedgekeurd met tal van mogelijke op de markt
gebaseerde, wetgevings-, en onderzoeksmaatregelen om de productie van
brandstoffen uit landbouwproducten te bevorderen. Het document, dat is
gebaseerd op het actieplan voor biomassa dat in december 2005 is
vastgesteld, zet drie hoofddoelstellingen uiteen: bevordering van
biobrandstoffen in zowel de EU als in ontwikkelingslanden,
voorbereiding van het grootschalige gebruik van biobrandstoffen door
deze qua kosten concurrerender te maken, en onderzoeksinspanningen
naar brandstoffen van de tweede generatie te versterken en
ondersteuning van ontwikkelingslanden waar de productie van
biobrandstoffen een duurzame economische groei zou kunnen stimuleren.
Een toenemend gebruik van biobrandstoffen zal talrijke voordelen met
zich meebrengen doordat Europa dan minder afhankelijk is van
ingevoerde fossiele brandstoffen, broeikasgasemissies worden
teruggedrongen, er in nieuwe afzetmogelijkheden voor landbouwers wordt
voorzien en er in diverse ontwikkelingslanden nieuwe economische
perspectieven worden gecreëerd.
"Er heeft zich nog niet eerder zo'n goede gelegenheid voorgedaan om
het gebruik van biobrandstoffen te stimuleren", aldus Mariann Fischer
Boel, commissaris voor Landbouw en plattelandsontwikkeling. "De
prijzen van ruwe olie blijven hoog. Het Protocol van Kyoto legt ons
strenge doelstellingen op. En uit de recente controverse omtrent de
invoer van Russisch gas is gebleken hoe belangrijk het is dat Europa
zijn zelfvoorzieningscapaciteit op energiegebied uitbreidt. Bovendien
biedt de biobrandstofproductie aan de Europese boeren, die zich
dankzij de GLB-hervorming weer tot vrije ondernemers kunnen ontpoppen,
de kans om nieuwe mogelijkheden voor de afzet van hun producten aan te
boren."
Commissaris voor Ontwikkeling Louis Michel benadrukte de mogelijkheden
die de productie van biobrandstoffen ontwikkelingslanden biedt, met
name de landen die zijn getroffen door de hervorming van de
suikerregeling. "Veel ontwikkelingslanden bevinden zich in een
gunstige positie voor de productie van de grondstoffen van
biobrandstoffen, met name die landen die van oudsher een grote
suikerproductie hebben. De groeiende EU-markt voor biobrandstoffen zal
hen van nieuwe uitvoermogelijkheden voorzien. De EU zal hen helpen om
deze kans zo goed mogelijk te benutten door steun te verlenen voor
kennisoverdracht en de realisatie van hun marktpotentieel."
De strategie onderscheidt zeven beleidszwaartepunten, waarin de
maatregelen die de Commissie ter stimulering van de productie en het
gebruik van biobrandstoffen zal nemen, worden gebundeld.
1) Bevordering van de vraag naar biobrandstoffen.
In 2006 zal er een verslag over de eventuele herziening van de
richtlijn Biobrandstoffen worden gepubliceerd. Lidstaten moeten worden
aangemoedigd het gebruik van biobrandstoffen (incl. producten van de
tweede generatie) te stimuleren en er zal rekening worden gehouden met
verplichtingen op het gebied van biobrandstoffen. De Commissie heeft
een voorstel ingediend om schone en energie-efficiënte voertuigen te
bevorderen.
2) Streven naar van milieuvoordelen.
De Commissie zal nagaan hoe biobrandstoffen het beste kunnen bijdragen
tot de emissiedoelstellingen, zal zich inspannen voor een duurzame
teelt van de grondstoffen waaruit biobrandstoffen worden geproduceerd,
en zal de limieten voor het aandeel biobrandstof in benzine en diesel
opnieuw bestuderen.
3) Ontwikkeling van de productie en distributie van biobrandstoffen.
De Commissie zal voorstellen een specifieke groep op te richten die de
mogelijkheden van biobrandstoffen in programma's voor
plattelandsontwikkeling moet nagaan en zal het toezicht versterken om
te waarborgen dat biobrandstoffen niet discriminerend worden
behandeld.
4) Uitbreiding van de voorraad grondstoffen.
