WOB-verzoeken
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk : DN. 2006/262
datum : 08-02-2006
onderwerp : SAN-pakket faunaranden en gebruiksnormen natuurterrein
bijlagen :
Geachte Voorzitter,
In reactie op de brief van de vaste Kamercommissie voor Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit van 4 november 2005 over het
Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer (SAN)-pakket faunaranden en
gebruiksnormen natuurterrein, bericht ik u het volgende.
Gemeenschappelijk landbouwbeleid en toeslagrechten
In uw brief staat dat landbouwers die bij de eerste tender van de
SAN-regeling in 2000 ingeschreven hebben op het SAN-pakket faunaranden
op betreffende hectaren geen bedrijfstoeslagrecht hebben opgebouwd,
terwijl zij indirect via de SAN vergoed zijn voor gemiste EU-premies
(rechtstreekse EU-betalingen). Doordat geen bedrijfstoeslag is
opgebouwd op faunaranden, zouden deze bedrijven in een nadeliger
positie verkeren dan bedrijven die in 2006 starten met het SAN-pakket.
Deze bedrijven hebben immers wel bedrijfstoeslagrechten opgebouwd
gebaseerd op alle hectaren van het bedrijf, voor zover die hectaren
recht gaven op rechtstreekse EU-betalingen.
Ik wijs u erop dat een specifieke voorziening is getroffen voor
bedrijven die in de periode 2000-2002 landbouwmilieuverbintenissen als
de SAN uitvoerden. Het gaat hier om de Regeling GLB-inkomensteun 2006,
ter uitvoering van verordening (EG) nr. 1782/2003.
Op grond van artikel 13 van de regeling kunnen die bedrijven namelijk
- tot 15 mei 2006 - een verzoek indienen bij de dienst Regelingen voor
berekening van het referentiebedrag op een andere basis, indien de
productie door de uitvoering van de landbouwmilieuverbintenissen
nadelig is beïnvloed. Ingevolge de Europese verordening wordt het
referentiebedrag dan berekend op basis van kalenderjaren die niet
beïnvloed zijn door de landbouwmilieuverbintenissen (bijvoorbeeld het
SAN-pakket faunaranden).
In de meeste gevallen zal dit de periode 1997-1999 zijn. Het
bedrijfstoeslagrecht wordt dan alsnog gebaseerd op alle hectaren die
in de - alternatieve - referentieperiode recht gaven op rechtstreekse
EU-betalingen.
Het staat overigens de bedrijven vrij op alle hectaren, ongeacht of
daar een bedrijfstoeslagrecht op rust, opnieuw de zesjarige
SAN-verbintenis inzake faunaranden aan te gaan. Deze combinatie met
het bedrijfstoeslagrecht is toegestaan omdat per 1 januari 2006 in de
SAN-vergoeding geen sprake zal zijn van dubbele vergoeding (de oude
mcsharry-component is vervallen).
Uitvoeringsconsequenties
Het hiervoor omschreven besluit heeft vanwege de uitbreiding van de
referentieperiode verstrekkende gevolgen voor de uitvoering. Aangezien
kan worden teruggegrepen op een periode van voor 2000 zal dit veel
handwerk met zich meebrengen. Daarnaast is op dit moment nog niet
bekend hoeveel ondernemers een beroep zullen doen op deze
referentieperiode. Al hoewel er maximale inspanning zal worden
geleverd om deze dossiers zo spoedig mogelijk te verwerken kan er voor
deze groep geen garantie worden afgegeven voor een betaling in 2006.
Mocht dit onverhoopt aan de orde zijn, dan betekent dit dat betaling
uiterlijk in het tweede kwartaal van 2007 zal plaatsvinden.
Korting op vergoedingen faunaranden.
Voorts wordt een probleem gesignaleerd betreffende de korting op de
nieuwe vergoedingen, die kan oplopen tot 47%.
De vergoedingen voor de faunaranden, evenals de overige vergoedingen
van de SAN, zijn in 2005 aangepast in relatie met de implementatie van
de nitraatrichtlijn. Daarnaast zijn de in de berekening opgenomen
Europese vergoedingen hierop in mindering gebracht. Het effect is een
forse verlaging. Voorts is gebleken dat de pakketvoorwaarden en de
berekeningsgrondslag niet meer aansluiten bij de nu gangbare praktijk
in de akkerbouw. Om die reden wordt er nu gewerkt aan de herziening
van het pakket. Dit zal met de volgende aanvraagperiode van toepassing
worden. Met de beheerders is afgesproken dat voor het nieuwe pakket
een overgangsregeling komt. Omdat in het huidige subsidiebedrag geen
EU-premie is opgenomen, kan deze via de toeslagrechten worden
verzilverd, zoals eerder in deze brief aangegeven.
Wijzigen gebiedsplannen voor Provinciale Landschappen
De verantwoordelijkheid voor het wijzigen van de gebiedsplannen voor
de Provinciale Landschappen ligt bij de provinciale overheden.
Toelichting op de uitvoering van amendement nr 32
Als gevolg van een amendement van het Kamerlid Oplaat is in de
Meststoffenwet bepaald dat het stelsel van gebruiksnormen niet van
toepassing is op natuurterreinen met de hoofdfunctie natuur.
Wel is op deze natuurterreinen het Besluit gebruik meststoffen (BGM)
van toepassing, dat is gebaseerd op de Wet bodembescherming. Dit
besluit geeft onder meer regels voor het gebruik van meststoffen op
andere grond dan landbouwgrond. In de recente wijziging van dit
besluit is vastgelegd dat voor het gebruik van mest op
natuurterreinen, primair het beheersregime geldt dat is overeengekomen
met LNV, hetzij in de SN of in de afspraken met Staatsbosbeheer (Stb.
2005, nr. 548). Dat regime bepaalt dus ook in hoeverre er jaarrond op
de betreffende natuurterreinen gegraasd mag worden.
Voor natuurterreinen waar geen beheer wordt gevoerd dat beperkingen
stelt ten aanzien van bemesting of begrazing zijn in het BGM normen
gesteld voor de maximale hoeveelheid dierlijke mest die op het
natuurterrein terecht mag komen.
Bemesten van faunaranden
Voor het beheerspakket faunaranden in de SAN geldt onder andere dat
geen bemesting is toegestaan op de faunaranden. De natuurdoelen voor
de faunaranden kunnen namelijk alleen bereikt worden wanneer er ter
plekke niet bemest wordt. Daarom blijft het verbod op bemesting in het
beheerspakket faunaranden van belang.
Gronden met een SAN-pakket worden in het kader van de Meststoffenwet
beschouwd als landbouwgrond. Deze gronden mogen daarom worden
meegeteld bij de berekening van de gebruiksruimte van het bedrijf. De
Meststoffenwet levert derhalve geen belemmering op voor boeren om in
te tekenen op een randenpakket.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit