Stichting Wakker Dier

Dioxinevlees moet uit schap of keus laten aan consument Persbericht - 08 februari 2006

Stichting Wakker Dier heeft vandaag in een brief aan minister Veerman gevraagd het vlees met te hoog dioxinegehalte uit de winkelschappen te laten halen. Als hij dit blijft weigeren, vindt Wakker Dier dat de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) bekend moet maken waar dit vlees in de winkelschappen ligt zodat consumenten de keus wordt gelaten of zij dit vlees nog wel willen. De vleessector zal hieraan mee willen werken, verwacht Wakker Dier. Nu is immers al het varkensvlees in het winkelschap verdacht en dat predikaat valt met de bekendmaking te reduceren. De brief volgt op het nieuws in de Volkskrant van vandaag dat de VWA na (te) lang aarzelen, toegeeft dat het vlees van 3.600 varkens met een te hoog dioxinegehalte in slachthuizen terecht is gekomen. Nog niet bekend is welk deel van dit vlees is geëxporteerd, al geconsumeerd of nog in de winkelschappen ligt. Vorige week nog stelde VWA dat met een blokkade van 275 veebedrijven werd `voorkomen dat vlees met een verhoogd dioxinegehalte in de voedselketen terechtkomt'. Begin deze week vond de VWA `het niet langer uit te sluiten dat varkens die het vervuilde diervoeder hebben gegeten ook in de voedselketen terecht zijn gekomen' en gisteren maakte zij bekend dat 3.600 varkens wel degelijk zijn geslacht en als vlees in de winkelschappen terecht zijn gekomen of geëxporteerd. Het gedraai van de VWA is onbegrijpelijk in het licht van het IKB-traceringssysteem dat claimt binnen een paar uur te kunnen achterhalen waar vlees in de keten terecht is gekomen. Wakker Dier vindt dat de organisatie die zelf `Autoriteit' in haar naam heeft gezet in deze nieuwe veevoercrises constant de belangen van de veesector boven die van de volksgezondheid heeft gesteld en daarom haar eigen autoriteit aan ernstige kritiek bloot stelt.

Dioxine schadelijk voor volksgezondheid; VWA wederom misleidend

Ten onrechte stelt VWA al vanaf het bekend worden van de dioxinevervuiling dat de gehaltes geen gevaar opleveren voor de volksgezondheid. Het zou zelfs volgens deze dienst van het landbouwministerie vorige week al `wetenschappelijk bewezen' zijn terwijl het toen nog gissen was naar de mate van vervuiling en al wel een eerste indicatie gevonden was dat nota bene de vastgestelde maximum dioxinenorm werd overschreden. Ondertussen blijkt uit de eerste meting een overschrijding van die norm met 30 tot 50%. Andere meetresultaten die waarschijnlijk deze week bekend worden, moeten meer duidelijkheid over het exacte dioxinegehalte verschaffen. Wakker Dier is van mening dat tot die tijd stellige uitspraken over de schade voor de volksgezondheid voorbarig zijn. VWA spreekt zichzelf ronduit tegen als enerzijds honderden veebedrijven nog steeds zijn geblokkeerd vanwege een te hoog dioxinegehalte en anderzijds het vlees van deze bedrijven dat nu waarschijnlijk in de winkelschappen ligt als onschadelijk wordt getypeerd. Dat overschrijding van de norm geen gevaar voor de volksgezondheid oplevert gaat er bij Wakker Dier ook niet in. Een maximale dioxinenorm is niet voor niets gesteld omdat dioxine een zogenaamd `stapelgif' is, dat achterblijft in het lichaam en op lange termijn zeer schadelijk is. Minstens zo verontrustend vindt Wakker Dier het feit dat de dioxinevervuiling al maanden aan de gang was en slechts bij toeval door de VWA bij een steekproef is ontdekt. Alle controlepunten van de veevoersector zelf waren ongemerkt gepasseerd. Dat is verontrustend omdat minister Veerman de sector vorig jaar nog `een laatste kans' gaf voor verbetering van de controle na opeenvolgende veevoerschandalen. Het jongste dioxineschandaal is de lakmoesproef voor de zelfregulering én voor het overheidsbeleid. Een overheid die blijft geloven in de zelfcontrole na een laatste waarschuwing te hebben uitgedeeld en weigert handelend op te treden ondergraaft haar eigen geloofwaardigheid. Zelfregulering die het moet hebben van toevalstreffers diskwalificeert zichzelf en ondermijnt het vertrouwen dat consumenten in de producten van zelfcontrole kunnen hebben.