De Commissie zorgt ervoor dat de suikerproductie voor bio-ethanol in
aanmerking komt voor de steunregelingen van het GLB zal de
mogelijkheden tot verwerking van graaninterventievoorraden beoordelen,
een informatiecampagne voor landbouwers en boseigenaars financieren,
een actieprogramma voor de bosbouw voorstellen en mogelijkheden tot
het gebruik van dierlijke bijproducten en schoon afval bestuderen.
5) Vergroting van de handelsmogelijkheden.
De Commissie zal de mogelijkheid tot het indienen van een voorstel
inzake afzonderlijke douanecode's voor biobrandstoffen beoordelen, zal
bij de handelsbesprekingen met ethanolproducerende landen een
evenwichtige aanpak volgen en zal wijzigingen voorstellen aan de
zogenaamde "biodieselnorm".
6) Ondersteuning van ontwikkelingslanden.
De Commissie zal erop toezien dat de maatregelen voor onder het
ACS-suikerprotocol vallende landen die zijn getroffen door de
hervorming van de suikerregeling van de EU kunnen worden ingezet voor
de ontwikkeling van de bio-ethanolproductie, zal voor
ontwikkelingslanden een samenhangend bijstandspakket voor
biobrandstoffen ontwikkelen en zal zich buigen over de beste manier om
hulp te verlenen aan nationale en regionale platforms voor
biobrandstoffen.
7) Onderzoek en ontwikkeling.
De Commissie zal de ontwikkeling van een door de industrie geleid
"technologieplatform voor biobrandstoffen", dat aanbevelingen zal doen
voor onderzoek in deze sector, blijven steunen. In het zevende
kaderprogramma zal een hoge prioriteit worden toegekend aan
biobrandstoffen en dan met name aan het "bioraffinaderijconcept" - met
het oog op een nuttige toepassing van alle onderdelen van het
gewas - en biobrandstoffen van de tweede generatie. Door onderzoek
kunnen de productiekosten na 2010 aanzienlijk worden gedrukt. Door
middel van haar programma "Intelligente energie voor Europa" zal de
Commissie de invoering op de markt en de verspreiding van beproefde
technologieën ondersteunen.
Achtergrond
In de EU is vervoer verantwoordelijk voor bijna een kwart van de
broeikasgasemissies. Daarom is het essentieel middelen te vinden om
emissies van de vervoerssector terug te dringen.
Nagenoeg alle energie die voor vervoer wordt gebruikt, is afkomstig
uit olie. De EU is sterk afhankelijk van de invoer hiervan.
Biobrandstoffen, die worden vervaardigd uit biomassa - een duurzame
hulpbron -, zijn in het vervoer een rechtstreeks vervangingsproduct
van fossiele brandstoffen en kunnen probleemloos in
brandstofvoorzieningssystemen worden geïntegreerd.
Via steunverlening aan de biobrandstofsector biedt de EU de
plattelandsgebieden nieuwe mogelijkheden om inkomen te genereren en
draagt zij bij tot de realisatie van de Lissabonagenda door
vervangproducten te ontwikkelen die de fossiele brandstoffen lange
tijd zullen kunnen vervangen.
In een aantal ontwikkelingslanden zou de productie van biobrandstoffen
zowel voor de economie als voor het milieu voordelen kunnen opleveren,
werkgelegenheid kunnen scheppen, de kosten van de ingevoerde energie
kunnen terugschroeven en potentiële uitvoermarkten kunnen aanboren.
Bio-ethanol bijvoorbeeld zou een bruikbaar alternatief kunnen zijn
voor landen die suiker produceren en die zijn getroffen door de
recente hervorming van de suikerregeling van de EU.
De EU moet ook haar steun voor onderzoek naar biobrandstoffen van de
tweede generatie, zoals lignocellulose-ethanol, Fischer
Tropsch-biodiesel en biodimethylether (bio-DME), voortzetten.
http://europa.eu.int/comm/agriculture/biomass/biofuel/index_en.htm
Michael Mann: 02/299 9780
Johan Reyniers: 02/295 6728
Amadeu Altafaj Tardio: 02/295 2658
Patricia O'Connor: 02/299 0501
Ferran tarradellas Espuny: 02/296 6293
European Union