Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

WOB-verzoeken

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : VD. 2006/358
datum : 08-02-2006
onderwerp : Vervolgbrief afhandeling dioxine-incident bijlagen :

Geachte Voorzitter,

In aansluiting op mijn brief van 31 januari 2006, kenmerk VD. 2006/295, en het Algemeen Overleg op 2 februari 2006 over de dioxinevervuiling in diervoeder, geef ik onderstaand de stand van zaken weer met betrekking tot de afhandeling van het incident.

Van de 250 veehouderijbedrijven die eind januari 2006 geblokkeerd waren, zijn er momenteel ruim 100 weer vrijgegeven. Het opheffen van de blokkades werd mogelijk, doordat uit proefslachtingen bleek dat het vlees van de varkens of de eieren van het pluimvee geen dioxineverontreiniging bevatte. Daarmee zijn ook blokkades bij hobbypluimveehouders opgeheven. In de loop van deze week worden de analyseresultaten verwacht van nog openstaande proefslachtingen.

Om bedrijven snel maar verantwoord vrij te kunnen geven, is gekozen voor een bij eerdere incidenten beproefde benadering van indeling in groepen van bedrijven die het hoogste risico liepen het meest ernstig vervuilde diervoeder te hebben vervoederd. Indien die groepen geen overschrijding laten zien, kunnen immers alle lagere risicogroepen worden vrijgegeven.
Deze benadering heeft geleid tot een indeling in groepen vleesvarkensbedrijven, zeugenbedrijven, biggenbedrijven en pluimveebedrijven c.q. hobbypluimveehouders. Daarbij is ook onderscheid gemaakt naar de twee silo's op het mengvoederbedrijf van Bouman te Andel, omdat in de ene silo sterker vervuild varkensvet was opgenomen dan in de andere. Het aantal proefslachtingen is representatief voor het aantal bedrijven in een dergelijke groep en het aantal dieren. Een varkensbedrijf dat mogelijk vervuild voeder van een Belgisch mengvoederbedrijf had ontvangen is afzonderlijk bemonsterd. Voor pluimvee zijn eieren bemonsterd.

Bij proefslachtingen onder de groep vleesvarkens uit de meest vervuilde silo (silo West) is een resultaat gekomen, waarbij een lichte overschrijding van de dioxinenorm is vastgesteld. Het ging in deze groep bedrijven om 6 proefslachtingen, waarbij er 3 een overschrijding lieten zien, te weten 1.3 en 1.5 pg TEQ/g terwijl de norm op 1.0 pg TEQ/g is gesteld.

Binnen deze groep wordt nu verder onderzoek gedaan omdat er diervoeders zijn gebruikt met verschillende inmengingspercentages vervuild varkensvet, respectievelijk ingedeeld in groepen met minder dan 2%, tussen 2 en 2.5% en van 2.5 tot 2.9% varkensvet. Het ligt in de verwachting dat dieren die voeders hebben gehad met een laag inmengingspercentage, geen dioxineoverschrijding zullen laten zien, waarna die groep bedrijven alsnog kan worden vrijgegeven. Groepen die boven de norm scoren zullen uiteraard uit de consumptie worden geweerd. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij het bedrijfsleven maar de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) houdt daarop toezicht.

Exportontwikkelingen
Het dioxine-incident heeft tot handelsbelemmeringen geleid in een aantal landen.
Zuid-Korea stelde een invoerverbod in op 27 januari 2006 voor varkensvlees van varkens geslacht na 14 november 2005, of verwerkt na
14 november 2005.
Taiwan heeft met ingang van 2 februari 2006 een tijdelijk invoerverbod afgekondigd voor varkensvlees en darmen. Japan besloot tot een invoerverbod voor varkensvlees van varkens geslacht na 15 november 2005.
Deze landen worden frequent en zo veel mogelijk in detail geïnformeerd via de LNV Vertegenwoordiging Buitenland. Bovendien worden ook de in Den Haag gestationeerde vertegenwoordigers van die landen gelijkluidend geïnformeerd.

In Italië roept een belangenbehartiger van Italiaanse vleesverwerkende bedrijven haar leden op tot een boycot van Nederlandse varkens en vlees. De plaatsvervangend Chief Veterinary Officer van Nederland zal op 7 en 8 februari 2006 tijdens een bezoek aan Italië zoveel mogelijk duidelijkheid verschaffen over het incident, hopelijk met als resultaat dat een dergelijke actie niet plaats zal vinden.

Welzijn
De blokkade van bedrijven heeft nog niet tot welzijnsproblemen geleid. Wel heeft de VWA in een enkel geval toestemming gegeven om biggen in een inmiddels te krappe huisvesting, over te brengen naar een andere locatie. Gegeven het tijdpad van laatste proefslachtingen en uitslagen worden geen noemenswaardige welzijnsproblemen verwacht.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman